Home Interview Kader Abdolah: ‘Rumi was een vluchteling, net als ik’

Kader Abdolah: ‘Rumi was een vluchteling, net als ik’

Kader Abdolah (beeld: Wikimedia Commons)

Het nieuwe boek van Kader Abdolah heet Wat je zoekt, zoekt jou. Een eerbetoon aan de grote Perzische dichter Rumi, die leefde in de dertiende eeuw. ‘Ik had de ervaring van emigratie nodig om hem beter te begrijpen.’

Het is een traditie in cultureel gegoede kringen in Iran: als een kind geboren wordt, spreek je niet, totdat een wijze man of vrouw uit de familie zachtjes op een melodieuze manier de stilte verbreekt en een gedicht in het oor van de baby fluistert. ‘Vaak is dat een gedicht van onze grote meester Rumi’, zegt de schrijver Kader Abdolah. Onlangs verscheen zijn boek Wat je zoekt, zoekt jou (Prometheus) over het leven van de beroemde Perzische dichter Rumi (1207-1273).

Abdolah verwierf grote bekendheid met boeken als Het huis van de moskee en De reis van de lege flessen. Hij stamt uit een oude aristocratische Perzische familie. ‘Ik heb in mijn familie minister-presidenten en mirza’s, grote schrijvers en vertellers. De rijkdom die we hadden, was vooral cultureel en werd van generatie op generatie doorgegeven.’

‘De Iraniërs, ook wel Perzen genoemd, zijn trots op hun denkers en dichters’, zegt Abdolah. ‘Alle lagen van de bevolking zijn bekend met de poëzie van Rumi. Die vergezelt je je hele leven. Je hoort van je moeder de gedichten van Rumi terwijl ze borstvoeding geeft. Je hoort ze op school. Als je verliefd bent, grijp je naar Rumi. En als je verdrietig bent, zoek je steun bij Rumi. Zijn poëzie groeit met je mee.’

Wie was Rumi?

‘Rumi was een van de grootste dichters en denkers uit het Oosten. Hij heette eigenlijk van Molana Djalal Eddin Mohammad Balchie. Hij werd in de dertiende eeuw in Afghanistan geboren. Zijn vader zag al snel dat zijn zoon een nobele getalenteerde jongen was. Toen de Mongoolse veroveraar Dzjengis Khan het Perzische rijk binnenviel, pakte hij van alles wat hij had alleen de hand van zijn zoon. Hij vluchtte weg om zijn zoon te redden. De vlucht duurde een paar jaar, totdat ze eindelijk de stad Konya in Turkije bereikten. Daar groeide hij in een veilige omgeving op.’

Rumi was een wereldburger, maar wordt door verschillende volken geclaimd, vertelt Abdolah. ‘De Afghanen beschouwen hem als een van hen omdat hij geboren is in het Afghaanse Balch. De Iraniërs omdat hij in het Perzisch schreef, en de Turken omdat hij in Turkije opgroeide en begraven ligt. Shakespeare heeft het verlangen, het verdriet en de liefde van de westerse mens bezongen. Rumi bezingt het verlangen, het verdriet en de liefde van de oosterse mens. Al kun je ook zeggen dat de oosterse en westerse mens niet bestaan. Er is één mens. Shakespeare en Rumi hebben allebei op een andere wijze de mens bekeken.’

Waarom wilde u een boek over Rumi schrijven?

‘Ik wilde altijd al over Rumi schrijven, maar wist niet wat. Weet u, er zijn honderden boeken over Rumi geschreven en ik dacht altijd: wat kan ik daar nog aan toevoegen. Ik wilde de citaten van anderen niet overschrijven. Maar opeens zag ik dat Rumi een migrant was, een vluchteling. Hij heeft een vlucht meegemaakt die hem heeft vormgegeven. Zijn moedertaal was Perzisch, maar hij sprak ook Grieks, Latijn en Turks en vele andere talen. Hij maakte van dichtbij kennis met verschillende culturen. Die emigratie, de ontmoeting met andere culturen hebben gezorgd dat hij zo groot is geworden.’

U bent net als Rumi ook gevlucht

‘Ja, dat bedacht ik me ook. Ik heb mijn leven in de Nederlandse taal gestopt. De Nederlandse taal en de ontmoeting met anderen hebben een andere schrijver van mij gemaakt.

Rumi vluchtte voor de invasie van de Mongolen. Ik vluchtte voor de binnenlandse invasie van de geestelijken die uit hun middeleeuwse grotten tevoorschijn waren gekomen. Ze hebben de macht in Iran overgenomen. Er is daar geen sprake meer van vrijheid, niet voor vrouwen en niet voor schrijvers. Voor niemand. Alleen voor henzelf en een aantal vertrouwelingen.’

Heeft het inzicht dat jullie beiden vluchtelingen zijn, uw band met de poëzie van Rumi versterkt?

‘Rumi heeft duizenden gedichten geschreven. Iedereen in mijn vaderland kent een paar van zijn gedichten uit het hoofd. Maar gewone mensen komen nooit tot de kern van zijn poëzie, behalve misschien de kenners. Rumi was niet alleen dichter, hij was ook een groot filosoof. Ik heb ontelbare keren zijn gedichten gelezen, in mijn kindertijd, mijn jeugd en ook later toen ik pas in Nederland was, maar de kern pakte ik nog niet. Ik had de ervaring van emigratie nodig om hem beter te begrijpen. Want door te emigreren, ga je eigenlijk over de grenzen van je eigen karakter. Je overschrijdt de grenzen van verdriet, van pijn en van verlangen, en wordt een ander. Als je dat inziet, begrijp je de poëzie van Rumi beter. De vlucht en alle ervaringen die daarbij horen, hebben mij de gelegenheid gegeven om het grote mens dat Rumi is, beter te begrijpen.’

Wat betekent de titel ‘Wat je zoekt, zoekt jou’?

‘Het leven heeft goddelijke codes en de mensheid heeft een aantal van die codes kunnen ontdekken, waardoor we zo ver hebben kunnen komen. ‘Wat je zoekt, zoekt jou’ is niet alleen een spiritueel inzicht van Rumi. Er was duizenden jaren geleden iets wat de mens van het beest onderscheidde. De mensen woonden in grotten, maar plotseling – alleen God of het leven weten hoe – kwamen zij erachter dat als zij buiten op een hert wilden jagen, ze dat eerst in hun fantasie moesten doen.

‘Wat je zoekt, wordt bereikbaar, het komt in je handen’

Ze moesten hem eerst op de grotwanden tekenen, en daarna dansen om hem te kunnen bemachtigen. Deze en andere goddelijke codes staan in de Thora, de Bijbel en de Koran. In het Nieuwe Testament staat ‘zoek en je zult vinden’, en in de Koran staat ‘waar je aan denkt, wordt gerealiseerd’.

Rumi heeft het beter gezegd. Als je naar iets zoekt, zoekt dat ook naar jou. Wat je zoekt, wordt bereikbaar, het komt in je handen. Rumi zocht naar zijn geliefde, naar zijn ik, naar de hoogste toppen van de poëzie. In een van de verhalen in mijn boek komt Rumi op een dag Shams tegen, de grote Arabische rebel-filosoof. En Shams zegt: ‘Ik zocht jou.’ Waarop Rumi zegt: ‘Wat je zoekt, zoekt jou.’ Want hij zocht hem ook.

Waarom wilt u Nederland laten kennismaken met Rumi?

‘Nederland is veranderd. Dertig, veertig geleden zag het land er totaal anders uit, de mensen waren wit. Nu zijn veel emigranten het land binnengekomen. Tienduizenden Kader Abdolahs. En ook bijzonder mooie, nobele mensen, schrijvers, denkers, wiskundigen, studenten, artiesten. Ze voegen allemaal iets toe aan de Nederlandse samenleving. Die nieuwe samenstelling heeft ook een nieuwe geest, een andere manier van denken nodig. De migranten brengen belangrijke culturele elementen mee, zoals de verhalen van Duizend-en-een-nacht en over het leven van de profeet Mohammed. Er ontbrak nog een visie van Rumi die op de vlucht was. Ik voelde het als mijn plicht om die eraan toe te voegen.’

Wat is de belangrijkste gedachte van Rumi voor onze samenleving?

‘De kennismaking met oosterse filosofie. Europese literatuur is alleen gevuld met Europese gedachten. De meeste schrijvers hebben nooit een koran aangeraakt. Ze hebben de verhalen van Duizend-en-een-nacht nooit echt gelezen, en kennen het werk van grote Marokkaanse, Turkse of Afghaanse dichters niet. Dat is een leemte.

De Amerikanen en de Europeanen turen door de James Webbtelescoop in de ruimte op zoek naar het eerste licht dat na de oerknal is ontstaan, naar de rand van het heelal. Met deze allermodernste telescoop zoeken ze naar de rand van de hemelen. Maar Rumi en andere dichters zeiden al: je hoeft niet zover te gaan. Richt je telescoop naar jezelf, naar je binnenste. Want het eerste licht zit in jou, God zit in jou.

Een andere gedachte: er worden vaak lelijke dingen gezegd over de visie van niet-westerse immigranten op vrouwen. Maar de grote Arabische filosoof Ibn-Arabi [uit de twaalfde eeuw] is vijfendertig als hij in aanraking komt met een jonge vrouw. Hij wordt verliefd. Als hij met haar slaapt, ontdekt hij plots iets groots. Hij zegt: ‘Toen ik met mijn vrouw sliep, sliep ik met de hemelen. Toen ik mijn vrouw aanraakte, raakte ik de kosmos aan’.

Hier is het landschap vlak, er zijn minder geheimen achter de horizon. In het Oosten, en in de oosterse literatuur en filosofie zijn bergen en daarachter schuilen geheimzinnige gedachten. Het is goed om diepere gedachten voor de jonge generatie Nederlanders en degenen die lezen te vermengen.’

Kader Abdolah, Wat je zoekt, zoekt jou (Prometheus, 2023), 432pp, 25 euro.