Achter het huis is een nieuwe, eigentijdse bewerking van de dagboeken van Anne Frank. De Kanttekening sprak bezoekers en de hoofdrolspeler van dit veelbesproken toneelstuk.
Tot begin maart 2018 toert een bijzondere theatervoorstelling door heel het land, gebaseerd op de dagboeken van Anne Frank. De voorstelling Achter het huis is geschreven door dichter, classicus en schrijver Ilja Leonard Pfeijffer. Hij wil dat het publiek ervaart hoe het is om met te veel mensen in een kleine ruimte te moeten leven. Je moet je overdag ook nog eens muisstil houden, dus ook niet bijvoorbeeld even de wc doortrekken.
Het van oorsprong Duitse gezin Frank, bestaande uit Otto en Edith en hun kinderen Margot en Anne, vluchtte in de jaren dertig vanwege hun Joodse achtergrond naar Nederland. Helaas sloeg het noodlot hier ook toe, waarop Otto besloot maatregelen te nemen. Boven zijn bedrijf zat een piepkleine woning verstopt die alleen bereikt kon worden via een geheime deur. Hier, in het ‘achterhuis’, verbleef het gezin Frank van 6 juli 1942 tot 4 augustus 1944 samen met het gezin Van Pels. Later kwam daar de Joodse tandarts Fritz Pfeffer bij. Miep Gies bracht hen eten en andere dingen die ze nodig hadden. Verder wist niemand het. Toch werd de schuilplaats door iemand verraden. Alle onderduikers werden afgevoerd naar concentratiekampen. Alleen Otto keerde terug.
Anne van der Burg, net afgestudeerd aan de Amsterdamse Toneelschool en Kleinkunst Academie, speelt de rol van Anne Frank. ‘Er wordt in deze voorstelling niet gesproken over Joden en Duitsers, maar over volk en bezetter. Zo wordt het drama van toen vertaald naar het hier en nu.’ Hoe is het om een tijd buiten de maatschappij te staan? Ze waren immers totaal afgesloten van de buitenwereld. ‘Zo’n situatie is een snelkookpan van emoties. Gedurende de voorstelling loopt de spanning op. Iedereen probeert beschaafd te blijven, wat niet altijd lukt. De onderduikers proberen ook om iets af te bakenen. Zo wil Anne absoluut aan een bepaald tafeltje in haar dagboek schrijven. Dat snap ik best. Ze was pas dertien jaar, deelde een piepklein hokje met haar zus en later met Fritz Pfeffer. Hij claimt haar tafeltje, waar ze tegen protesteert. Het was het enige van zichzelf dat ze nog had. Haar vader was voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog al begonnen met allerlei dingen naar het ‘achterhuis’ te brengen. Verder hadden ze alles achter moeten laten.’
Van der Burg is twee keer naar het Anne Frank Huis in Amsterdam geweest, voor het eerst tijdens de Museumnacht en vervolgens met acteurs van Achter het huis. ‘Een bijzondere ervaring. Met de cast beleefde ik het net iets anders.’ Achter het huis roept volgens Van der Burg veel emoties op bij het publiek. ‘Er zijn bezoekers die na afloop even met ons willen praten.’
De voorstelling wordt niet door iedereen op prijs gesteld. De discussie startte al toen Achter het huis nog in de maak was. Het Anne Frank Fonds in Bazel wilde geen toestemming geven, omdat de interpretatie van Pfeiffer te vrij zou zijn. Modern taalgebruik, toegevoegde verhaallijnen, het kon hen niet bekoren. Ondanks dat de makers heel duidelijk stellen dat het een fictieve voorstelling is van wat zich daar kan hebben afgespeeld. De context is wel degelijk historisch, maar het verhaal is niet honderd procent gebaseerd op de dagboeken van Anne Frank, wat duidelijk wordt aangegeven.
Met welk idee bezoeken mensen Achter het huis? Vlak voor de voorstelling in Barendrecht moet een gezelschap van zeven vrouwen grinniken om die vraag. Ze hebben duidelijk zin in hun gezamenlijke uitje, zeggen eerlijk dat ze niet weten wat ze kunnen verwachten en betreden met open blik de zaal.
De opening van het toneelstuk is een gesprek over het ‘achterhuis’ tussen Hermann van Pels (Michiel Nooter) en Otto (Hajo Bruins). Van Pels weet nog niet wat hij van de schuilplaats moet denken, maar hij wordt overtuigd door Otto, die zelfs een voedselvoorraad heeft aangelegd. Het is 1942 en ze zijn heel optimistisch over de komst van de geallieerden. Het komt niet in hun hoofd op dat ze hier ruim twee jaar zullen verblijven. Al snel ontstaan allerlei irritaties over ogenschijnlijk onbelangrijke dingen. Zo ergert mevrouw Van Pels (Raymonde de Kuyper) zich eraan dat ze elke avond van háár servies eten, nota bene Wedgewood, eigenlijk bestemd voor bijzondere gelegenheden. Ze bindt in als blijkt dat dit hun enige serviesgoed is. Verder vindt ze Anne hondsbrutaal. Haar man is vooral geïnteresseerd in de sigaretten die Miep (Marie Louise Stheins) meebrengt. Langzaam neemt de irritatie toe, ook omdat ze doorlopend bonen eten, er geen ramen open mogen en privacy ondenkbaar is. Bepaalde ergernissen ontstaan ook omdat ze zich niet meer kunnen verplaatsen in de buitenwereld. Voedsel wordt schaarser en op een gegeven moment alleen nog maar verkrijgbaar op de bon en de zwarte markt. Miep moet halsbrekende toeren uithalen om iets eetbaars voor te versieren, wat behalve bij Anne niet echt tot de bewoners doordringt.
In de pauze spreken de dames zich lovend uit over het stuk. ‘Er zit humor in en mooie dialogen’, zegt één van hen. ‘Je gaat je realiseren hoe het zou zijn om met twee gezinnen in zo’n kleine ruimte te leven’, zegt een ander. ‘Ik vind het heel bijzonder dat in dit toneelstuk het leven in het ‘achterhuis’ vanuit verschillende perspectieven wordt bekeken.’
Tijdens het tweede deel lopen de spanningen pas echt op, zowel tussen als binnen de gezinnen. Zo gaat Hermann totaal door het lint als hij zijn vrouw al trappelend van ongeduld en ergernis vertelt hoe hij over haar denkt. De snelkookpan van emoties waar Van der Burg het over had, kookt over.