Home Columns Hoe multicultureel zijn we werkelijk?

Hoe multicultureel zijn we werkelijk?

Foto: WMU

Het is dit jaar achttien jaar geleden dat de Tweede Kamer debatteerde naar aanleiding van het essay Het multiculturele drama van Paul Scheffer. Destijds werden de ideologische loopgraven aan behoorlijk betrokken en was het inhoudelijke debat op basis van onderzoek en feiten soms ver te zoeken. Terugkijkend zouden we het essay van Scheffer en het debat dat hij daarmee ontlokte ook wel kunnen kenmerken als het begin van het lange debat dat we aan het voeren zijn over de ‘multiculturele samenleving’.

Er lijkt nog weinig te zijn veranderd wanneer we naar het recente debat rondom de uitspraken van minister Stef Blok over de multiculturele samenleving kijken. Toegegeven, Blok is geen Scheffer, en zijn uitspraken ontberen de feitelijkheid en nuance die Scheffer wel had. Toch zou dat niet voldoende reden mogen zijn om Blok alleen maar aan te vallen vanuit een moreel hoogdravend discours, zoals we recentelijk bij het debat waar mochten nemen, waar vooral heel veel emotie werd getoond, maar weinig feiten werden besproken. Want ondanks dat het feitelijke onzin is om te stellen dat er geen vreedzame multiculturele samenleving bestaat en Suriname geen failed state is, kunnen we toch wel degelijk stellen dat de zaken in dat laatste land nou niet zo heel lekker lopen en kunnen we gezien het verloop van het debat van de afgelopen achttien jaar ook niet ontkennen dat migratie en diversiteit in onze eigen samenleving leiden tot de nodige spanningen.

Voor wie met het voorbeeld wil komen dat bij uitstek Nederland het voorbeeld is van een geslaagde multiculturele samenleving, daar kunnen we onze vraagtekens bij zetten. Niet omdat Nederland geen geslaagde samenleving te noemen valt, want dat is het wel degelijk, maar omdat we ons af kunnen vragen in hoeverre Nederland wel daadwerkelijk een multiculturele samenleving is. In hoeverre zijn we multicultureel? Ja, we zijn een diverse samenleving, maar daar zou eerder de term ‘multi-etnische samenleving’ bij passen. Veel verschillende culturen leven hier samen, maar het is vooral een deel van de wijken in de grote steden waar deze multiculturaliteit zich concentreert. De dominante cultuur in de samenleving, die van de instituties, de politiek, de media, het onderwijs, de culturele sector en het bedrijfsleven is de Nederlandse cultuur. De autochtoon-Nederlandse cultuur welteverstaan. Niet heel gek dat we tegenwoordig zo’n sterke roep om meer diversiteit zien. Veel van de bovengenoemde instituties zijn nog steeds dominant monocultureel. De multiculturele invloed op Nederland is tot op heden vooral terug te vinden in de gastronomie.

Maar terug naar het debat over Blok en zijn uitspraken. Van onze politici die leven in een samenleving die inmiddels achttien jaar debat over de multi-etnische samenleving verder is, hadden we meer mogen verwachten. Het leek er een beetje op alsof we weer terug bij af waren en in achttien jaar tijd weinig verder waren gekomen. De reactie van de politiek op het met feiten onderbouwde relaas van Scheffer was er één die vrij was van alle inhoud en gedomineerd werd door emotie. Niet de vraag of er sprake was van een multicultureel drama stond daarbij centraal, maar er moest vooral bevestigd worden dat de multiculturele samenleving iets goeds was. Van die lijn afwijken, zoals Scheffer deed, was fout.

Fastforward naar de affaire Blok. Zijn statements waren in tegenstelling tot Scheffer juist weinig feitelijk en inhoudelijk. Toch waren ook de reacties daarop vanuit de politiek opnieuw vooral emotioneel geladen. Opnieuw diende de multiculturele samenleving als iets goeds gezien te worden en mocht de minister nooit meer zoiets kwetsends zeggen, in plaats van dat er duidelijk werd gemaakt waarom hij het nou eigenlijk feitelijk bij het verkeerde eind had.

Klaarblijkelijk hebben we als samenleving na bijna twintig jaar debat over de multi-etnische samenleving nog steeds niet geleerd om er echt daadwerkelijk goed, op basis van inhoud, feiten en onderzoek, over te debatteren in plaats van op basis van emotie en oneliners. Dat zou op zijn minst een zorgwekkende constatering moeten zijn. En het roept de vraag op: wat zou er nodig zijn om het op dit vlak beter te doen?