Home Columns Kunnen Amerika en Nederland straks leren van Suriname?

Kunnen Amerika en Nederland straks leren van Suriname?

Ik had het, eerlijk gezegd, niet verwacht dat het zover zou komen. En honderd procent geloven doe ik het eigenlijk ook pas als hij daadwerkelijk achter de tralies belandt. Daarvoor heb ik nu iets te lang moeten zien hoe ook in landen die vanouds wél – terecht of ten onrechte – als behoorlijk functionerende democratieën worden beschouwd, zoals Israël en de Verenigde Staten, criminele politici lang ongestraft weg kunnen komen.

Zeker, Donald Trump en Benjamin Netanyahu hebben geen vijftien landgenoten laten vermoorden om aan de macht te blijven – andermans doden, inmiddels in de tienduizenden Palestijnen belopend, laat ik even terzijde. Maar een poging tot staatsgreep na verloren verkiezingen, of tot uitschakeling van het hooggerechtshof – nu net met een wankele meerderheid van acht tegen zeven door datzelfde hooggerechtshof verhinderd – is ook niet helemaal niets. En of Trump en Netanyahu ooit veroordeeld zullen worden valt nog te bezien.

Hoe dan ook: ondanks de massale steun die Desi Bouterse nog steeds bij een groot deel van de Surinaamse kiezers – en hun in Nederland levende familie – bezit, en alle geuite dreigementen van zijn aanhang, heeft het recht tot nu toe zijn loop gekregen. Traag, langzaam? Zeker. Maar elders gaat dat ook niet altijd zo snel, voor het geval u dat mocht menen.

Of Trump en Netanyahu ooit veroordeeld zullen worden valt nog te bezien

Nu heeft tenslotte ook de hoogste juridische instantie in Suriname het vonnis bevestigd. Ook een staatshoofd of regeringsleider staat niet boven de wet. Iets wat Netanyahu, en zeker Trump, wel schijnt te vinden. De enige uitweg die Bouterse nog rest is een verzoek tot gratie. Hij verklaarde daarvan af te zien, ongetwijfeld omdat de huidige president van Suriname Chan Santokhi, die in een andere functie een rol bij het opstarten van zijn vervolging heeft gespeeld, heeft laten weten dat rechterlijke vonnissen gewoon moeten worden uitgevoerd.

Afgaande op berichten in de pers lijkt Bouterse erop te gokken dat hij, na de volgende presidentsverkiezingen in 2025, alsnog een kans op gratieverlening maakt. Hoe dan ook: hij schijnt vooreerst in zijn lot te berusten, en ook de gevreesde ‘straat’ houdt zich stil.

Terwijl in Suriname de rechtstaat uiteindelijk functioneert, moeten we dat in Amerika nog maar afwachten. Trumps aanmoedigende rol bij de bestorming van het Capitool blijkt, net als bij Bouterse, aan zijn populariteit geen afbreuk te hebben gedaan, integendeel. Het blijkt ook geen beletsel om veruit de grootste kanshebber te zijn op de Republikeinse nominatie dit jaar.

En ook hier is het afwachten of de paar staten die nu overwegen om op juridische gronden Trump van de kieslijst te weren dat plan uiteindelijk zullen durven doorzetten. En als zij dat doen, of dan ook het hooggerechtshof – met liefst drie (van de negen) door Trump benoemde rechters – daarin meegaat, of daarvoor juist een stokje steekt.

Trump rekent op dat laatste – en binnen zijn corrupte wereldbeeld is dat ook logisch: ik heb ze benoemd, dus ze moeten doen wat ik wil. Geen Afrikaanse dictator kan hem dat verbeteren. Robert Mugabe en Mobutu Sese Seko redeneerden in Zimbabwe en Zaïre ooit op soortgelijke wijze.

Ook Netanyahu had er vast op gerekend dat het hooggerechtshof hem – als belichaming van ‘de wil van het volk’ – niet zou durven weerstaan. En als gezegd: het was in Israël kantje boord. De stemverhouding was acht tegen zeven. Niet bepaald een glorieuze overwinning voor de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht.

De ‘wil van het volk’ waarop Trump en Netanyahu zich beroepen en Bouterse zich ook lang heeft beroepen: die speelt eveneens in Nederland. Want ook Wilders repte na zijn verkiezingsoverwinning van ‘de wil van zijn volk’. Het agressiefste deel van zijn aanhang ziet in 37 zetels – tegenover 113 voor de rest – als voldoende legitimatie om volledig zijn zin te eisen. Ook dat kon Mugabe niet verbeteren: wij hebben gewonnen, dus wij mogen nu doen wat wij willen.

De rechtstaat? Pfff. Wilders heeft met zijn permanente hetze tegen de journalistiek en de rechterlijke macht de geesten daarvoor rijp gemaakt. Zie ook de xenofobe agressie in Kijkduin vlak na 22 november, door Wilders zelf verder opgejaagd door bewoners die tegen een asielzoekerscentrum demonstreerden een hart onder de riem te steken.

En zie ook de nonchalante reactie daarop van de beoogde coalitiepartners. Staan die straks wel echt pal voor de rechtstaat, zoals de Surinaamse justitie? Of weegt een rechtse deal dan toch zwaarder dan het recht?