Home Columns De nieuwe ethische revolutie in Nederland

De nieuwe ethische revolutie in Nederland

Er hangt iets in de Nederlandse lucht. Een nieuwe ethische revolutie, om precies te zijn. Meer dan 50.000 mensen hebben de afgelopen maand in Nederland, ondanks de coronarealiteit, deelgenomen aan demonstraties tegen racisme na de moord op George Floyd. Afgelopen weken bleek dat tientallen gemeenten in Nederland geen Zwarte Piet meer willen tijdens de Sinterklaas-intocht.

Dit sluit aan bij de veranderende stemming in onze samenleving. De meerderheid van Nederland is van mening veranderd over Zwarte Piet, net als minister-president Mark Rutte. Het Sinterklaasplezier mag niet meer ten koste gaan van de pijn van zwarte Nederlanders en hun kinderen. Het is een kwestie van beschaving.

En deze week werd de nieuwe canon van de Nederlandse geschiedenis gepresenteerd. Deze legt nadrukkelijk de vinger op de zwarte bladzijden in de Nederlandse geschiedenis. Zo werd de Surinaamse antikoloniale schrijver en verzetsheld Anton de Kom (1898 – 1945) in de canon opgenomen. Bovendien nam de Tweede Kamer deze week een motie aan, waarin de regering wordt verzocht om binnen het curriculum van het lager en voorgezet onderwijs ook aandacht te besteden aan het koloniale verleden en discriminatie.

Ondertussen zag ik een rechtse politicus in een filmpje op Twitter huilen, een politicus die Marokkaans-Nederlanders tot zondebok heeft gemaakt. De Nederlandse cultuur wordt kapot gemaakt en Nederlanders worden ten onrecht voor racist uitgemaakt, brulde hij.

Zijn conservatieve collega deed zijn best om foute historische helden te eren, door bloemen bij standbeelden neer te leggen. Toen de prominente journalist Simone Weimans hem op de nationale radio kritische vragen stelde, koos de conservatieve politicus ervoor om de studio uit te lopen. Ondertussen ontbreekt het zijn vriendje Johan Derksen aan moed om toe te geven dat hij een racistische grap heeft gemaakt en dat het hem spijt.

Sommigen verhalen laten zich makkelijk vertellen. Dat geldt ook voor het publieke debat over onze omgang met het slavernijverleden. Het is een debat dat gekenmerkt wordt door twee botsende stromingen. De conservatieve stroming heeft zijn blik op het verleden gericht en is van mening dat wij aan zelfhaat doen als wij foute helden uit het verleden geen standbeeldje gunnen. Daartegenover de progressieve stroming, die stelt dat wij de zwarte bladzijden in onze geschiedenis moeten benoemen en onze publieke ruimte inclusief moeten maken.

Het begrip ‘de politiek van erkenning’ wordt vaak gebruikt om deze symbolische en ideologische strijd te duiden. De progressieve stroming wil dat we de fouten van ons verleden en de pijn van minderheden erkennen, terwijl de conservatieve stroming van mening is dat je racistische grappen op televisie mag maken.

Conservatieven lijken niet door te hebben of toe geven dat Nederland enorm is veranderd, en dat de overgrote meerderheid van Nederland is meeveranderd

Het hoeft geen betoog dat degene die zijn blik gericht heeft op het verleden bij voorbaat oog verliest voor het heden en de toekomst. Conservatieve politici en de ontspoorde televisiepersoonlijkheid hebben een mythisch beeld van het zeventiende-eeuwse Nederland, waar het normaal was om mensen als minderwaardig te behandelen vanwege hun zwarte lichamen. Ze lijken niet door te hebben of toe geven dat Nederland enorm is veranderd, en dat de overgrote meerderheid van Nederland is meeveranderd.

Ergens heb ik het met de conservatieven te doen. Maar ik wil niet te lang bij hen stilstaan. Ik vier liever de ethische revolutie die zich nu voltrekt op onze Nederlandse bodem. Laten we die goed benutten om een inclusieve samenleving en een inclusieve publieke ruimte op te bouwen.