Home Opinie India arresteert tientallen wetenschappers. Waar blijft de verontwaardiging?

India arresteert tientallen wetenschappers. Waar blijft de verontwaardiging?

Beeld: Hany Babu

‘Verdachte literatuur’ is de term die door het Indiase antiterrorismebureau wordt gebruikt om publicaties te beschrijven die in het bezit zijn van Hany Babu (54), hoofddocent Taalwetenschap aan de universiteit van Delhi. Enkele van deze zogenaamd gevaarlijke publicaties: een historische studie naar het kastensysteem en een sociologische studie naar opstanden op het Indiase platteland tegen landontvreemding en ontwikkelingsprojecten.

Babu werd deze zomer gearresteerd wegens ‘het propageren van naxalisme en maoïstische ideologieën’. In het huidige Indiase regeringsjargon verwijst de term ‘naxal’ naar het lidmaatschap van een verboden communistische partij. Maar deze term wordt ook algemeen gebruikt om iedereen die de staat durft te ondervragen als interne vijand te brandmerken. Dit ‘rechtvaardigt’ hun opsluiting, met angst onder intellectuelen tot gevolg.

De taskforce terrorismebestrijding deed zonder huiszoekingsbevel een inval in Babu’s woning en nam zijn laptop, harde schijven, mobiele telefoon en meerdere boeken in beslag. Ook zijn vrouw en tienerdochter werden tijdens de inval in de woning vastgehouden en kregen geen toegang tot een advocaat. Pas twee maanden na zijn arrestatie werd Babu aangeklaagd. De aanklachten vormen een ongeveer tienduizend pagina’s tellend document.

Eén van de aanklachten: zijn betrokkenheid bij de campagne voor de vrijlating van een andere gevangen academicus met een ernstige lichamelijke handicap, G.N. Saibaba, die volgens de overheid ‘banden met maoïsten’ heeft. Het aanwijzen van de talrijke inconsistenties, fouten en regelrechte onjuistheden in de aanklachten heeft tot nu toe niet geleid tot seponering.

De zaak-Babu staat dan ook niet op zichzelf. Sinds de premier Narendra Modi aan de macht is zijn tientallen Indiase academici, publieke intellectuelen, studentenactivisten, dichters, journalisten, advocaten en burgerrechtenactivisten gearresteerd. De gronden zijn dubieus. Voorbeelden zijn ‘aanzetten tot geweld’, terrorisme, opruiing, maoïsme en zelfs betrokkenheid bij samenzweringen om Modi te vermoorden.

Onder de politieke gevangenen bevinden zich wetenschappers die zich jarenlang hebben beziggehouden met onderzoek naar kastendiscriminatie, landrechten, schendingen van de mensenrechten in Kashmir en Noordoost-India en geweld tegen vrouwen. Veel arrestanten zitten al meer dan twee jaar vast, zonder dat er een hoorzitting heeft plaatsgevonden. Er zijn veel besmettingen in de Indiase gevangenissen en de arrestanten kennen een hoge leeftijd, met alle gezondheidsrisico’s van dien.

De beperkingen van de academische vrijheid in India zijn verontrustend

Begin oktober bevroor de regering-Modi de rekeningen van Amnesty International India, dat zich verzette tegen de arrestaties. Nu wordt de organisatie gedwongen haar activiteiten in het land stop te zetten en alle medewerkers te ontslaan. Dit hardhandige optreden was een reactie op kritische rapporten van Amnesty over politiegeweld bij de rellen tussen hindoes en moslims in Delhi van afgelopen februari, de militaire bezetting van Kashmir, de nieuwe burgerschapswet en het toenemende anti-moslimgeweld in India, met duidelijk bewijs van overheidsbetrokkenheid.

Terug naar Babu, net als veel van de gearresteerden en beschuldigden een gerespecteerde autoriteit. Zelf behorend tot de eerste generatie moslims uit een zogeheten ‘overige achtergestelde kaste’, ging hij de strijd aan met kastendiscriminatie. Als secretaris van het Academisch Forum voor Sociale Rechtvaardigheid voerde hij campagne voor verplichte rekrutering in het hoger onderwijs van personen uit de historisch achtergestelde kasten. Daarbij legde hij de gebrekkige maatregelen tegen kastendiscriminatie aan de universiteiten bloot.

In zijn verzet tegen het kastenstelsel heeft Babu niet alleen kritiek geuit op de heersende klasse, die nauw verbonden is met hindoe-nationalistische krachten zoals het ‘nationale vrijwilligerskorps’ Rashtriya Swayamsevak Sangh. Hij hekelt ook de traditionele linkse bewegingen en partijen, die volgens hem impliciet profijt hebben gehad van de privileges van de hogere kasten. Hij heeft zich eveneens actief uitgesproken tegen het vastzetten van andere academici, waarvan een toenemend aantal afkomstig is uit gemarginaliseerde groepen.

Sinds zijn arrestatie hebben honderden voormalige en huidige studenten van Hany Babu hun stem laten horen op social media en zijn vrijlating geëist. Sommige van deze studenten zijn ook aangehouden en ondervraagd door de Indiase autoriteiten. Ook hen hangt arrestatie boven het hoofd.

‘Publieke verontwaardiging ontstaat meestal alleen over schendingen die de bezittende macht raken’, schreef Hany Babu in een artikel (2015) over hoe bepaalde vormen van kastendiscriminatie meer publieke aandacht krijgen dan andere in India. De uitspraak is uitermate actueel, zowel wat betreft zijn eigen zaak als de zaak van talloze anderen in India. Een dezer dagen vindt Babu’s borgtochthoorzitting plaats.

De Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de VN riep onlangs de Indiase regering op om iedereen vrij te laten die op grond van de ‘wet ter voorkoming van onwettige activiteiten’ worden beschuldigd. Ook de Nederlandse overheid, die nauwe economische samenwerkingsbanden met India onderhoudt, zou dit moeten doen. De beperkingen van de academische vrijheid in India zijn verontrustend. Ze duiden op het verder afbrokkelen van de democratische instituties van het land.