Home Opinie De wijze lessen van mijn vader

De wijze lessen van mijn vader

In aanloop naar de verkiezingen geeft de Kanttekening wekelijks een podium aan biculturele kandidaten voor de Tweede Kamer. Vandaag: Mustafa Amhaouch, sinds 2016 Kamerlid voor het CDA. Hij is kandidaat nummer 15 bij de aankomende verkiezingen.

Als zoon van een Marokkaanse gastarbeider, geboren en getogen in Limburg, werd ik grootgebracht met de wijze lessen van mijn vader. Een man die mij inspireerde, wiens lessen ik doorgeef aan mijn drie kinderen, en meeneem in mijn werk als volksvertegenwoordiger namens het CDA.

Een van de eerste wijze lessen die ik heb meegekregen van mijn vader: heb lef en neem je verantwoordelijkheid. Het sterke verantwoordelijkheidsgevoel dat mijn vader droeg heb ik van hem overgenomen. Hij zorgde voor brood op de plank voor zijn moeder en broertje, terwijl grootvader vanwege werk weinig thuis was.

In 1964 nam hij het lef om de oversteek naar Europa te maken met een paar tientjes op zak. Van het werken in de wegenbouw in Frankrijk tot aan de kabelfabriek in Venlo; hij zorgde voor zijn eigen brood. Zijn boodschap was: ‘Zorg voor brood op de plank door verantwoordelijkheid te nemen en lef te tonen.’

Dit draag ik vandaag de dag uit in mijn werk. Ik zeg tegen iedereen, ongeacht je achtergrond, Nederlands of Pools, Turks of Marokkaans: durf. De huidige en opkomende generaties zouden de prikkel om te durven verkennen en ondernemen van huis uit mee moeten krijgen, waar deze nu nog vaak ontbreekt.

Verantwoordelijkheid nemen stopt niet bij jezelf. Dat is de tweede wijze les die ik heb meegekregen van mijn vader. Denk ook aan de gedeelde verantwoordelijkheid. Toen mijn vader als een van de eerste Marokkanen in de gemeente Helden kwam wonen, zorgde hij niet alleen voor zijn eigen gezin, maar leverde hij ook een bijdrage aan de maatschappij. Hij hielp de Marokkaans-Nederlandse gemeenschap op de been.

Zo droeg hij destijds al bij aan de diensten van de speel-o-theek. Mijn verantwoordelijkheid vulde ik in met het geven van Taekwondotrainingen aan de jeugd en het leveren van een bijdrage aan de bouw van de moskee in Panningen. Nu doe ik dat als voorzitter van de handbalvereniging waar ook mijn twee dochters actief sporten. Ik heb de kracht ervaren van elkaar aansterken, en bemoedig participatie en diversiteit binnen het verenigingsleven op alle niveaus. Een vereniging is immers dé plek waar iedereen elkaar zou moeten kunnen treffen, ongeacht afkomst, geloof of beroep.

Mijn vader zei: ‘Stel je niet te hard op zodat ze jou breken, maar stel jezelf ook niet te zacht op zodat ze jou uitwringen’

Mijn vader leerde mij te balanceren. Balans tussen werk en ontspanning. Maar ook tussen eigen tradities en ons Nederland. Traditie en afkomst zijn iets om trots op te zijn, het maakt je wie je bent.

Toch vind ik het jammer dat er na vijftig jaar nog steeds geen vanzelfsprekendheid heerst in ‘het kiezen voor Nederland’ onder de islamitische gemeenschap. Dit is mijn land, hier is mijn leven én de toekomst van onze kinderen en kleinkinderen.

Bij het kiezen voor Nederland hoort ook de ruimte voor bepaalde religieuze gebruiken waar veel waarden aan wordt gehecht. In Nederland is bijvoorbeeld eeuwig grafrust nog geen vanzelfsprekendheid. Dergelijke zaken moeten we mogelijk maken en goed regelen. Dan heb ik het niet over het sluitstuk van integratie, maar over een belangrijk fundament.

Een andere wijze les is het zoeken van verbinding in plaats van polariseren. Met mijn plek binnen het CDA ga ik uit van een verbindende rol in een inclusieve samenleving, waarbij wij gevoelige onderwerpen niet uit de weg gaan. Ik geloof erin dat belangen van verschillende culturen en groeperingen opgevangen kunnen worden in een volkspartij als deze. Bij het CDA vind ik speerpunten terug die dichtbij mij liggen: solidariteit en het nemen van verantwoordelijkheid, rechtvaardigheid en het goed achterlaten van onze wereld.

Ten slotte is mij het meest bijgebleven om zelfreflectie te hebben: één spiegel voor jezelf en één voor jouw eigen gemeenschap. Mijn vader zei: ‘Stel je niet te hard op zodat ze jou breken, maar stel jezelf ook niet te zacht op zodat ze jou uitwringen.’ Dat brengt mij terug bij de balans: op sommige punten kun je scherp en kritisch zijn, maar op andere punten moet je ook schappelijk kunnen zijn.

Ik participeer en koester mijn identiteit om in balans te blijven. Hoe blijf jij in balans?