Home Columns Vertrouwen

Vertrouwen

Beeld: Thijl Sunier

Vorige week donderdag vond de afsluitende conferentie plaats van een onderzoeksproject dat ik de afgelopen jaren heb begeleid. Dat onderzoek heeft als titel Making Islam work in the Netherlands (vrij vertaald: ‘islam in de praktijk brengen’), de vraag dus op wat voor manieren islam wordt ingepast in het dagelijks leven en wie daarbij betrokken zijn.

Dat lijkt misschien een weinig opzienbarend onderwerp, maar opmerkelijk genoeg is dat weinig onderzocht. Veel onderzoek gaat aan de ene kant over de vraag hoe individuele moslims met eisen vanuit de samenleving en vanuit hun geloof omgaan. Aan de andere kant gaat het over ‘macro-vraagstukken’ zoals de ontwikkeling van religieuze accommodatie, de juridische status van de islam, de opleiding van imams, religieus-ideologische verschillen, of de participatie van moslimvertegenwoordigers in overlegsituaties. Of het gaat natuurlijk om zaken waar veel politici, beleidsmakers en burgers van wakker liggen: radicalisering en geweld. Veel van dat onderzoek gaat dus vaak over de vraag hoe we de samenleving inrichten, waarbij de islam als een soort onveranderlijk gegeven wordt voorgesteld. Met ons onderzoek wilden we laten zien dat er van alles gebeurt wat niet direct in landelijk beleid kan worden vertaald, maar wel uitermate belangrijk is voor de vraag hoe de islam vorm krijgt in de samenleving. We wilden ook laten zien dat ‘gewone’ gelovigen een belangrijke rol spelen. Het zijn mensen die zich niet professioneel met religie bezighouden, maar wel proberen te leven naar de geest van hun geloof en daarbij op dilemma’s stuiten in het dagelijks leven.

Veel initiatieven die door moslims worden ontplooid zijn eigenlijk gewoon initiatieven van Nederlandse burgers. De grote meerderheid van moslims in Nederland is allang geen migrant meer. Zij maken volwaardig deel uit van de Nederlandse maatschappij, hoewel sommige figuren dat glashard blijven ontkennen. Een groeiend deel is geboren en getogen in Nederland. Bovendien vinden we tegenwoordig moslims in alle lagen van de bevolking. Dat betekent onder meer dat de verbinding van moslims met de Nederlandse samenleving complexer, veelvormiger en intensiever is geworden. Juist dat maakt dat de manier waarop islam vorm krijgt in de samenleving en waar zich kwesties voordoen, steeds verandert.

In het onderzoek hebben we gekeken naar voorstellen, onderhandelingen en initiatieven die worden ontplooid door moslims op allerlei terreinen; commerciële ondernemingen, buurtactiviteiten, sport, bemiddeling en conflictbeslechting. Het ging om alledaagse zaken waar islamitische principes in het geding waren, die moslims als burgers van de samenleving tegenkomen. Uitgangspunt was dat elke religieuze vernieuwing begint met discussie over ‘schurende kwesties’ – kwesties waar antwoorden niet zonder meer voor de hand liggen, waarover verschillende opvattingen bestaan onder kenners van de geloofsleer of waarover gewone gelovigen het gevoel hebben dat er geen eenduidigheid bestaat over hoe te handelen. Anders gezegd: waaraan of aan wie refereert iemand, welke (vernieuwende) oplossingen komen aan het licht en hoe worden beslissingen onderbouwd of omkleed bij het in overeenstemming brengen van religieuze leefregels en voorschriften met het leven en functioneren in de Nederlandse maatschappij. Vaak begint dit klein en buiten het zicht van de media. Dat blijkt vaak veel effectiever dan op hoge toon via de publiciteit proberen zaken te regelen en je gelijk te halen. Gewoon doen.

Een centraal thema in het onderzoek was ‘islamitisch gezag’. Religieus gezag is, net als gezag in het algemeen, een veelomvattend begrip dat niet uitsluitend betrekking heeft op persoonlijk leiderschap; het gaat ook om de erkenning van religieuze kennis door moslims. Uitgangspunt van het onderzoek was dat religieus gezag niet vanzelfsprekend is, maar steeds opnieuw moet worden bevestigd. Juist in een situatie van snelle maatschappelijke verandering en ontwikkeling is de legitimiteit van religieus gezag actueel. Dat is niet alleen een zaak van formele voorschriften en geboden en de toepasbaarheid daarvan. We zijn vaak geneigd om alleen te kijken naar formele religieuze gezagsdragers en hun formele antwoorden op geloofsvraagstukken gebaseerd op islamitische bronnen. Het blijkt dat de inbedding van de islam in de samenleving veel dynamischer is dan dat. In de komende maanden zullen de resultaten van het onderzoek gepubliceerd worden.

Tijdens de conferentie discussieerde een panel dat bestond uit gemeentefunctionarissen, religieuze gezagsdragers en vertegenwoordigers van diverse maatschappelijke instellingen. De discussie ging over heel veel zaken, maar wat mij betreft sprong één thema eruit: vertrouwen. Overheden doen alle moeite om van bovenaf de islam te controleren en te kneden tot iets wat men aanvaardbaar vindt. Eens te meer is duidelijk dat dit niet werkt. Je kunt bijvoorbeeld een prachtige imamopleiding optuigen, maar als niemand deze functionarissen vertrouwt, ben je nergens. Je hebt mensen nodig die een verbinding met de bevolking hebben, inclusief mensen die geen professionele religieuze functionarissen zijn. Naar dat soort mensen zou beter geluisterd moeten worden. Dat is wat we bedoelen met ‘islam in de praktijk brengen’.