Home Columns Wij, moslims en Joden, moeten ons nu niet laten verdelen

Wij, moslims en Joden, moeten ons nu niet laten verdelen

De schermen staan op zwart. Zowel aan de Gaza-kant van de grens als aan Israëlische zijde. De elfjarige Mounisha in Deir al Balah in Gaza krijgt geen berichtjes meer door van de twaalfjarige Tamara uit Nir Oz in Israël. Het hoopgevende programma van Windows for Peace, waarin Palestijnse en Israëlische kinderen dwars over de grens heen online hun lotgevallen delen, ligt plat. Kinderverhalen moeten plaats maken voor grote mensen met bommen en raketten. Zo ging het tijdens de laatste Gaza-oorlogen. En zo gaat het nu ook.

De beelden van de vernietiging en van de haat, van de paniek en de uitzichtloosheid, worden ook over ons in het verre Nederland uitgestort. Met eigen ogen en oren zien en horen we opnieuw wat oorlogsverdriet inhoudt. Heeft het zin dat wij dit allemaal langs moeten zien komen? Wij kunnen het niet helpen dat ze daar niet in staat zijn om vreedzaam met elkaar te leven. Trouwens ‘wij’? Wie zijn ‘wij’ in het conflict?

‘Wij’, dat kunnen de in Nederland wonende Palestijnen en Israëliërs zijn. Maar ‘wij’ kan ook slaan op moslims of Joden. Of andere burgers die zich om allerlei redenen verbonden voelen met partijen in het strijdgewoel. Voor veel mensen is het wij-gevoel lastig. Niet iedereen wil geassocieerd worden met een conflict dat al inmiddels al langer duurt dan onze eigen Nederlandse Tachtigjarige Oorlog. En al helemaal willen mensen niet in of de ene of het andere kamp worden geduwd. En toch gebeurt dat.

‘Jij Jood, jij bent verantwoordelijk voor de bommen.’

‘En jij dan? Het zijn júllie raketten.’

Ook onder het geloei van het luchtalarm en het geweld van instortende gebouwen, geluiden en beelden die via de NOS onze woonkamers binnendringen, moeten wij ons niet tussen de verschillende kampen laten verdelen. Juist omdat wij moslims en Joden in vredestijd stevige contacten hebben in dit land, hebben wij in oorlogstijd de uitdaging om samen die banden te bestendigen en te verdiepen. De vraag is natuurlijk of dit, in alweer een volgend hoofdstuk van het onoplosbare drama, nog steeds mogelijk is. Wat mij betreft wel. Niet alleen mogelijk. Ook noodzakelijk.

Wat de premiers Netanyahu en Abbas in Palestina en Israël niet kunnen oplossen, gaat ons hier in Holland ook niet lukken. Maar dat betekent niet dat er voor ons geen taak is weggelegd.

Demonstreren mag. Maar kies ervoor om sámen de straat op te gaan

Dwars door onze Nederlandse diverse samenleving heen hebben wij die vriendschapsbanden. Het lijkt er vaak op dat vrede alleen kan worden geschapen door het voeren van oorlog. Wij zijn hier echter gezegend, omdat wij vrede kunnen scheppen door vriendschap en verbondenheid. Ook onder druk van al het nieuws uit het Midden Oosten. En dat is niet zomaar. Is het niet een opdracht, juist met al het voorbijkomende geweld, dat we ons niet weer laten afbeelden als historische vijanden? Het is onze taak gebruik te maken van de vrijheden die wij kennen om elkaar stevig vast te houden. En wij doen dat, als dwingend voorbeeld, door te tonen dat er een overtreffend alternatief bestaat voor oorlog. En dat is vrede.

Moslims en Joden, Palestijnen en Israëliërs, voor- en tegenstanders van partijen daar: blijf hier in Nederland in gesprek, houdt elkaar vast, zoek elkaar op, deel elkaars verdriet. Demonstreren mag. Maar kies ervoor om sámen de straat op te gaan. Alleen dat dient de vrede. Alleen sámen is een voorbeeld en een stimulans voor die bewonderenswaardige vredesinitiatieven die ook nu daarginds in stand worden gehouden. Daar waar nu de bommen en de raketten neerkomen.

In Gaza staat het scherm van Mounisha op zwart. Juist nu zij zo dolgraag haar verhaal wil delen met haar hartsvriendin Tamara in Israël. Een hartsvriendin die zij door die grens alleen nog maar kent van de computer. Kon Mounisha maar zien dat Tamara ook al met betraande ogen verlangend staart naar haar laptop.

‘Mounisha, ik wil je zien. Ik moet weten dat alles goed met je is!’

Voor Mounisha en Tamara, voor de kinderen van Gaza en Israël, zullen wij ons samen hier in Nederland moeten blijven inspannen. En dat doen wij door oorlog in te ruilen voor vrede.