Home Interview ‘‘War on terror’ bleek voedingsbodem voor extremistisch populisme’

‘‘War on terror’ bleek voedingsbodem voor extremistisch populisme’

Beeld: Ihab Saloul

‘De war on terror staat integratie van islamitische minderheden in de Nederlandse samenleving in de weg. Ze zijn ook met het Midden-Oosten verbonden. Door wat daar gebeurt en dankzij de war on terror voelen ze afstand met de westerse samenleving, met Nederland.’ Aan het woord is Ihab Saloul (1973), hoogleraar Memory and Narrative aan de universiteiten van Amsterdam (UvA) en Bologna. We spraken met de Palestijns-Nederlandse cultuurwetenschapper over 9/11, de zogenoemde war on terror en oriëntalisme: een westerse visie op het Midden-Oosten die essentialistisch en a-historisch is. Wat heeft twintig jaar ‘war on terror’ ons opgeleverd? En als we willen dat ‘Oost’ en ‘West’ zich verzoenen, wat moet er dan gebeuren?

Heeft de oorlog tegen terreur de wereld veiliger gemaakt?

‘Nee, niet bepaald. Wat de Amerikanen en in hun kielzog de Europeanen deden, was een nieuwe vijand uitzoeken. In de Koude Oorlog waren het de communisten, nu waren het de terroristen uit het Midden-Oosten. Na 9/11 werd er geen specifiek doelwit uitgezocht, maar werden Afghanistan en daarna Irak aangevallen. Deze invasies hebben de wereld niet veiliger gemaakt. Het is hierdoor alleen maar verslechterd. De oorlog in Irak heeft meer dan een half miljoen Irakese burgers het leven gekost.’

President George W. Bush ontkende toentertijd dat Amerika in oorlog was met de islam, maar sprak wel over een ‘kruistocht’. ‘Deze kruistocht, deze oorlog tegen het terrorisme, gaat een tijdje in beslag nemen’, zei hij enkele dagen na de aanslagen. Hoe moeten we dit duiden?

‘Het idee van kruistocht komt bij Christian Zionism vandaan, een christelijke ideologie die erg pro-Israël en anti-islam is en een sterke lobby heeft in de Verenigde Staten, maar ook in Nederland. Maar het probleem is breder dan die kruistochtgedachte. Het Westen wil het Midden-Oosten domineren. Heel belangrijk is de olie. Daarom werd Irak binnengevallen. Daarom zijn de Amerikanen nog steeds niet weg uit Irak, terwijl ze Afghanistan nu verlaten hebben.

‘De verhalen in de westerse media waren eenzijdig. In 2001, toen de NAVO de Taliban had verjaagd, claimden westerse media dat de oorlog was gewonnen en dat ze in Afghanistan bezig waren met een opbouwmissie. Daar klopte niets van. De Taliban waren niet verslagen. En ze konden dit jaar, toen de Amerikaanse troepen het land verlieten, in korte tijd Afghanistan heroveren. De Verenigde Staten gaven Afghanistan op, omdat de missie in dit land helemaal niets opleverde. Irak levert wel wat op, dankzij de olie.’

De Europese NAVO-bondgenoten volgden Amerika trouw. Hoe duidt u dit?     

‘Het is jammer dat de Europeanen de VS na 9/11 blindelings hebben gevolgd. Zij hebben ook slachtoffers gemaakt, zonder dat de wereld er veiliger op geworden is. Europa vindt het vooral belangrijk dat de war on terror zich buiten Europa afspeelt. Dat is het EU-beleid. De aanslagen in Londen in 2005 waren een grote shock. Met aanslagen in het Midden-Oosten en elders heeft Europa minder moeite. Dit is een aparte manier van denken. Want uiteindelijk is deze kortzichtige politiek helemaal niet veiliger.’

Wat is de prijs van deze politiek?

‘In Europa hebben we te maken met een multiculturele samenleving, die ook steeds multicultureler wordt. Hoe integreer je deze mensen, als je hun families in het Midden-Oosten bombardeert? Hoe kunnen we minderheden laten identificeren met de Nederlandse, met de Europese geschiedenis? Dat is een belangrijke uitdaging. De war on terror staat integratie van islamitische minderheden in de Nederlandse samenleving in de weg. Ze zijn ook met het Midden-Oosten verbonden. Door wat daar gebeurt en dankzij de war on terror voelen ze afstand met de westerse samenleving, met Nederland. We missen nu een rationeel, menselijk beleid tegenover islamitische minderheden. Je moet realistisch denken. Onze samenleving ziet er over vijftig jaar heel anders uit, demografisch gezien. Dat betekent ook dat we moeten nadenken over de toekomst. Hoe we als samenleving toch met elkaar kunnen samenleven. We moeten meer inclusief zijn, in plaats van dat tegenstellingen in de samenleving worden versterkt.’

Is de war on terror een oorlog tegen de islam?

‘De war on terror is geen oorlog tegen de islam, maar een oorlog tegen moslims in het Midden-Oosten. Doel is om het Midden-Oosten te domineren. Het Westen is verantwoordelijk voor extremistische groeperingen. De Taliban komen voort uit de Moedjahedien die tegen de Sovjets in Afghanistan vochten. Het Westen steunde deze conservatieve islamitische vrijheidsstrijders en steunde ook Saoedi-Arabië tegen seculiere, Arabisch-nationalistische regimes. Van het secularisme is nu weinig meer over. Sterker nog, je bent verdacht als je jezelf seculier noemt, want dan word je gezien als pro-westers en heul je met de vijand. Dankzij de war on terror is het seculiere denken in het Midden-Oosten kapotgemaakt.’

‘Dankzij de war on terror is het seculiere denken in het Midden-Oosten kapotgemaakt’

Zijn de moslims niet de echte slachtoffers van 9/11, vanwege de war on terror die daarop volgde?

‘Het zijn de mensen. Moslims, maar ook andere slachtoffers. Ik wil hier geen onderscheid tussen maken.’

Het boek The clash of civilizations van Samuel Huntington verscheen in 1996, vijf jaar voor 9/11. Hierin betoogde hij dat het Westen en de islamitische wereld zouden botsen, en dat dit ook tot bloedige conflicten zou leiden. Heeft Huntington gelijk gekregen?  

‘Huntington heeft een onzintheorie bedacht, die door Edward Saïd (de beroemde Palestijns-Amerikaanse literatuurwetenschapper, 1935-2003, red.) een ‘theory of ignorance’ wordt genoemd. Hij heeft tegenstellingen opgeblazen met zijn conflicttheorie, terwijl we juist behoefte hebben aan verzoeningstheorieën. De theorie van de botsing der beschavingen is heel oriëntalistisch omdat het Midden-Oosten essentialistisch (eenvormig, red.) en als stereotype wordt voorgesteld, wat geen recht doet aan de diversiteit.’

Dit begrip ‘oriëntalisme’ komt ook van Saïd. Wat bedoelde hij hiermee?

‘In het Midden-Oosten wordt de term ‘oriëntalisme’ gebruikt als scheldwoord. Dat is onterecht. Saïd wilde dat we ons bewust zouden zijn van onze blik, van onze vooroordelen over de ander. We moeten niet blijven hangen in stereotypen van mensen die niet op ons lijken.

‘Ik kende Saïd persoonlijk, heb in 1994 nog colleges van hem gehad in Palestina. Voor hem was de notie van twijfel heel belangrijk. Je moet kunnen twijfelen aan het dominante narratief. Westerse media volgen het overheidsnarratief veel te makkelijk. Twijfel helpt juist om een ander perspectief te ontwikkelen, zo ontwikkelt een samenleving zich.’

Maar twijfel kan ook leiden tot nepnieuws en complottheorieën. Denk aan 9/11 als ‘inside job’ of als ‘zionistisch complot’. Moet je die theorieën niet juist weerspreken?

‘Het probleem is dat veel mensen praten zonder voldoende kennis. Dat doen ze in Nederland, maar ook in de Arabische wereld. Mensen zonder voldoende kennis zijn vatbaarder voor complottheorieën. Sociale media hebben het geloof hierin versterkt. Daarom is het belangrijk dat we kennis uitwisselen, voorbij de vooroordelen durven te denken, elkaar leren kennen.’

Verzoening in plaats van conflict, dus. Toch lijkt het idee van een clash of civilizations onder politici als Geert Wilders en Gert-Jan Segers nog steeds populairder dan het gedachtegoed van Saïd. Wat vindt u hiervan?

‘Het idee van botsende beschavingen leeft breed. Niet alleen bij Wilders en Segers, maar ook bij wijlen Pim Fortuyn, Ayaan Hirsi Ali, Theo van Gogh en Rita Verdonk. En in het buitenland bij bijvoorbeeld de Hongaarse premier Viktor Orbán en de Duitse anti-islambeweging Pegida. Hoewel er nu twintig jaar geroepen wordt dat er sprake is van botsende beschavingen, levert deze theorie van angst ons niets op – behalve misschien boeken die goed verkopen. Want we moeten juist investeren in de toekomst, in mensen uit niet-westerse culturen. Dan krijg je een duurzame en vredige samenleving.’  

Heeft uw pleidooi niet ook een autobiografisch element? U komt immers uit Palestina en bent nu hoogleraar in Nederland geworden.

‘Dat kun je misschien wel zo stellen. Ik heb dankzij een uitwisselingsproject tussen de Birzeit University in Ramallah en de UvA in Nederland mijn master kunnen doen, en heb hier ook mijn proefschrift geschreven. Verder heb ik ook in Berlijn en in Bologna gedoceerd, en mij verdiept in de Duitse en Italiaanse filosofie. Heel belangrijk is de uitwisseling van ideeën. Daardoor krijg je begrip voor elkaars standpunten, begrip voor elkaar als mens.’

Maar het westerse discours over het Midden-Oosten is na 9/11 juist verhard. Wat is de belangrijkste verandering geweest? 

‘De war on terror is een voedingsbodem gebleken voor de extremistische politiek van populisme, die een groot gevaar vormt voor het Westen, gevaarlijker dan terrorisme. Complottheorieën als QAnon, maar ook racisme en haat tegen moslims ontwrichten onze samenleving. Dat is het belangrijkste neveneffect geweest van de war on terror.’

En is het Midden-Oosten na 9/11 meer antiwesters geworden? Of ligt dat toch genuanceerder?

‘Mensen in het Midden-Oosten zijn negatiever gaan denken over het Westen, maar dat ligt aan het Westen zelf. Tijdens de Arabische lente zagen we wat mensen in het Midden-Oosten echt willen. Meer vrijheid, meer democratie. Ze willen leven in vrede, een betere toekomst voor zichzelf en hun kinderen. Maar het Westen steunde juist de contrarevolutie, politici als de Egyptische dictator Abdul Fatah al-Sisi. Afkeer voor het Westen betekent trouwens niet een afkeer voor westerse mensen. Het is een afkeer voor westerse politiek, westers buitenlands beleid. Die nuance wil ik graag maken.’

‘Mensen in het Midden-Oosten zijn negatiever gaan denken over het Westen, maar dat ligt aan het Westen zelf’

De war on terror heeft ons niet verder geholpen. Heeft het Westen hiervan geleerd?

‘Nauwelijks. Nu Afghanistan is heroverd door de Taliban gaat alle aandacht van de westerse media uit naar Afghaanse vrouwen. Het oriëntalistische narratief is dat zij onderdrukt worden door de Taliban. Alleen vrouwen die dat narratief bevestigen werden opgevoerd in een groot artikel in NRC van enkele weken geleden. Want dit verkoopt.’

Wat voor invloed heeft de war on terror gehad op het vredesproces tussen Israël en de Palestijnen?

‘Israël kreeg hierdoor de overhand in onderhandelingen. Voor 9/11 was de Palestijnse onderhandelingspositie veel sterker. Israël werd tot de Oslo-akkoorden gedwongen. Maar dankzij 9/11 werd dit allemaal tenietgedaan. De Israëlische televisie liet beelden van juichende Palestijnen zien die blij waren met de aanslagen op de Twin Towers in New York. Deze beelden gingen de wereld over en bevestigden het Israëlische narratief, dat Palestijnen terroristen zijn. Voor 9/11 was er een reële mogelijkheid dat er een Palestijnse staat zou komen, die mogelijkheid is nu nagenoeg van de kaart verdwenen. Israël gaat door met de nederzettingenpolitiek op de Westbank en blijft maar stukken land afpakken.’

‘Oh, East is East and West is West, and never the twain shall meet’, schreef de negentiende-eeuwse dichter Rudyard Kipling. Is de kloof tussen Oost en West onoverbrugbaar? Of kunnen we de kloof wel overbruggen?

‘Nee, die kloof is niet onoverbrugbaar. Maar belangrijk is het perspectief van Saïd: dat we verder kijken dan onze neus lang is en niet blijven hangen in stereotyperingen van de ander. En ook dat het hebben van meer perspectieven onze blik juist verruimt. Verder moeten we beseffen dat de war on terror niets heeft opgeleverd – behalve nog meer verwoestingen en nog meer haat. Willen we nog twintig jaar war on terror? Nee, we willen juist dat er vrede komt. En dat kan door meer kennis uit te wisselen, meer cultuuruitwisseling, meer begrip voor elkaar. Kennisuitwisseling is veel effectiever dan ontwikkelingshulp. Je moet Afrika geen kant-en-klaarmaaltijden geven, maar Afrika een kans geven zichzelf te ontwikkelen. Maar hiervoor is een langetermijnperspectief nodig. En dat ontbreekt nog.’

Hoe denkt u dat het discours er over twintig jaar uitziet? Hebben we dan een breder perspectief op Oost en West, op de wereldproblematiek dan nu het geval is?

‘Als cultuurwetenschapper kan ik de toekomst niet voorspellen, maar mijn vermoeden is dat we de komende vijf à tien nog steeds te maken hebben met populisme. Toch beschouw mijzelf als een optimist en geloof dat we de tegenstellingen te boven kunnen komen. We komen denk ik uiteindelijk tot het besef dat we er samen uit moeten komen. Uit de coronapandemie, maar ook uit de pandemie die de politiek van het Midden-Oosten is geworden dankzij westerse inmenging. Want we moeten dit uiteindelijk samen oplossen.’

Dit artikel werd eerder gepubliceerd op de Kanttekening op 10 september 2021.