Home Columns Moet Frankrijk Libanon weer overnemen?

Moet Frankrijk Libanon weer overnemen?

‘Het volk wil de val van het regime.’ Ja, en dan? Opnieuw viel die leus namelijk de afgelopen dagen in het Midden-Oosten te horen, na de gigantische ontploffing die een groot deel van Beiroet in puin had gelegd. In 2019 was men ook al massaal de straat opgegaan om het vertrek van de corrupte machthebbers te eisen, toen nog vergeefs. Ditmaal is de regering onder de publieke druk wel opgestapt.

‘Ze moeten allemaal weg, allemaal’: dat was de strekking vorige herfst en dat is zij vandaag opnieuw. Waarbij bedacht moet worden dat die corrupte machthebbers nog in 2018 door diezelfde nu zo boze bevolking waren gekozen – en toen waren ze toch niet echt veel minder corrupt. Anders dan in veel buurlanden kent Libanon immers democratische verkiezingen, die weliswaar zeker niet perfect verlopen, maar niet in de schijnresultaten van Noord-Koreaanse percentages resulteren die we van Assads Syrië en Sisi’s Egypte kennen. Integendeel: het parlement is er politiek al even verbrokkeld als in Den Haag.

Assad en Sisi: dat zijn bikkelharde dictators, die voor machtsbehoud over duizenden lijken gaan. Voor de Libanese kliek, die al decennia lang aan de touwtjes trekt, geldt dat niet. Of kijk naar Belarus, waar Loekasjenko zijn gefingeerde verkiezingswinst met geweld verdedigt. Aftreden? Geen denken aan.

‘De val van het regime’ betekent voor Libanon een streep door de sektarische oplossing, die na de bloedige burgeroorlog (1975-1990) voor pacificatie van de tegenstellingen tussen de drie belangrijkste bevolkingsgroepen – soennieten, sjiieten en christenen – moest zorgen. Hierbij zijn de belangrijkste politieke functies volgens een vaste sleutel over die drie groepen verdeeld.

De pacificatie heeft een sterke oligarchisering in de hand gewerkt, want binnen elke groep waren het een paar families die de toon zetten. Net als tijdens de Verzuiling in Nederland werd hun door afstamming vastgelegde aanhang geacht hen braaf te volgen, in ruil voor behartiging van hun belangen door de top van de eigen zuil. Omdat die top in Libanon het land gaandeweg heeft leeggeroofd, is die band nu doorbroken.

‘Ze moeten allemaal weg, allemaal!’ Be careful what you wish for. Want als ze allemaal weg zijn, wat dan? Want wie zijn die ‘allemaal’? Alleen de ministers en parlementariërs? Ook de ambtelijke top? Ook het ambtelijk middenkader? Ook ambtenaren bij uitvoerende diensten? Want die zijn allemaal meer of minder betrokken bij het huidige systeem. Maar tegelijk zijn zij vaak ook de enigen met voldoende organisatorische ervaring voor het runnen van cruciale voorzieningen. Zonder hen krijg je anarchie.

Er staat op straat namelijk geen georganiseerde oppositie met nieuwe leiders klaar, die op elk niveau even de boel kan overnemen. Je zult om het land draaiende te houden, om chaos nu te voorkomen, deels gebruik moeten maken van mensen die zich door hun banden met het oude regime hebben gecompromitteerd. Dat is wat de Amerikanen in 1945 in het bezette Duitsland wél beseften en in 2003 in het bezette Irak niet. We weten inmiddels met welke wederopbouw beter resultaat werd geboekt.

Moet het opnieuw, net als in 1920, een Frans mandaatgebied worden, nu niet van de Volkenbond maar de VN?

Als het aan veel Libanezen ligt moet de redding van buiten komen. Waar zich geen Libanese minister op de rampplek liet zien, werd de wél gekomen Franse president Macron bij zijn komst als een redder onthaald. Het werd hem nog net niet letterlijk gesmeekt, maar de demonstranten zagen liever dat Parijs het herstel ter hand zou nemen dan de eigen elite.

Moet Frankrijk Libanon dus maar weer overnemen? Feit is dat de Fransen Frankrijk de afgelopen halve eeuw beter bestuurd hebben dan de Libanezen Libanon. Maar zouden de Fransen ook Libanon beter bestuurd hebben? Moet het opnieuw, net als in 1920, een Frans mandaatgebied worden, nu niet van de Volkenbond maar de VN?

In theorie zou het kunnen. Bosnië belandde in de jaren negentig ook de facto in zo’n positie, net als later Kosovo. Punt is alleen dat bij de huidige mondiale spanningen Peking, Moskou, Damascus en Teheran niet akkoord zullen gaan met zo’n evidente vergroting van de westerse invloedsfeer. Aan het behoud van hun regionale machtspositie zijn zulke democratische wensen van de Libanese bevolking ondergeschikt. En in de VN beschikken Rusland en China over vetorecht.