Home Columns Na het wegduwen van God zouden we het zelf wel eventjes regelen....

Na het wegduwen van God zouden we het zelf wel eventjes regelen. Nee, dus

Op een studiedag van docenten in het voorgezet onderwijs mocht ik een bijdrage geven over de lesprogramma’s op de orthodox-joodse scholen, in deze tijd van secularisatie onder met name jongeren. Hoe houden wij onze kinderen bij het geloof?

Aan de docenten vertel ik over de noodzaak dat de religieuze praktijk op school nauw aansluit bij de religieuze beleving van thuis. Dat voorkomt veel vragen en onzekerheid bij jongeren. Zij weten dan thuis én op school precies waar zij aan toe zijn.

Ik beschrijf het rigide studieprogramma op de gemiddelde orthodox-joodse school, zowel hier in Nederland maar ook in het buitenland, waar vergelijkbare grote orthodox-joodse gemeenschappen wonen. De dag vangt aan met het ochtendgebed, lang voordat de schoolbel afgaat bij andere scholen. De leerlingen komen pas thuis na de vele uren godsdienstonderwijs dat naast het reguliere curriculum worden onderwezen. Dan hebben hun minder religieuze leeftijdsgenoten allang allerlei plezierige buitenschoolse activiteiten achter de rug.

Mijn verhaal besluit ik met een opsomming van de kledingeisen die bij deze levensstijl horen. De jongens, vanzelfsprekend, de gehele dag (en nacht) met keppeltjes op, hun witte schouwdraden op de hoeken van hun kleding. De meisjes hebben mouwen tot over de ellebogen en natuurlijk geen pantalon, maar altijd een rok. En nog meer van deze regels.

Eén van de docenten in mijn gehoor staat op. ‘Rabbijn Van de Kamp, hoe is dit in uw scholen in vredesnaam mogelijk? U heeft toch ook púbers? Met al die pubers bij ons is het geen doen meer. Soms weet ik werkelijk niet meer wat we moeten doen.’

Nu is het mijn beurt om verbaasd te zijn. ‘U bent toch docent in het VO?’

‘Ja’, beaamt de dame, ‘dat zijn de leerlingen waar wij mee werken.’

‘Als dat de situatie is, dan begrijp ik niet helemaal uw zorgen’, antwoord ik. ‘Deze kinderen in deze leeftijdscategorie zijn aan u toevertrouwd. Dit is uw specialisme. Hoe kunt u zich dan afvragen hoe u hen in vredesnaam de onderwijszorg kunt bieden die zij nodig hebben?’

Haar handelingsverlegenheid verbaast mij. De dokter loopt ’s ochtends ook niet zijn praktijk binnen met de verzuchting: ‘Nee, weer allemaal zieke mensen!’ – toch?

Er zijn inmiddels zoveel crises, dat we afgestompt raken bij het horen van het woord ‘crisis’

Ooit kende ook de bredere samenleving iets van een Hoger Gezag. Er was Iets dat de wereld aanstuurde en ons bij de les hield: ‘De wereld is niet maakbaar.’ Maar met het wegduwen van het G’ddelijke uit onze samenleving ontstond gaandeweg het idee dat we het zelf wel allemaal konden regelen.

Maar is onze wereld wel maakbaar? Nee, dus. Zodoende moest onze poging van het zelf aansturen al gauw ruimte maken voor een handelingsverlegenheid die haaks staat op onze veronderstelde grote kennis van zaken en de wetenschappelijke ontwikkelingen. Wat overblijft, is dat de samenleving wordt meegesleept van de ene crisis naar de andere.

Wat is hierin nu eigenlijk de taak van onze regering? Voldoet de regering al aan haar opdracht wanneer zij niet veel meer doet dan de burgers op sleeptouw nemen in dit proces, wat je een constant crisismanagement kunt noemen? Of moet ze zorgen dat het dagelijks leven van burgers zo regulier mogelijk verloopt, in goede én in slechte tijden?

MH-17, vluchtelingencrisis, stikstof, corona, wooncrisis, Oekraïne, energiecrisis, inflatie en nu de azc-crisis: er zijn inmiddels zoveel crises, dat we afgestompt raken bij het horen van het woord ‘crisis’. Dat woord doet niet veel meer. Het wordt dan ook tijd dat we alles dat op ons afkomt terugplaatsen binnen het kader van wat gewoon voorkomt op onze planeet. Toen en nu. Gewoon, net als bij die dokter.

Zieke mensen in de wachtkamer, dat is de gewoonste zaak van de wereld. Daar is geen speciaal crisisbeheer voor nodig.