Home Columns Halalvlees maak je niet door enkel een gebedje op te zeggen

Halalvlees maak je niet door enkel een gebedje op te zeggen

Foto: Associated Press / Oded Balilty

Ritueel slachten is actueel en roept veel vragen op. De aanleiding hiervan is het nieuwe wetsvoorstel van de Partij voor de Dieren voor een algehele verplichting tot bedwelming van dieren voorafgaand aan de slacht. De initiatiefwet van de Partij voor de Dieren gaat ervan uit dat er bij reguliere slacht veel minder sprake is van het lijden van dieren. Aan de andere kant wordt de rituele slacht weggezet als ‘dieronvriendelijk’.

Het is echter de vraag of halal slachten per se dieronvriendelijker is dan verdoofd slachten. In de discussie over onverdoofd slachten valt regelmatig de term ’diervriendelijk slachten’. Wellicht is het absurd om te zeggen, maar het komt er uiteindelijk op neer dat we de discussie voeren over hoé wij het dier kunnen doden.

Het is heel simpel: bij elke vorm van slacht wordt het dier gedood en opgegeten. Ieder weldenkend mens – ook de vleeseter – beseft dat het slachten van een dier pijnlijk is. Dat is een feit. Maar, zoals mijn Joodse collega Hanneke Gelderblom zei: ‘Het uitgangspunt in zowel de Joodse als de islamitische voorschriften is identiek. Het doel is dat het dier zo min mogelijk lijdt.’

Bij de reguliere slacht krijgen kippen een elektriciteitsschok toegediend met een staf, terwijl ze ondersteboven met hun poten aan een lopende band hangen. Of ze worden door een waterbad gehaald waar stroom op staat. Bij koeien houdt de ‘verdoving’ in dat de beesten meestal een schot door hun kop krijgen. Varkens worden in een afgesloten ruimte opgesloten, waar ze ten minste één minuut worden blootgesteld aan gas.

We hebben het dan niet over de mislukkingen en de fouten die gemaakt worden. De beelden daarvan zijn bekend. En denk ook aan de schokkende beelden die Animal Rights eind vorig jaar naar buiten bracht bij een varkensfokkerij in Nuenen, waar biggetjes in kratten werden gegooid en het uitkrijsten toen hun staartjes werden afgesneden.

Dit schijnt de normale gang van zaken te zijn in de gehele varkenshouderij, volgens dierenartsenorganisatie Caring Vets. ‘Wat het meest schokkend is aan deze beelden, is dat zo veel mensen denken dat het hier om excessen gaat op twee varkensfokkerijen. Mensen hebben blijkbaar geen idee hoe er wordt omgegaan met dieren waar ons voedsel van geproduceerd wordt.’

De bio-industrie geeft prioriteit aan kostenbesparing, dierenwelzijn is irrelevant. Dit soort praktijken moeten we massaal bestrijden en op geen enkele wijze tolereren. Een dier mag niet lijden.

Alvorens ik verder inga op het ritueel slachten, nodig ik de Partij van de Dieren graag uit om samen met moslims, joden en andere belanghebbenden de krachten te bundelen om het welzijn van dieren te beschermen. Dat is namelijk ook wat de islam mij voorschrijft. Ik begrijp dat islamitisch slachten vanuit de politiek helaas meer restricties heeft gekregen, maar ik leg graag uit hoe het echt zit.

Dit neemt niet weg dat er in de praktijk helaas fouten worden gemaakt, ook in de halal-industrie. Niettemin ben ik van mening dat dit een onderdeel is van het grotere geheel van de vleesindustrie.

Als moslims proberen wij om de dieren zo goed mogelijk te behandelen. Je maakt er geen ‘halal-vlees’ van door enkel een gebedje op te zeggen. Het dier moet tot zijn slachtproces op de juiste wijze behandeld worden en zo min mogelijk lijden.

Islamitisch slachten houdt in dat je een snede aanbrengt in de halsslagader en door middel van één snelle beweging het dier slacht. Het hoeft geen betoog dat dit werk niet voor iedereen geschikt is. Er wordt zelfs rekening gehouden met de grip en de expertise van de slachter.

Als rituelen rond de slacht niet het probleem zijn, wat is het dan wel?

Het belangrijkste bij het halal slachten van dieren is dat het dier op een eerbiedige en zo pijnloos mogelijke wijze geslacht wordt. Daarom vind ik het perspectief van de Koran op het dierwelzijn fascinerend, eufemistisch gezegd. De Koran stelt namelijk dat alle dieren onderdeel zijn van onze ‘gemeenschap’ en dus vriendelijk behandeld dienen te worden:

‘En er is geen levend wezen op aarde en geen vogel die met zijn vleugels vliegt, of het behoort tot gemeenschappen zoals die van jullie. En Wij hebben niets in het Boek veronachtzaamd en zij zullen allen bij hun Heer verzameld worden.’ (Soera 6, het vee: vers 38)

Ook de Profeet (vrede zij met Hem) legt een belangrijk moreel fundament voor het slachten van dieren. Hij zegt: ‘Voorwaar, Allah heeft goedheid in alle dingen voorgeschreven. Dus als je slacht, slacht op de minst pijnlijke manier die je kunt; en wanneer je een dier slacht, doe het op de best mogelijke manier; ieder van jullie moet zijn mes zo slijpen dat het lijden van een dier voorkomen kan worden.’ (Muslim 1955)

Om het slachten zo goed mogelijk uit te voeren zijn er richtlijnen en voorschriften in de islam. Aan deze voorschriften dient een islamitisch slachthuis zich te houden. Daarnaast zijn er andere voorwaarden die in acht genomen moeten worden voordat een geslacht dier als ‘100 procent halal’ bestempeld kan worden. De belangrijkste voorschriften rond het slachten luiden als volgt:

    • Het is aanbevolen om het dier gerust te stellen en snel te zijn met het slachtingsproces met een scherp element, zoals een mes, zodat het lijden en pijnigen van het dier kan worden vermeden. De Profeet (vrede zij met Hem) zegt hierover: ‘Als jullie slachten, slacht dan op de beste wijze en laat eenieder van jullie zijn mes (goed) slijpen en het te slachten dier geruststellen.’ Sterker nog, er zijn geleerden die van mening zijn dat het aangeraden is om het dier water te geven, voorafgaand aan de slacht.
    • Het is afgeraden om het mes te slijpen in het bijzijn van het dier. Ibnoe ʿAbbaas, een metgezel, heeft overgeleverd dat een man zijn ooi (een vrouwelijk schaap) op de grond liet liggen om te slachten terwijl hij zijn mes sleep, waarop de Profeet (vrede zij met Hem) zei: ‘Wil je haar meerdere malen laten sterven? Heb je je mes dan niet geslepen voordat je haar op de grond legde?’
    • Vervolgens worden in één beweging de luchtpijp, de halsslagader en de zenuwbanen naar de hersenen doorgesneden. Hierdoor verliest het dier zeer snel het bewustzijn en stopt het hart met kloppen. Dit garandeert een snelle dood en daarmee minder pijn. Een tweede halssnede is toegestaan als de eerste niet adequaat is gebleken.
    • Het is afgeraden om de nek van het dier te breken of elk ander deel af te snijden voordat het dier koud is geworden, om te garanderen dat elke vorm van pijn vermeden kan worden.
  • Als rituelen rondom de slacht niet het probleem zijn, wat is het dan wel? Het échte probleem is de toenemende illegaliteit, de onduidelijke certificering, de massaproductie en het veronachtzamen van dierenwelzijn in de vleesindustrie. Het probleem is dat wij er niet in slagen om samen te werken en de dieren kunnen beschermen. Het probleem is dat wij niet voor elkaars vrijheden opkomen, maar elke kans grijpen om te ‘scoren’.

    Het zou de Partij voor de Dieren sieren als zij zich houdt aan het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM) en het convenant dat in 2018 in werking is gesteld. Het EVRM stelt namelijk dat minderheden rechten hebben die bescherming verdienen, ook als de meerderheid hier anders over denkt. In 2012 was dit voor de Eerste Kamer het doorslaggevende argument om de initiatiefwet van Marianne Thieme tegen onverdoofd ritueel slachten te torpederen.

    Daarnaast: zo’n verbod gaat simpelweg niet werken. Moslims en joden zullen niet opeens vegetariër worden. Het gevolg is dat halal en koosjer vlees uit het buitenland geïmporteerd zal worden.

    Waarom kiest de Partij voor de Dieren ervoor nog een keer dit wetsvoorstel in te dienen, terwijl het enkele jaren geleden werd getorpedeerd? Wil de partij het probleem echt bij de wortels aanpakken? Of is het werkelijke doel moslims en joden te pesten?

    Deze column is een bewerking van deze lezing over onverdoofd ritueel slachten op het ‘Symposium islamofobie en burgerrechten’, georganiseerd op 28 september door het Collectief tegen Islamofobie en Discriminatie (CTID) en de afdeling antropologie van de Universiteit van Amsterdam.