Home Columns Opkomst IS doet oude vijandschappen verbleken

Opkomst IS doet oude vijandschappen verbleken

Foto: © Reuters

De speerachtige opkomst van IS (Islamitische Staat) doet de relevantie van oude bondgenootschappen en vooral oude vijandschappen in het Midden-Oosten verbleken. Nu IS door het Westen, Amerika vooraan, steeds meer tot dé cruciale tegenstander wordt verklaard, en dus elke po­tentiële bondgenoot in de strijd welkom is, zijn de fronten in zeer snel tempo aan het schuiven. Niet langer geldt de Syrische dictator Bashar al-Assad, die de afgelopen drie jaar een bloedbad heeft laten aanrichten om aan de macht te kunnen blijven, als de grootste vijand.

Nu is de nieuwe zelfbenoemde kalief de grootste vijand: Abu Bakr al-Baghdadi, die doelbewust naar middeleeuwse strafme­tho­des, zoals ont­hoofd­ings- en amputatiepraktijken, grijpt om zijn fundamentalistische tirannie te vestigen. Die methodes deelt hij overigens met de oude westerse bondgenoot Saoedi-Arabië, maar daarover wordt steevast gezwegen in westerse hoofdsteden. Wellicht verklaart de parallelle uitoefening van de sharia wel de sympathie die juist in Saoedi-Arabië voor het gedachtegoed van het nieuwe kalifaat bestaat, getuige de grootschalige financiële steun door particuliere salafisten in het land.

Het soennitische Saoedi-Arabië, dat ook al Osama bin Laden had geproduceerd, blijkt daardoor opnieuw een dubieuze bondgenoot van het Westen in de strijd tegen terrorisme. Voor Riyad is het sjiitische Iran de grote tegenstander, en niet de soennitische IS. De grootste vijand van IS in de regio is, omgekeerd, Iran ? en dat maakt Iran de facto steeds meer tot een bondgenoot van het Westen. Al wil men dat noch in Teheran, noch in Washington tot dusverre openlijk zo zien. De vijand van mijn vijand is mijn vriend. Dat maakt, als het Westen daadwer­kelijk IS als het grootste pro­bleem ziet, politieke toenadering noodzakelijk. In de strijd tegen IS heeft men aan Saoedi-Arabië niets, en aan Iran veel.

Staat ons daarom een omkering der bondgenootschappen te wachten?

Op een ander front wordt die nu al gaandeweg een feit: dat van de Koerden, die vanwege hun gematigd-seculiere politieke praktijk op veel wester­se sympathie kunnen rekenen. In Irak, dat inmiddels onder de druk van IS op het punt staat uiteen te vallen, hebben de Koerden van hun eigen autonome regio in het noorden in feite al een zelfstandige staat ge­maakt. Die wordt ? met westerse steun ? inmiddels militair door henzelf verdedigd. Aan het officiële Iraakse leger heeft men momenteel niets. Ook als in Bagdad, nu Nouri al-Maliki zijn biezen heeft moeten pakken, sjiieten en soennie­ten meer gaan samenwerken, is het zeer twijfelachtig of de Iraakse Koer­den zich weer naar Bagdad zullen voegen. De ‘facts on the ground’ maken hen inmiddels praktisch onafhankelijk, en nu ze eenmaal aan de onafhanke­lijkheid geroken hebben, zullen zij die niet snel opgeven.

De staat Koerdistan die nu in het noorden van Irak in wording is, heeft onvermijdelijk invloed op de constellatie in de rest van de regio. Zij vormt, ongeacht alle onderlinge verdeeldheid, een stimulans voor de Koerden in Iran, Syrië en Turkije om eveneens hun politieke aspiraties in dat opzicht te verwezenlijken. Het Westen zit, wat IS betreft, inmiddels al zo met de handen in het haar, dat het tot dusverre ondenkbare lijkt te gaan gebeu­ren: dat het ook de PKK, die onder Turkse drang door de Verenigde Staten en Europa ooit op de lijst van terroristische organisaties is gezet, van wapens gaat voorzien om IS te bevechten.

De exacte gevolgen van een dergelijke stap laten zich nu nog niet overzien, behalve dat die groot zullen zijn. Het vormt voor de politieke ontwikkelingen in de regio een ‘game-changer’, omdat het de PKK van enorm veel legitimi­teit ­voorziet: van verketterde terreurorganisatie wordt het een bewapende bondgenoot. Als de strijd tegen IS vervolgens succesvol verloopt, zal dat de PKK een ongekend prestige en daarmee ook grote politieke invloed bezor­gen, die ook onvermijdelijk de interne machtsverhoudingen in Turkije grondig zal veranderen. Het is ondenkbaar dat de PKK zich dan straks in haar hok terug laat duwen, en Ankara vervolgens tegenover de Koerden kan doen alsof er aan hun positie binnen Turkije niets veranderd is.

Thomas von der Dunk is cultuurhistoricus.

Omkering der bondgenootschappen