Home Columns Het probleem met het begrip ‘white privilege’

Het probleem met het begrip ‘white privilege’

‘White privilege’ – ‘wit privilege’: het is één van de vanuit Amerika overgewaaide begrippen uit het nieuwe Angelsaksische ‘woke’-jargon, dat sinds een paar jaar ook in Nederland in zwang is geraakt. Daarmee wordt bedoeld dat blanke/witte – de woordkeus bij de vertaling is al beladen – inwoners dankzij hun huidskleur een grote maatschappelijke voorsprong hebben op gekleurde landgenoten.

Volgens mij – maar ik heb dit niet in detail onderzocht – is het in hoge mate aan Gloria Wekker te danken, iemand die in woke-kring een cultstatus bezit, dat het begrip ook bij ons zo’n opgang heeft gemaakt.

Het valt niet te ontkennen dat veel inwoners met een migratie-achtergrond vanwege herkomst en/of huidskleur hardnekkig maatschappelijke nadelen ondervinden, deels omdat ze de culturele codes en daarmee de sluiproutes naar succes onvoldoende kennen, maar zeker ook omdat zij vaak expliciet op de arbeidsmarkt en woningmarkt gediscrimineerd worden. Zie het toeslagenschandaal.

Maar is daarmee ook – want dat suggereert de term ‘privilege’ – het omgekeerde waar: dat alle inwoners zónder migratieachtergrond automatisch een enorme voorsprong hebben?

Ga dat dan maar eens vertellen aan de alfahulp, vuilnisman of nul-uren-contract-oproepkracht in de horeca. Sterker: dat is hen de afgelopen jaren al vaak indirect verteld – met de misschien onbedoelde, maar wel impliciete boodschap: zonder jouw onverdiende etnische voorsprong had je het nog minder ver geschopt.

Dat leidt ertoe dat een deel van de sappelende kiezers zich tegen de woke-ideologie schrap zet en zich in de armen van extreemrechtse populisten stort, wat psychologisch dan niet zo gek is.

Het cruciale punt: bij ‘white privilege’ gaat het hooguit om gemiddelden, niet om afzonderlijke casussen, en dat wordt door degenen die met de term schermen te vaak vergeten.

Percentueel is het aantal arme niet-blanke inwoners in zowel Nederland als Amerika veel groter dan het aantal arme blanke – maar qua absolute aantallen ligt dat in beide landen precies omgekeerd. En tegenover die vele arme niet-blanken en nog talrijkere arme blanken staan niet alleen rijke blanken, maar ook rijke niet-blanken. Niet alleen binnen westerse landen, maar ook wereldwijd.

Denk aan zwarte voetballers en Arabische sjeiks die voetbalclubs opkopen. Je kunt moeilijk volhouden dat die er slechter aan toe zijn dan de onderbetaalde alfahulp of vuilnisman. In ieder geval zal je er een harde dobber aan hebben om die laatsten daarvan te overtuigen. Ook Gloria Wekker zelf lijkt mij nog altijd beter af.

Laten we liever weer wat vaker van ‘rich privilege’ spreken

Waar het om gaat: bij alle noodzaak om discriminatie en racisme te bestrijden speelt een eenzijdige nadruk op huidskleur en herkomst als doorslaggevende factor arme burgers juist tegen elkaar uit. Terwijl zij eigenlijk in hetzelfde schuitje zitten: slechtere banen, slechtere huizen, slechter onderwijs, slechtere gezondheidszorg.

Laten we daarom liever weer wat vaker van ‘rich privilege’ spreken: over de dankzij het neoliberalisme zo sterk gegroeide economische ongelijkheid in het algemeen. Zeker, daarvan profiteren in absolute en relatieve zin minder gekleurde mensen, maar ze zijn er wel – en ze stemmen dan ook prompt even vanzelfsprekend VVD als de al generaties in Nederland woonachtige villabezittende klasse in het Gooi.

Kortom: de enorme nadruk die met het woke-denken op identiteit is komen te liggen, laat het aan het kapitalistische systeem inherente onrecht voor grote delen van álle etnische groeperingen buiten zicht.

Het is misschien ongemakkelijk, maar in dat opzicht fungeert de linkse identiteitspolitiek als spiegelbeeld van de extreemrechtse. Geert Wilders en Thierry Baudet weten juist onder lagerbetaalde blanken aanhang te verwerven door niet-blanken als bedreiging weg te zetten – ‘Ze pikken onze huizen en banen in’ – en tegelijk over de neoliberale ontsporing te zwijgen: dat er daardoor gewoon te weinig huizen en banen voor lagerbetaalden zijn.

Het teveel schermen met ‘white privilege’ zullen die armere blanke kiezers als bedreiging zien – en niet de rijke blanken. Hún bevoorrechte positie blijft zo, omdat zo vooral twee groepen armen tegen elkaar worden opgezet, buiten zicht.

Het electorale effect daarvan is in Nederland al zichtbaar: totale versplintering op links. Met als gevolg dat de VVD ook met slechts 22 procent van de stemmen al oppermachtig is, en zo het ‘rich privilege’ van háár in weelde badende achterban moeiteloos continueert.