Home Columns Later als ik groot ben, word ik… economisch klimaatvluchteling

Later als ik groot ben, word ik… economisch klimaatvluchteling

Als je op de website flood.firetree.net inzoomt op Nederland en ‘sea rise level’ op 1 meter zet, dan zie je het al: Amersfoort aan Zee wordt uiteindelijk een feit. Amsterdam verwordt tot een eiland, waar alles met name binnen de ring nog redelijk intact blijft (of course). Op de Vrije Universiteit Amsterdam echter, waar ik werkzaam ben, zullen we niet meer alleen symbolisch maar ook daadwerkelijk al trappelend het hoofd boven water moeten houden. En vanaf de duinen bij Scheveningen tot en met de Schoorlse duinen, net onder het dan onderwater staande Den Helder, krijgen we er een nieuw eiland erbij. Laten we het Randstadeiland noemen. Dat was het natuurlijk al, maar nu ook fysiek.

De opgeschoven Nederlandse kust en eilandvorming bij een meter zeespiegelstijging zijn tussen het jaar 2050 en 2100 niet geheel onrealistisch meer, begrijp ik van de nieuwe KNMI tussenrapportage Klimaatsignaal ’21 die deze week werd gepubliceerd. Bovenop de stijging, beweert het KNMI, nemen ook hitte, droogte en neerslag toe. In de zomer is het dus bij Amersfoort aan Zee niet uit te houden heet, en voor de rest van het jaar één natte bende.

Zoals nu al het geval is in Noordwijk aan Zee, waar ik opgegroeid ben. Dat was altijd best leuk die paar weken zon en Duitsers die hun marken kwamen spenderen. Maar in de herfst, winter en vroege lente was er bijna alleen maar regen en wind, en nauwelijks iets te beleven.

Bah.

Nu woon ik in Utrecht, maar ik merk dat ik mijzelf wel meer aan het oriënteren ben op Amersfoort (aan Zee) en daar voorbij. Niet alleen omdat Utrecht onder water staat bij een meter zeespiegelstijging, maar ook omdat ik in mijn omgeving steeds meer leeftijdsgenoten een huis zie kopen in Amersfoort, Apeldoorn, Deventer en Zwolle, beter bekend als ‘Zwollywood’. Want Amsterdam en Utrecht zijn natuurlijk te duur, tenzij je op vijftien vierkante meter wilt leven. Ik heb ruimhokken gehad die groter waren.

Ergens denk ik ook dat de onmogelijke huizenmarkt een blessing in disguise is voor onze jongvolwassen middenstand en haar overleving. We kunnen niet anders dan migreren naar het straks droge oosten van het land, al is de reden dus een andere dan klimaatverandering, namelijk: het vinden van goedkopere en enigszins leefbare woonopties.

Maar later zal de gang naar het oosten van Nederland wel degelijk op gang komen vanwege klimaatmigratie, waar we op de één of andere manier mee geconfronteerd zullen gaan worden. Ofwel door zelf naar hoger gebied te moeten verhuizen, ofwel door ‘klimaatvluchtelingen’ uit de rest van de wereld te gaan moeten opvangen. Zo’n 216 miljoen ervan rond 2050, volgens het Groundswell-rapport over klimaatmigratie.

Kortom: Nederland wordt nóg kleiner, warmer, natter en voller. En Tukker. Rond 2050 mag ik met pensioen (fingers crossed). Ik weet niet of ik dan eigenlijk nog in Nederland wil wonen als Almelo als één van de weinige opties overblijft en ik mezelf slechts kan bezighouden met stoplichten die verspringen van rood naar groen, want er is niets anders te doen. Alsof Herman Finkers toen al waarschuwde voor het gevaar van klimaatmigratie.

Nederland wordt nóg kleiner, warmer, natter en voller. En Tukker

Nee, voor klimaatadaptatie in eigen land pas ik, dus kan ik misschien beter mijn geluk in het buitenland beproeven. Vluchten naar Scandinavië, Lapland ofzo. Of naar het reusachtige Groenland, waar over dertig jaar de gletsjers gesmolten zijn en bebossing mogelijk wordt, en waar vooral heel veel te ontginnen gebied zich aanbiedt om mij met een eventueel gezin te vestigen. Rond deze tijd van het jaar zal het daar nog wel wat fris zijn. Echter, tegen de tijd dat mijn toekomstige kinderen volwassen zijn en er kleinkinderen zijn, is het er aangenaam. Dan zal ik met een gerust hart afscheid kunnen nemen en tevreden terugkijken op mijn gelukzoekende klimaatmigratie.

Vluchten, niet vanwege een oorlog, een conflict, om politieke redenen of de huidige weersomstandigheden, maar om nu al een betere levensstandaard voor later te waarborgen.

Om te overleven en een goed leven door te geven, als economisch klimaatvluchteling.