Home Columns Racisme bestrijden? Begin bij institutioneel racisme

Racisme bestrijden? Begin bij institutioneel racisme

Ik was een jaar of negentien toen ik Rabin Baldewsingh voor het eerst ontmoette. de goedlachse wethouder van de gemeente Den Haag met een vlotte babbel. We stonden samen voor de televisiecamera van Omroep West in de Haagse wijk Moerwijk, waar ik voorzitter was van de Werkgroep Multicultureel Moerwijk.

Baldewsingh had in die dagen een stopwoordje: ‘burgerschap’. In plaats van over ‘integratie’ van nieuwkomers in de Nederlandse samenleving te spreken, sprak hij over verantwoordelijk burgerschap van alle Nederlanders.

Hij stimuleerde dat onder meer met een fonds Burgerschap, een burgerschapsquiz, een burgerschapsbokaal en multiculturele ontmoetingsactiviteiten. Echter was het gebrek aan harde bestrijding van polarisatie, discriminatie en racisme onder Baldewsingh één van de zwakke punten van het Haagse burgerschapsbeleid. De focus lag op het stimuleren van verbinding, saamhorigheid en een actieve inzet van burgers in de Haagse maatschappij.

Om tot actief burgerschap te komen, moeten mensen zich veilig en geaccepteerd voelen. De overheid kan niet van burgers vragen actief bij te dragen aan de maatschappij zonder diezelfde burgers te beschermen tegen uitsluiting, discriminatie, racisme of polarisatie. En al helemaal niet als de overheid zelf degene is die burgers discrimineert of racistisch bejegent.

Niet voor niets zijn deze grondrechten vastgelegd in het eerste artikel van de grondwet. Onder wethouder Baldewsingh ging Den Haag hier te gemakkelijk aan voorbij. Mede daardoor kwam het fonds Burgerschap ook niet volledig uit de verf. Het is vervolgens ook schrijnend dat juist in deze stad in 2016 het antidiscriminatiebureau failliet ging. Ondanks de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen, die gemeenten verplicht om burgers de mogelijkheid te bieden ervaren discriminatie te melden bij zo’n bureau, lukte het de derde stad van het land dus niet om hun bureau overeind te houden. Verantwoordelijk wethouder op dat moment: Baldewsingh.

Om tot actief burgerschap te komen, moeten mensen zich veilig en geaccepteerd voelen

Inmiddels is Baldewsingh door het demissionaire kabinet benoemd tot de eerste Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme. Op 15 oktober is hij met deze uitdagende opdracht begonnen. Naast het volledig opzetten van het bureau rondom de coördinator, het maken van plannen en het scherpstellen van de exacte opdracht, zal hij al snel aan de slag moeten met het identificeren van de belangrijkste vormen en oorzaken van discriminatie en racisme.

Bij de toeslagenaffaire was duidelijk sprake van institutioneel racisme. Het gezaghebbende College voor de Rechten van de Mens roept Baldewsingh dan ook op zich mede te richten op het bestrijden van deze vorm van racisme. Tot voor kort was Adriana van Dooijeweert voorzitter van dit college, en was zij onderdeel van de commissie die verantwoordelijk was voor de selectie en voordracht van Baldewsingh als coördinator. Het mag dan ook worden verwacht dat de oproep die haar college nog onder haar verantwoordelijkheid deed, ook onderdeel is geweest van de selectieprocedure. Oftewel: Baldewsingh heeft als opdracht meegekregen om serieus werk te maken van het voorkomen en bestrijden van institutioneel racisme.

Hij kan dan meteen aan de bak bij de Koninklijke Marechaussee. Dit overheidsorgaan controleert mensen mede op basis van huidskleur. Dat vormt onderdeel van hun, verder vage en onduidelijke, risicoprofielen om mogelijke daders van uiteenlopende, potentiële misdaden op te sporen. Deze vorm van ‘etnisch profileren’ is onlangs juridisch getoetst door de rechter en recent oordeelde de rechtbank Den Haag dat dit etnisch profileren is toegestaan. Uiteenlopende mensenrechtenorganisaties zijn, begrijpelijk, woedend en tekenen hoger beroep aan tegen deze uitspraak.

Een extra opvallende uitspraak, omdat kort erna bestuursrechters reflecteerden op hun eigen rol in de Toeslagenaffaire en tot de conclusie kwamen dat ze het belang van burgers in vergelijking met die van de overheid onvoldoende hebben laten meewegen in hun uitspraken. Deze vorm van zelfreflectie is prijzenswaardig, maar wordt ondermijnd door de ruimte die andere rechters bieden aan institutioneel racisme.

Ik wens Baldewsingh als nationaal coördinator veel succes toe in zijn nieuwe job en hoop van harte dat hij heeft geleerd van zijn eerdere ervaringen als ‘burgerschapswethouder’ in Den Haag. Een wezenlijk deel van onze samenleving heeft dagelijks last van discriminatie of racisme, waaronder door de overheid. Een betere, meer inclusieve samenleving begint niet alleen bij individuele burgers en de mate van hun actieve burgerschap. Het begint ook bij een overheid die dezelfde burgers beschermt tegen onrecht en uitsluiting, waaronder door eigen toedoen.