Home Columns Wie gelooft in islamisering lijdt aan hypochondrie

Wie gelooft in islamisering lijdt aan hypochondrie

PEGIDA waarschuwt voor ”islamisering”, de PVV wil Nederland ”de-islamiseren” en Halbe Zijlstra maakt zich zorgen om de ”bedreiging” van de Nederlandse waarden door de islam. Dat doet Zijlstra, zo vertelde hij onlangs aan Trouw, sinds hij Soumission, een boek van de Franse schrijver, Michel Houellebecq, heeft gelezen. In dit boek krijgt Frankrijk in 2022 een islamitische president en wordt het land in forse mate geïslamiseerd. Vooral de vrouwen komen er bekaaid vanaf. Ze mogen niet meer werken, geen minirok meer dragen, ze moeten zich onderwerpen aan de man en polygamie is toegestaan.

Houellebecq is één van de grootste hedendaagse schrijvers en zoals wel vaker het geval is met zijn boeken, riep Soumission in Frankrijk en ver daarbuiten heftige discussies op. Je kunt het boek lezen als een satire op de angst voor de islam of als een kritiek op de islam. De meeste mensen lezen het echter als een beschrijving van een toekomstige Europese samenleving waarin een monolitisch blok van moslims de meerderheid is gaan vormen en langs democratische weg de macht heeft overgenomen.

Soumission is geen wetenschappelijke studie, het is een roman. Het gaat niet over de werkelijkheid. Zo is van een islamitische meerderheid in Frankrijk voorlopig geen sprake. Nu is zo’n 8 procent van de Franse bevolking islamitisch en in 2030 zal volgens het Amerikaanse Pew Research Center niet meer dan 10 procent van de bevolking islamitisch zijn.

Het onderwerp van het boek van Houellebecq appelleert wel aan een breed gedragen angst: de angst voor de islam en voor islamisering. En deze angst verkoopt. Geert Wilders weet dat ook. Hij kan deze angst als geen ander exploiteren. Feiten doen dan al snel niet meer ter zake.

Wat zijn die feiten? 

In 2015 schatte het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op basis van de Enquête Beroepsbevolking (EBB), waaraan circa 460.000 volwassen personen (18 jaar of ouder) deelnamen, dat 4,9 procent van de Nederlanders boven de 18 jaar zichzelf als moslim beschouwt. Dat betekent dat 660.000 volwassen Nederlanders vinden dat ze moslim zijn. Het aantal Nederlanders onder de 18 dat te beschouwen is als moslim, wordt door demografisch feitenchecker Flip van Dyke geschat op 337.000. Dat is inclusief kinderen van de derde generatie. In totaal waren er in 2015 967.000 moslims in Nederland, 5,75 procent van de bevolking.

Volgens het Pew Research Center zal dat percentage in 2030 zijn gestegen tot 7,8 procent en tot 9,4 procent in 2050. Pew gaat daarbij uit van een vruchtbaarheidscijfer voor moslims in Nederland van 2,4 procent, dalend in de periode tot 2050 tot 2,3 procent. Dit cijfer is zeer waarschijnlijk aan de hoge kant, omdat het vruchtbaarheidscijfer onder Turkse en Marokkaanse vrouwen, nu al gedaald is naar 2,1 procent. In de cijfers van Pew is geen rekening gehouden met de huidige instroom van asielzoekers uit islamitische landen, maar ook de remigratie lijkt niet te zijn verrekend. Zo was het aantal mensen van Turkse, Marokkaanse, Afghaanse en Somalische herkomst dat in 2015 Nederland verliet hoger dan het aantal dat zich hier vestigde.

Volgens Pew stijgt het aantal moslims, maar minder snel dan bijvoorbeeld het aantal ongelovigen dat in dezelfde periode van 42 procent (2010) zal toenemen tot 49 procent (2050).  Het aantal christenen zal de komende jaren dalen van 51 procent naar 40 procent, maar dat aantal blijft in 2050 nog altijd 4 keer zo groot als het aantal moslims.

In 2014 publiceerde het CBS De religieuze kaart van Nederland. Daaruit bleek dat in 3 van de 12 provincies moslims meer dan 5 procent van de bevolking vormen. Dat zijn Zuid-Holland (7,1 procent), Noord-Holland (6,4 procent ) en Flevoland ( 6,1 procent). Daarna volgt Utrecht met 4,5 procent. In Drenthe wonen de minste moslims: daar vormen ze slechts 0,4 procent van de bevolking.

In 34 van de 408 gemeenten ligt het percentage moslims boven de 5,5 procent. Relatief wonen de meeste moslims in Den Haag, waar 14,1 procent van de bevolking islamitisch is. Andere gemeenten met relatief veel moslims zijn Rotterdam (13,3 procent), Leerdam (12,2 procent), Schiedam (11,8 procent) en Amsterdam (11,3 procent). Ook in Maassluis (10,6 procent) en Bergen op Zoom (10,5 procent) is meer dan 10 procent van de bevolking moslim. In 163 van de 408 gemeenten vormen moslims minder dan 1 procent van de bevolking en in 64 gemeenten is 0,0 procent van de bevolking islamitisch.

Op provinciaal en stedelijk niveau vormen moslims in het grootste deel van het land dus een kleine minderheid.

Cijfers op wijkniveau zijn niet beschikbaar, maar de kans is groot dat moslims in enkele buurten in de grote steden wel een meerderheid vormen. Datzelfde geldt ook voor diverse scholen en bedrijven in die steden.

Een politieke macht vormen de moslims amper. Op stedelijk niveau nog enigszins. In Den Haag waar 14 procent van de bevolking islamitisch is, haalden de twee islamitische partijen (Partij van de Eenheid en de Islam Democraten) in 2014 samen 7 procent van de stemmen. In Rotterdam wist de islamitische politieke partij Nida 4,8 procent van de stemmen te behalen, goed voor 2 van de 45 zetels in de Rotterdamse gemeenteraad.

Op landelijk niveau vormen moslims een kleinere electorale factor: de 660.000 volwassen Nederlanders die zichzelf als moslim beschouwen zijn niet allemaal kiesgerechtigd en degene die dat wel zijn, zullen, net als andere Nederlanders, niet allemaal gaan stemmen. Stel dat de helft van hen dat wel doet, dan zijn ze bij een kiesdrempel van 60.000 stemmen waarschijnlijk hooguit goed voor 5 zetels in de Tweede Kamer. Lang niet alle Nederlandse moslims zullen echter de behoefte hebben om op een islamitische partij te stemmen, als het al überhaupt lukt een partij te starten waarin veel moslims zich herkennen.

Maar de islam institutionaliseert in Nederland toch razendsnel? Nee. Het aantal moskeeën wordt al jaren geschat tussen de 450 en 500. Moskeeën worden hooguit meer zichtbaar door locatie en uiterlijk of groter door fusies en samenwerking. Slechts 5 procent van alle moslimkinderen gaat naar een islamitische basisschool en er is in heel Nederland slechts één middelbare school op islamitische grondslag.

De geschiedenis van de Nederlandse moslimomroepen is een aaneenschakeling van tragische mislukkingen. Het is Nederlandse moslims nimmer gelukt een samenwerkingsverband te vormen waarin alle religieuze en etnische stromingen vertegenwoordigd waren.

De geschiedenis van islamitische instituties in Nederland maakt duidelijk dat van eenheid binnen de Nederlandse islamitische gemeenschap in de verste verte geen sprake is. De islam kent in Nederland een enorme diversiteit aan religieuze en etnische stromingen die niet of op zijn hoogst in zeer beperkte mate samenwerken.

De islamitische gemeenschap in Nederland is en blijft te klein, politiek te zwak en intern te veel verdeeld om een bedreiging voor de Nederlandse waarden van Zijlstra, Wilders of PEGIDA te vormen.

Zelfislamisering

Ten slotte wordt er gewaarschuwd voor ”zelfislamisering”. Wanneer dat betekent dat mensen zich beperkt in hun vrijheid voelen uit angst voor islamitisch terreur, dan kan hier niet anders dan krachtig stelling tegen genomen worden. Journalisten, tekenaars, politici, cabaretiers en alle andere stervelingen moeten zich in alle vrijheid, zonder angst voor geweld kunnen uiten. Waarbij de kanttekening moet worden gemaakt dat geweldsdreiging niet alleen uit islamitische hoek komt, maar bijvoorbeeld ook van tegenstanders van azc’s die lokale politici bedreigen.

Over zelfislamisering wordt echter ook gesproken wanneer een school met voornamelijk islamitische leerlingen Tweede Pinksterdag willen vervangen door het Suikerfeest. Of wanneer een bedrijf met veel islamitische medewerkers of klanten halal-producten verkoopt. Je kan dat als een bedreiging van joods-christelijke waarden zien, maar ook als een vorm van juist typische Hollandse koopmansgeest waarbij veel waarde wordt gehecht aan de wens van de klanten.

Het aantal moslims neemt in Nederland toe. Dat kun je ”islamisering” noemen, maar wanneer je bang bent dat een toename van het aantal moslims leidt tot een bedreiging van Nederlandse waarden, dan lijd je aan wat de socioloog Willem Schinkels een ernstige vorm van ”sociale hypochondrie” zou noemen. Dan gedraag je je als een paranoïde patiënt zonder zelfvertrouwen, die overal om zich heen bedreigingen ziet. Het recept? Meer feitenkennis, meer zelfvertrouwen en zelfbewustzijn. En ga eens in gesprek met een Nederlandse moslim, dan zal je merken dat de meesten grotendeels dezelfde waarden delen. Met die bagage kun je met veel genoegen en zonder angst een roman van Houellebecq lezen.