Home Columns Etnische profilering van verwarde personen

Etnische profilering van verwarde personen

Foto: politie.nl

De man die onlangs in Den Haag een aantal mensen met een mes aanviel was vanwege ‘verward gedrag’ bij de politie bekend. Toch wordt hij verder onderzocht. Getuigen van het incident zouden hem ‘God is groot’ in het Arabisch hebben horen roepen. Ook zou hij geprobeerd hebben iemand met het mes de keel door te snijden. Het incident vond plaats op de grens van het Laakkwartier en de Schilderswijk. ‘Twee probleemwijken zullen we maar zeggen’, aldus een journalist. Allemaal dus ‘indirect bewijs’, zoals dat technisch heet, of eigenlijk gewoon ongefundeerde speculatie.

Op het moment dat ik deze column schrijf loopt het onderzoek nog, dus we weten nog niets met zekerheid, alleen dat de dader een Syrische vluchteling is met een verblijfsstatus. Alle reden zou ik zeggen om voorzichtig te zijn met conclusies over motieven. Maar niets van dat alles op sociale media en in de pers. ‘Een Syriër? Oké, hou maar op, we weten genoeg, die moet terroristische motieven hebben.’

Terwijl op sociale media een ware storm woedde, werd in talkshows en actualiteitenprogramma’s beschaafd gespeculeerd over het incident en de betekenis ervan. Maar ook daar was de teneur eigenlijk dezelfde als op sociale media. Hoe kunnen we van dit incident linksom of rechtsom toch een terroristische aanslag maken? Is niet elke terrorist een verwarde geest? Is niet elke gelovige eigenlijk de weg kwijt? Een man die verward is en mensen met een mes aanvalt, en ook nog uit Syrië afkomstig is, is kennelijk op voorhand politiek of religieus gemotiveerd en dus gevaarlijk. Dat heet ‘etnische profilering’.

Er kleven twee levensgrote problemen aan deze redenering. Om te beginnen de racistische ondertoon. Als je als witte autochtone Nederlander dood en verderf zaait, dan moet je het wel van de daken schreeuwen dat je politieke motieven had, maar als je Syriër bent dan zullen anderen die motieven wel voor je invullen. Hoef je niets voor te doen. Alleen maar Syriër zijn of Marokkaan. Neem de man die in juni vorig jaar op Amsterdam Centraal Station op mensen inreed, omdat hij onwel werd. Zelfs toen duidelijk werd dat de man (een Marokkaan die diabetes had en vanwege de vasten wellicht onwel was geworden) geen enkel motief had voor zijn daad, werd op sociale media gesuggereerd dat de politiek bewust de feiten probeert te verdoezelen. Schrijver Leon de Winter, die geen gelegenheid voorbij laat gaan om haat tegen moslims aan te wakkeren, noemde het ‘zelfbedrog’.

Het tweede probleem is de onvermijdelijke nasleep van zoiets als het steekincident in Den Haag. Als onomstotelijk wordt aangetoond dat het bij de aanval in Den Haag om een verwarde geest ging en er geen enkele aanleiding is aan te nemen dat er meer aan de hand was, dan zijn er twee scenario’s denkbaar. De ene is dat de Leon de Winters van deze wereld menen dat we hier andermaal door de autoriteiten bedonderd worden en dat ‘feiten’ onder de tafel worden geveegd. Het andere scenario is nog kwalijker, namelijk dat de discussie als een nachtkaars uitgaat. Iedereen gaat over tot de orde van de dag. Dat zagen we ook toen zes jaar geleden bleek dat de dader van de moord en verkrachting van Marianne Vaatstra in 1999 een uit de klei getrokken Friese boer bleek te zijn en niet zoals direct werd aangenomen een bewoner van het nabij gelegen asielzoekerscentrum. Heel snel na de veroordeling van dader doofde de discussie uit, want het ‘het was toch onbegrijpelijk dat zo’n liefhebbende vader zulke dingen doet’. Het ging niet om waarheidsvinding en om verantwoordelijkheid voor het trekken van ongefundeerde conclusies. De moord was een gelegenheid bij uitstek om nog maar eens duidelijk te maken dat die asielzoekers een gevaar vormen.

Ook als straks blijkt dat het inderdaad om een verward persoon gaat en niets meer, dan heeft de geruchtenmachine zijn schadelijke werk al gedaan. Door alleen al te suggereren dat het misschien, wellicht, eventueel iets met religieuze motieven te maken zou kunnen hebben en het t-woord valt, dan krijgt zo’n discussie een totaal andere wending. Het vergoot de diepe kloof die er in de samenleving al bestaat. Het zet zaken onnodig op scherp en drijft bevolkingsgroepen uit elkaar. Zoiets zou enigszins voorkomen kunnen worden wanneer, als het niet om een daad van terrorisme ging, ook een discussie zou worden gevoerd. Een discussie over zelfreflectie en zorgvuldigheid en over de vraag hoe schadelijk dit soort stemmingmakerij is en hoe we ook door zulke trieste gebeurtenissen dichter tot elkaar kunnen komen.