Home Columns De anti-feminist van FvD illustreert de normalisering van radicaal-rechts

De anti-feminist van FvD illustreert de normalisering van radicaal-rechts

Eva Vlaardingerbroek tijdens haar speech op het FvD-congres (Foto: YouTube)

Bij Forum voor Democratie (FvD) is het partijcongres een goed geregisseerde show. Over elke spreker is goed nagedacht. Eind november stond er op het congres in Barneveld opeens een jonge, vrouwelijke rechtsfilosoof op het podium: Eva Vlaardingerbroek. Ze kwam met een uiterst leerzame bijdrage, of beter gezegd: de reacties op haar speech waren zeer leerzaam. Ze tonen ons hoe radicaal-rechts langzaam maar zeker normaliseert.

Vlaardingerbroek vertelde een verhaal over feminisme. Ze wil dat we teruggaan naar echte Europese waarden en ons bevrijden van het hedendaagse feminisme dat de blanke man als de vijand ziet. In een bijzin zei ze dat hedendaagse feministen vinden dat vluchtelingen welkom moeten zijn. Door het feminisme komen vrijheden onder druk te staan, meldde ze.

‘De massa-immigratie van honderdduizenden alleenstaande mannen uit zeer patriarchale samenlevingen, dat is voor onze feministen geen enkel probleem.’ In het ‘multiculturele paradijs Zweden’ zou een derde van de jonge vrouwen te maken hebben met seksuele intimidatie.

Hoe moeten we dit verhaal noemen? Er woedt al enige tijd discussie wat het correcte label voor FvD is. Is de partij extreemrechts? Racistisch? Fascistisch misschien? Het probleem van al deze labels is dat ze vaak meer verwarring scheppen dan dat ze iets verhelderen.

Immers: de interpretaties over wat deze termen betekenen lopen zo uiteen dat het gebruik ervan al snel tot spraakverwarring leidt. Het maakt het benoemen van problematische ideologieën moeilijk, wat weer tot gevolg heeft dat ze helemaal niet benoemd worden. Dat leren we van Vlaardingerbroek.

Laten we luisteren naar wat ze zei. Vlaardingerbroek suggereerde een verband tussen de komst van migranten en seksuele intimidatie van vrouwen. Dit thema is een klassieker voor partijen aan de uiterste rechterkant van het politieke spectrum, waar migranten stelselmatig worden gepresenteerd als een bedreiging voor de veiligheid.

Je komt dit thema bij uiteenlopende partijen tegen als Alternative für Deutschland, Rassemblement National, Zweden Democraten en vele andere. Maar hier zien we hetzelfde probleem: er is geen eenduidig label voor deze partijen dat boven elke discussie verheven is.

De Volkskrant gebruikte in een artikel over Vlaardingerbroek de term ‘radicaal-rechts’, een label voor partijen die onderdelen van de liberale democratie afwijzen. Dat label is deugdelijk: het gaat niet om partijen die de democratie op zich verwerpen, zoals extreemrechts, maar om partijen die op gespannen voet staan met zaken als gelijke rechten voor alle burgers, de scheiding der machten, de rechtsstaat en het legaliteitsbeginsel. Radicaal-rechtse partijen zijn bijvoorbeeld tegen migratie en tegen het vluchtelingenverdrag op basis waarvan vluchtelingen recht hebben op opvang.

Het wordt tijd dat ook de term radicaal-rechts ingeburgerd raakt

Vlaardingerbroek neemt afstand van het label ‘radicaal-rechts’, maar dat wil niet zeggen dat het label niet bij haar speech past. Ze doet wat radicaal-rechtse partijen om de haverklap doen: het aanwakkeren van angst voor migranten.

Tot zover is er eigenlijk niets nieuws onder de zon, ware het niet dat de labels om deze stroming te benoemen op zichzelf discussie oproepen – zeker de term ‘radicaal-rechts’, die in de Nederlandse context weinig wordt gebruikt. Een label dat zou moeten verhelderen helpt nu opeens om het radicale karakter van deze standpunten te ontkennen en deze daarmee te normaliseren.

Zo hoorden we Vlaardingerbroek in een radio-uitzending van de rechtse omroep WNL zeggen dat ze zat ‘te trillen van schrik en woede’ toen de Volkskrant haar ‘het gestileerde gezicht van radicaal-rechts’ noemde. Het was Vlaardingerbroek een raadsel hoe de krant iets radicaal-rechts van haar woorden had kunnen maken.

Twee panelleden begrepen er ook niets van. Eén van hen meldde dat men Vlaardingerbroek in de extreemrechtse hoek probeerde te drukken. Vlaardingerbroek dacht dat zelf ook. Maar dit is nou juist wat de Volkskrant niet heeft beweerd.

Met al die verwarring ontstaat ruimte om de aandacht voor Vlaardingerbroeks speech een hele andere wending te geven: de Volkskrant heeft ook op seksistische wijze over haar geschreven, hoorden we de panelleden zeggen. Seksisme is slecht, zo was de teneur. Op televisie werd de kwestie bij dezelfde omroep verenigd tot vrije meningsuiting. Een raadslid van Leefbaar Rotterdam mocht zeggen dat we dit geluid serieus moeten nemen. Niet toevallig is dit een partij die ook gemakkelijk onder het label ‘radicaal-rechts’ kan worden geplaatst.

Zo gaat normalisering van radicaal-rechts dus in zijn werk: je doet net alsof je normale standpunten hebt gedeeld met je publiek en alsof de term radicaal-rechts daar geen goede beschrijving van is. In veel televisie- en radiostudio’s heeft niemand een beeld van zo’n label of van waar de grenzen liggen tussen gewone politieke standpunten en radicale. En dus slaat iedereen dit ingewikkelde en vervelend onderwerp snel over en gaat verder over begrippen die wel zijn ingeburgerd: klachten over seksisme en de vrije meningsuiting, bijvoorbeeld.

Het wordt tijd dat ook de term ‘radicaal-rechts’ ingeburgerd raakt: het aanwakkeren van angst voor migranten is niet zomaar een mening. Als Vlaardingerbroek dit label niet aan haar woorden wil hebben kleven, moet ze een andere speech schrijven.