Home Columns Komen wij ooit van Johan Derksen af?

Komen wij ooit van Johan Derksen af?

Hij is de Geert Wilders van de Nederlandse tv: Johan Derksen. Hij beledigt voortdurend anderen, speelt in het geval van ophef de beledigde onschuld, en biedt nooit zijn excuses aan. Aan zijn onaantastbare populariteit doet dat kennelijk geen afbreuk.

Eenmaal, bij een vorig onfris optreden, over eigenhandig seksueel misbruik van vrouwen, leek het erop dat hij te ver was gegaan. Hij zou van de tv verdwijnen – maar binnen de kortste keren was hij gewoon weer terug, om op de oude voet door te gaan.

Twee weken geleden was het weer zo ver, met zijn uitspraak over het GL-PvdA-Kamerlid Habtamu de Hoop die vanwege zijn huidskleur – want daarom ging het natuurlijk – geen ‘echte Fries’ kon zijn. Terecht leidde dit tot verontwaardigde reacties – zelfs van het gewezen PVV-Kamerlid Harm Beertema, dus dat wil wat zeggen.

Reden om terug te krabbelen is dat voor Derksen niet, evenmin als voor Wilders. Hij wil geen ‘hypocriete lul’ zijn, aldus Derksen, en dus slikt hij ook zijn uitspraak over De Hoop niet in. Nee, hypocriet is Derksen niet. Geen hypocriete lul, nee. Gewoon een lul. En het zou hoog tijd worden dat iemand eens aan zijn stamkroegtafel dit recht in zijn gezicht zegt.

Maar daar moeten we het duidelijk niet van hebben en van eigen inzicht evenmin. Er zijn maar twee mensen die over mij oordelen, zo stelde Derksen in dit verband: de rechter en John de Mol. Omdat de tweede dat dus stelselmatig nalaat is het woord nu inderdaad aan de eerste. In elk geval erkent Derksen nog wel, anders dan Wilders, het gezag van de rechter, dat is al wat.

Ofschoon Wilders nu wel zelf naar de rechter stapt, omdat Frans Timmermans gezegd had dat hij niets zou nalaten om te verhinderen dat extreem-rechts aan de macht komt. ‘Dit is opruiing. Ik pik dit niet meer’, aldus de partijdictator van de PVV.

Maar toen in 2014, omgekeerd, indertijd anderen zijn opruiende ‘minder Marokkanen’-uitspraak niet pikten, was de wereld te klein. Drie jaar eerder was de wereld nog kleiner, toen Wilders werd gewezen op het feit dat de Noorse massamoordenaar Anders Breivik zich op hem beroepen had.

Net als Wilders kiest Derksen in zulke situaties voor de slachtofferrol. En net als Wilders houdt ook deze man, die voortdurend ongestraft alles zegt, stug vol dat je kennelijk niets meer mag zeggen. Er is namelijk niemand in de leiding van Veronica die durft te zeggen: en nu is het genoeg. En aan die stamkroegtafel evenmin.

Net als Wilders kiest Derksen in zulke situaties  voor de slachtofferrol

Dit meehuilen met de wolven in het bos mag langzaamaan karakteristiek voor Nederland heten. Voor De Mol is ongetwijfeld het commerciële argument doorslaggevend: zolang de mensen blijven kijken kan hij eraan verdienen. En voor de aanwezige tafelgasten geldt dat ze de ‘goede sfeer’ niet willen verstoren. Ze willen niet lullig doen. Ook niet tegen een lul. Het moet vooral gezellig blijven.

Voor de ‘gezelligen’ is secundair dat het daarmee voor anderen minder gezellig wordt: voor minderheden van etnische, seksuele of andere aard. Of voor vrouwen. Die moeten niet van alles een punt maken en maar wat eelt op de ziel krijgen.

Dat duidt vooral op een gebrek aan voorstellingsvermogen – zowel bij Derksen, als bij zijn omvangrijke schare fans: het onvermogen om zich in een ander te verplaatsen, dat aan langdurige culturele dominantie inherent is.

De kern van het probleem: die maatschappelijke dominantie van witte heteromannen – en daarmee ook van hun normen – is voor henzelf zo vanzelfsprekend dat zij nooit in de situatie komen, waarin minderheden vaak verkeren.

Die zijn gedwongen om regelmatig nadrukkelijk voor hun rechten op te komen, omdat die veel van dat soort witte heteromannen niet écht interesseren. Dat probleem gaat langs hen heen, omdat de rechten van lieden van het slag Derksen namelijk nooit in gevaar zijn. Ja, hooguit hun geclaimde recht om over ieder ander te zeggen wat hen maar in de domme kop opkomt. Het recht dus van een rechtse lul om ook ongecensureerd openlijk een lul te mogen zijn.

Ik denk dat dat tevens veel van de laconieke houding ter rechterzijde verklaart, waar het een coalitie met Wilders betreft. De rechtstaat, voor minderheden essentieel als bescherming tegen de dictatuur van de meerderheid: voor hen loopt het allemaal niet zo’n vaart.