9.7 C
Amsterdam

Libanon is slachtoffer van machtsspel Saoedi-Arabië en Iran

Peter Wijninga
Peter Wijninga
Defensiedeskundige. Strategisch analist bij het The Hague Center for Strategic Studies. Voormalig officier van de Koninklijke Luchtmacht.

Lees meer

Er is iets vreemds aan de hand met Libanon. De soennitische premier van het land neemt vanuit Saoedi-Arabië ontslag, omdat hij zegt bang te zijn voor een aanslag door de sjiitische Hezbollah. Het ontslag wordt door de christelijke president niet aanvaard. De leider van Hezbollah stelt dat de premier helemaal niets te vrezen heeft. De Libanese geheime diensten stellen voorts dat er geen enkele dreiging tegen de premier bestaat. Tegelijkertijd drukt de Israëlische diplomatieke dienst haar diplomaten en ambassadeurs op het hart in hun contacten toch vooral te benadrukken dat Hezbollah en Iran de grote destabiliserende boosdoeners zijn in het Midden-Oosten. Saoedi-Arabië stelt dat het afschieten van een raket richting de Saoedische hoofdstad door Jemenitische Houthi-rebellen gelijk staat aan een oorlogsverklaring door Hezbollah en Iran, die niet alleen de Houthi’s in Jemen steunen, maar tevens het regime van Bashar al-Assad in Syrië. Bahrein, een trouwe bondgenoot van de Saoedi’s, heeft al zijn burgers uit Libanon teruggeroepen. Zowel Israël als Saoedi-Arabië houden Libanon verantwoordelijk voor de daden van Hezbollah. Het zou ons niet moeten verbazen als Libanon binnen afzienbare tijd op zijn minst een ‘Qatar-behandeling’ ten deel valt.

Libanon is een land ter grootte van een kwart van Nederland met ruim zes miljoen inwoners, waardoor het land tot de dichtstbevolkte landen ter wereld hoort. De inwoners zijn verdeeld in maar liefst achttien verschillende religieuze groeperingen, onder wie alevieten, soennieten, sjiieten, druzen en christenen. Etnische lijnen lopen dwars door deze religieuze groepen heen. Zo bestaat de bevolking voor negentig procent uit Arabieren, maar onder hen zijn christenen, soennieten, alevieten, druzen en sjiieten. Je zou kunnen verwachten dat deze groepen allemaal met elkaar overhoop liggen, maar feitelijk is dat niet zo, uitgezonderd de periode van de burgeroorlog in de jaren zeventig en tachtig misschien. Over het algemeen is men goed in staat met elkaar en naast elkaar te leven.

Vanwege het vermogen tot samenleven van zo veel verschillende bevolkingsgroepen stond het land gedurende lange tijd bekend als ‘het Zwitserland van het Midden-Oosten’. Het mondaine Beiroet werd vaak ook vergeleken met Parijs. De burgeroorlog heeft dat beeld weliswaar beschadigd, maar het is niet zo dat de onderlinge geschiedenis van deze groepen gekenmerkt wordt door kommer en kwel.

Veel eerder werd de destabilisatie van de Libanese verhoudingen veroorzaakt door buitenlandse invloeden. De Israëlisch-Palestijnse kwestie leidde sinds 1948 tot bijna een half miljoen Palestijnse vluchtelingen in Libanon. Het vestigen van Yassir Arafats PLO-hoofdkwartier in Zuid-Libanon was voor Israël aanleiding diverse malen militair in te grijpen totdat uiteindelijk Arafat de wijk nam naar Tunis. De Israëlische interventies en bezetting verdeelden het land. Sommigen steunden de Israëli’s, terwijl anderen, waaronder sjiitische groeperingen zoals Alam en later Hezbollah, zich juist fel verzetten.

Het is met name Hezbollah die sinds de jaren tachtig de verhouding tussen Israël en Libanon heeft bepaald. Aanvankelijk door directe aanvallen op Israëlische grensposten of raketaanvallen op dorpen in Noord-Israël uit te voeren, later ook met terroristische aanslagen. Hezbollah werd daarbij gesteund door Iran en later ook door het Assad-regime. Die steun mondde uiteindelijk uit in de door Hezbollah aan Assad verleende hulp bij het neerslaan van de opstand in Syrië, waardoor Hezbollah niet alleen een vijand werd in de ogen van de Israëli’s, maar tevens van de soennitische Arabische wereld, aangevoerd door Saoedi-Arabië. Dat Israëli’s en Saoedi’s in Hezbollah een gezamenlijke vijand zouden zien is essentieel voor de huidige verhoudingen in de regio.

Ondertussen probeerden de verschillende groeperingen in Libanon zelf na de burgeroorlog weer verder te gaan met elkaar. Dat ging gepaard met wisselend succes. Regeringen kwamen en vielen. Er waren nu wel degelijk onderlinge twisten en het koste grote moeite het vertrouwen weer te herstellen. Er was zelfs een ‘presidentloos’ tijdperk en een ‘parlementloos’ tijdperk. Belangrijk uitgangspunt voor het evenwicht in het land is dat alles zo veel mogelijk verdeeld wordt op basis van de bevolkingssamenstelling. Zo is de president altijd een christen, de premier altijd een soenniet en de voorzitter van het parlement altijd een sjiiet. Hoewel dat uitgangspunt door veranderingen in de verhoudingen tussen bevolkingsgroepen nog wel eens ter discussie wordt gesteld, heeft het in het algemeen wel gewerkt. De onlangs afgetreden premier Saad Hariri was hoofd van een regering van ‘nationale eenheid’, waaraan ook Hezbollah deelnam. Hezbollah had sinds 2009 zijn koers drastisch gewijzigd, democratische beginselen tot uitgangspunt verklaard en zelfs de gelijke berechtiging van de vrouw tot speerpunt gemaakt. Daarmee werd de partij regierungsfähig en kon ze toetreden tot de regering. Het leek dus allemaal de goede kant op te gaan. Zelfs het opnemen van ruim anderhalf miljoen vluchtelingen uit Syrië ging het land relatief goed af. Maar het feit dat Hezbollah openlijk het Syrische regime steunt en sinds enige tijd ook de Houthi-rebellen in Jemen, lijkt het land nu op te breken. Reeds vorig jaar uitten de Saoedi’s’ scherpe kritiek op de Libanese regering, omdat ze haar verantwoordelijk houden voor het handelen van Hezbollah in Syrië en Jemen. De aandacht werd mogelijk even afgeleid door de kwestie met Qatar, dat eigenlijk over hetzelfde probleem gaat: de toenemende macht en invloed van Iran.

Maar door het terugtreden van Hariri tijdens een bezoek aan Saoedi-Arabië staat het land weer in het brandpunt van de belangstelling. Zijn vertrek heeft alles te maken met de in de ogen van de Saoedi’s te dominante rol van Hezbollah in de Libanese regering. De dreigende taal die door de Saoedi’s richting Libanon wordt geuit liegt er niet om: indien de Libanezen Hezbollah niet aan de ketting leggen, worden zij direct verantwoordelijk gehouden voor de ‘oorlogsdaden’ die door Hezbollah worden verricht jegens Saoedi-Arabië. Mogelijk wacht Libanon een zelfde lot als Qatar, die andere ‘vriend’ van Iran in de ogen van de Saoedi’s. Aan de andere kant zou Israël door de ontstane situatie mogelijk juist zijn kans schoon zien zich van de gehate Hezbollah te ontdoen. In beide gevallen dreigt het zorgvuldig nagestreefde evenwicht tussen de Libanese bevolkingsgroepen verstoord te raken, met alle gevolgen van dien. Libanon is niet langer vrij zijn eigen regering te kiezen. En Saoedi-Arabië deelt de lakens uit in de Arabische wereld, met steun van Israël.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -