Home Opinie Omdenken: afkomst is slechts een deel van je identiteit

Omdenken: afkomst is slechts een deel van je identiteit

In aanloop naar de verkiezingen geeft de Kanttekening wekelijks een podium aan biculturele kandidaten voor de Tweede Kamer. Vandaag: Sofyan Mbarki, fractievoorzitter PvdA Amsterdam. Hij is kandidaat nummer 16 voor de PvdA.

De toeslagenaffaire was de afgelopen tijd volop in het nieuws. Er blijkt etnisch te zijn geprofileerd. Echter heeft discriminatie door de Belastingdienst in de berichtgeving veel te weinig aandacht gekregen, terwijl ik om mij heen zie dat juist dit aspect bij heel veel mensen tot wantrouwen en cynisme heeft geleid. Ik begrijp deze emotie heel goed.

Want het zijn juist deze mensen die het goed doen op school en hun diploma halen. Die ondernemen, carrière maken en vrijwilligerswerk doen. Kortom: het gaat om mensen die meebouwen mee aan de toekomst van dit land. En toch voelen ze zich nog steeds regelmatig een buitenstaander.

Ik geef een persoonlijk voorbeeld, want dit onderwerp raakt mij persoonlijk.

Ik ben Amsterdammer. Geboren en getogen. Een Amsterdammer met warme herinneringen aan het voetballen voor het Olympisch Stadion, en aan de superdiverse omgeving waarin ik opgroeide in Amsterdam-West. Als vierjarige was ik bovendien verliefd op juf Joke. Dat ik anders ben, dat ik moslim ben, was destijds nooit een reden tot wantrouwen. Er was niemand die destijds tegen mij zei dat de ramadan iets on-Nederlands is. De stad omarmde mij. En het is niet moeilijk om op te bloeien in een stad die je omarmt.

Mijn kinderen groeien hier nu ook op. Ze leren op een Amsterdamse school. Ze voetballen bij een voetbalvereniging en ze spelen met andere Amsterdammertjes buiten. En toch worden zij veel meer gezien en aangesproken als ‘Marokkanen’ dan ik. En niet op een positieve manier. De manier van opgroeien en hoe we naar elkaar kijken, is echt veranderd. Dat is pijnlijk om te constateren als vader, je wilt namelijk dat je kinderen het beter krijgen dan jij.

Tegelijkertijd zie ik ook een hoopvolle ontwikkeling. Afgelopen zomer zijn in mijn stad duizenden mensen de straat op gegaan om hun afkeuring uit te spreken tegen discriminatie en uitsluiting. Ook ik ben naar de Dam gegaan – niet alleen als PvdA-raadslid – maar juist ook als vader ván drie kinderen, en als Nederlander.

Nu gaat het eindelijk om diegenen die discriminatie ervaren

Het racismedebat richtte zich de afgelopen jaren vaak op de intenties van degenen die discrimineerden. Denk aan opmerkingen als ‘Het was maar een grapje’ of ‘Sinterklaas is maar een kinderfeest’. Nu gaat het eindelijk om diegenen die discriminatie ervaren. Dat komt mede omdat er nu een generatie is opgestaan die gelijkwaardigheid opeist. Deze nieuwe generatie spreekt zich niet alleen uit tegen discriminatie en uitsluiting, maar verkondigt ook de boodschap dat ze zich niet willen laten reduceren tot slechts een onderdeel van hun identiteit.

Om deze positieve ontwikkeling voort te zetten, zullen we ook naar de politiek moeten kijken. Helaas is de realiteit dat het marginaliseren van mensen de afgelopen decennia niet voorbehouden is geweest aan één politieke partij. Alle partijen hebben zich op een bepaalde manier bewust of onbewust schuldig gemaakt aan groepsdenken. Of het nu gaat om doelgroepenbeleid om een specifieke groep te ‘helpen’ of doelgroepenbeleid dat heeft geresulteerd in etnisch profileren bij de Belastingdienst.

Wat mij daarnaast ook opvalt, is dat juist partijen die zeggen te willen vechten tegen discriminatie deze trend versterken. We hebben gezien hoe (stemgedragingen van) politici met een Marokkaanse of Turkse achtergrond uitsluitend aan de hand van hun afkomst werden beoordeeld. Dat is niet de verbindende politiek die ik voor ogen heb.

We moeten nu juist toe naar een brede coalitie. Een coalitie met gedeelde progressieve waarden, die zich niet slechts om één gemarginaliseerde groep bekommert, maar opkomt voor iedereen die uitsluiting ervaart. Van uitsluiting om wie je bent, tot uitsluiting door je sociaaleconomische positie. Een coalitie waarin dus niet je afkomst leidend is, maar je ideeën over de Nederlandse samenleving en je betrokkenheid bij de maatschappij.

Op 17 maart gaan we naar de stembus. Hopelijk kijkt de nieuwe Tweede Kamer daarna verder dan naar slechts één klein deel van je identiteit. Ik draag daar graag aan bij. Om dit land voor mijn kinderen nog beter te maken.