Home Interview Kathleen Ferrier mist diversiteit op de CDA-lijst: ‘Er zijn een miljoen christenmigranten’

Kathleen Ferrier mist diversiteit op de CDA-lijst: ‘Er zijn een miljoen christenmigranten’

Beeld: Werry Crone

Hoe wij hier ook samen kwamen is de titel van het nieuwe boek van oud-CDA-Kamerlid Kathleen Ferrier. Ze werd tien jaar geleden bekend door haar verzet tegen de vorming van Rutte I, waarvan de PVV gedoogpartner was. Ze is momenteel voorzitter van de nationale UNESCO-commissie. In haar boek, een bewerking van de Anton de Kom-lezing uit 2019, gaat ze in op haar persoonlijke geschiedenis en de kracht van verhalen en diversiteit. We spraken haar over de lessen uit haar boek voor Nederland, voor de politiek en voor het CDA.

Wat is de kernboodschap van uw boek?

‘De kernboodschap is het belang van taal en van verhalen. Door verhalen kweek je interesse in wie de ander is: wat is jouw achtergrond? Kijk naar de Surinaamse vraag waarmee je elkaar begroet. Wie is je vader? Wie is je moeder? Dat is de vraag: Wie ben jij? Die interesse in wat iemands verhaal is, wat die persoon bij te dragen heeft, waar je samen verder kunt komen, ligt besloten in die vraag. Dat is juist in deze tijd van versnippering, die onder andere door sociale media wordt bevorderd, van belang.’

Bedoelt u versnippering in multicultureel opzicht?

‘Dit thema heeft zeker te maken met breuklijnen op het gebied van multiculturaliteit, maar niet alleen dat. Het gaat ook over inkomen. Dat is immers zeer bepalend voor de wijk waar je woont. Ook maakt het groot verschil of je in de stad of op het platteland woont. Al die breuklijnen zijn dieper geworden. Dat was ook mijn zorg toen ik uit Hong Kong terugkwam naar Nederland en met een onbevangen blik naar onze samenleving keek. Toen ik jaren geleden in de Tweede Kamer zat, was er de wens dat we één samenleving zijn: we moeten het samen doen. Die wens om dat samen vorm te geven lijkt veel minder te zijn geworden. Het is tegenwoordig meer: ‘Zoek jij het lekker uit in je eigen echoput, ik houd me in mijn eigen wereld met mijn eigen social media en mijn eigen platforms bezig. Laat mij hier lekker gelukkig zijn.’

‘Het CDA heeft de weg van de meerderheid uit 2010 gevolgd die destijds voor samenwerking met de PVV was’

‘Ik zie dat we voor zulke grote uitdagingen staan dat we ons die houding niet meer kunnen permitteren. We zullen elkaar nodig hebben. De ecologische situatie van de planeet, de vluchtelingenproblematiek – dat zijn zulke complexe vragen dat je daar niet vanuit je eigen bubbeltje een antwoord op kunt vinden. Daar heb je creativiteit en input voor nodig van mensen die misschien wel heel anders denken dan jijzelf. Daarvoor moet je die breuklijnen kunnen overstijgen. Dat kan door een open blik naar elkaar, door elkaars verhalen te vertellen.’

Maar sommige mensen erkennen de problemen die u noemt helemaal niet.

‘Heel veel mensen zien die uitdagingen niet. Dan denk ik: je zou nog weleens onaangenaam verrast kunnen worden, dat veel eerder dan je denkt jouw werkelijkheid niet meer de realiteit blijkt te zijn. Dat jouw werkelijkheid, zoals nu ook door COVID-19, er opeens heel anders uitziet. Ecologisch is de situatie bijvoorbeeld in mijn ogen veel erger dan we zelf vanuit onze echoputten durven te onderkennen. Een ander voorbeeld: ik heb de afgelopen vijf jaar in Hong Kong gewoond en ik heb gezien wat er op geopolitiek gebied gebeurt met een steeds assertiever China. Wat dat betreft denk ik: mensen, open je ogen.’

Is dit boek vooral een pleidooi voor de politiek?

‘Ja, maar niet alleen de politiek, al speelt die wel een belangrijke rol. Wat ik met name wil zeggen, is dat je juist het belang van taal en verhalen moet benadrukken, want dat geeft ons allemaal macht. Door de keuze om je mond te openen, niet te zwijgen en door de woorden die je vervolgens kiest, de taal die je gebruikt heb je meer macht dan vele denken.’

Hebben mensen daarbij geen voorbeelden nodig?

‘Voorbeelden zijn heel belangrijk. Ik vind het heel goed dat iemand als Jacinda Ardern, de premier van Nieuw-Zeeland, mensen laat zien wat zo’n soort leiderschap kan bewerkstelligen. Ik denk dat we een nieuw soort feminien leiderschap nodig hebben. Ik wil het niet vrouwelijk noemen, want er zijn genoeg vrouwen die geen feminien leiderschap tentoonspreiden. Bovendien kunnen mannen ook heel goed feminien leiderschap laten zien. Het gaat om een andere, plattere manier van denken: niet top-down, maar meer in netwerken. Een ander soort leiderschap kan mensen hoop geven en perspectief bieden.

‘Ik heb in Hong Kong gezien dat de democratie onder druk kan komen te staan. Vorig jaar in november waren er verkiezingen voor deelraden in de stad. Die leverden een enorme winst op voor de democratische krachten, terwijl niemand dat had verwacht. Je ziet daar hoe je de democratie kunt versterken door te denken in netwerken in plaats van in top-down-structuren. Dat is daar gebeurd: mensen hebben zich verenigd rond ideeën die ze van belang vonden.’

De voorbeelden die u noemt komen van ver weg: Hong Kong en Nieuw-Zeeland. Hoe zit dit in Nederland?

‘Een van de belangrijkste taken die politieke partijen in mijn ogen hebben, is ervoor zorgen dat ze de volgende generatie politieke leiders klaar hebben staan. Er moet inspirerend leiderschap klaar staan. Ik vraag mij in Amerika én Europa af waar de komende generatie is. Men moet werk maken van het breed aantrekken van mensen uit de hele samenleving, ze opleiden en binden. Kijk waar talent zit, durf risico’s te nemen en zet dat talent op plekken neer, ook al maken ze misschien fouten. Ga niet op safe spelen, maar geef talent ook een platform. Laat zien wat de capaciteiten binnen je partij zijn.’

Vorige week kwam de kandidatenlijst van het CDA uit. Is dit iets wat u ook bij uw eigen partij ziet?

‘Het is heel bedroevend. Ik mis diversiteit. Op verkiesbare plaatsen staan veel te weinig mensen met een biculturele achtergrond. Er zijn een miljoen christenmigranten. Zij zijn op zoek naar wat de christendemocratie zou kunnen bieden. Hoe belangrijk is het dat er herkenbare mensen in de volksvertegenwoordiging zitten? Er staat niemand op de lijst uit die gemeenschappen, terwijl er zoveel talent is. Niemand met een Surinaamse of Antilliaanse achtergrond, geen Molukse achtergrond – regio’s waar Nederland toch een belangrijke band mee heeft.

‘Het CDA-profiel is de afgelopen tien jaar fletser geworden’

‘Als je dat aankaart zeggen ze: we kunnen ze niet vinden. Dan zou natuurlijk de vraag moeten zijn: hoe word je als partij interessant voor deze groepen? Hoe betrek je ze erbij? Toen ik lid werd van het CDA ben ik begonnen in een groep van zwarte migranten- en vluchtelingenvrouwen. Dat was geen clubje waar we apart werden gezet: als wij vergaderden was de partijvoorzitter of de fractievoorzitter er ook. De politiek leider sprak ook met ons over waar wij tegenaan liepen, hoe dat in beleid kon worden vertaald. Dan raak je geïnteresseerd in een politieke partij.’

Dat doet het CDA niet meer?

‘Nee, zo’n groep voor migranten- en vluchtelingenvrouwen is er niet meer. Het is mijn overtuiging dat er in Nederland veel behoefte is aan het christendemocratisch gedachtengoed dat staat voor solidariteit en verbinding. Wat je de afgelopen tien jaar hebt gezien, is dat het CDA de weg van de meerderheid uit 2010 heeft gevolgd die destijds voor de samenwerking met de PVV was. Dat heeft het CDA in zetels niet veel winst gebracht. Ook is het profiel de afgelopen tien jaar fletser geworden.

Beeld: Balans

‘Er is door mensen binnen de partij wel een nieuw initiatief opgericht: Midvoor, een netwerk dat het CDA wil vernieuwen vanuit het politieke midden. Meer dan tweehonderd mensen zitten erbij, maar het netwerk wordt niet door de partij erkend. Zo’n netwerk is juist iets waardoor een partij interessant wordt. Het gaat erom dat men kan zien dat het CDA een brede volkspartij is, waar je het niet altijd met elkaar eens hoeft te zijn, waar schuring kan zijn, maar waar men geïnteresseerd is in alle geluiden. Het niet erkennen van zo’n netwerk geeft mij niet het signaal dat we discussie gaan voeren. Je moet je christendemocratisch gedachtengoed ook willen actualiseren. Daar is behoefte aan.’