Home Kunst & Cultuur ‘Ik geloof in mijn eigen rooskleurige wereld’

‘Ik geloof in mijn eigen rooskleurige wereld’

Foto's: Stephanie Afrifa

‘Het is de selected few die bepaalt wat wij te zien krijgen. Binnen mijn invloedssfeer probeer ik te doen wat ik kan om dat te veranderen’, zegt Stephanie Afrifa.

Al bellend komt Stephanie Afrifa (Zoetermeer, 1988) aan bij het café waar we hebben afgesproken. Ze is kunstcurator, presentator en fotomodel en heeft een missie. Ze wil heilige huisjes in de kunstwereld omverwerpen. Het idee dat er hoge en lage kunst bestaat bestrijdt ze. Ze wil kunst toegankelijker maken voor een diverser publiek.

Feminisme, taboe’s rondom seksualiteit en de rol van kunst en cultuur in de maatschappij: Afrifa loopt niet snel weg voor gevoelige onderwerpen. ‘Omdat ik veel heb meegemaakt, vind ik snel de kwetsbaarheid bij anderen. Dat tonen maakt verschillen tussen mensen kleiner.’

Ze is druk, niet in de laatste plaats door een verhuizing. De meeste mensen kennen haar van De wereld draait door, waar ze regelmatig haar licht laat schijnen over ontwikkelingen binnen kunst en cultuur. Zo besprak ze de Amerikaanse kunstenaar Kehinde Wiley, die iconen uit de zwarte cultuur in gigantische schilderijen plaatst. ‘Binnen de kunstwereld wordt er natuurlijk op een bepaalde manier naar cultuur gekeken’, legt Afrifa uit. ‘Zo van, dit is hoge en dat is lage kunst. Wiley zet dat op zijn kop. Zwarte mensen voelen zich niet gerepresenteerd in musea, dus door zoiets te doen kaart hij iets belangrijks aan.’ Musea willen graag jonger publiek trekken, is een veel gehoorde wens van museumdirecteuren. ‘Maar hoe haal je die binnen als zij niet het gevoel hebben dat ze deel uit maken van dat wat ze aan de muren zien hangen? Wiley gaat met zijn werk die discussie aan.’

Zelfs cureert ze ook tentoonstellingen en schopt daarbij heilige huisjes omver. In september is er een groepstentoonstelling van Het rapcollectief SMIB (het omgekeerde van Bims, de Bijlmer) in het KAF (Kunstlinie Almere Flevoland) waarvan Afrifa de curatie op zich neemt. ‘Smib is een jongerencollectief uit de Bijlmer dat zich op allerlei manieren uit. In muziek of kleding. Niet typisch museum-materiaal, maar dat bedoel ik: sommige dingen moeten veranderen. Ik vind ze erg goed.’

Ze vertelt over Stacii Samidin, die veel op straat fotografeert. ‘Dan hoor ik mensen zeggen ‘oh, die gangsterfotograaf?’ Nee, hij komt gemakkelijker in contact met bepaalde groepen. Hij maakt daardoor een diepere connectie met zijn onderwerp en daardoor betere foto’s. Dat zou een witte fotograaf waarschijnlijk niet lukken op dezelfde manier. Maar dat maakt hem geen gangsterfotograaf! Hij is gewoon een goede fotograaf. Waarom zo’n label?’

‘Anders zijn dan de norm is een positief iets‘, vindt Afrifa. ‘Wat heet, al denkt de reguliere westerse kunstwereld daar vaak anders over. De impressionisten werden beschimpt, omdat hun schilderstijl op half afgemaakte impressies leken volgens critici. Ook het fauvisme (fauve betekent wild in het Frans, red.) werd weggezet als buiten de kaders van serieuze kunst vallend.’ Afrifa past in een traditie van mensen die weliswaar niet zelf kunst maken, maar zich hard maken voor nog niet erkende stromingen. ‘Het is de selected few die bepaalt wat wij te zien krijgen. Binnen mijn invloedssfeer probeer ik te doen wat ik kan om dat te veranderen. Ik geloof in mijn eigen rooskleurige wereld.’

Toch is dat zeker niet haar enige bezigheid. Ze verscheen onlangs nog als model in een campagne van de Bijenkorf. Daarnaast doet ze veel presenteerwerk. ‘Het liefst zou ik de hele dag over de wereld reizen en met mensen praten. Daar ligt mijn grote kracht, denk ik. Omdat ik zelf veel meegemaakt heb (haar moeder verliet het gezin toen Afrifa een tiener was, red.) en niemand me meer uit mijn evenwicht krijgt durf ik me kwetsbaar op te stellen in een gesprek. Wat je uitstraalt krijg je terug, daar geloof ik in.’ Een eigen talkshow, dat ziet ze wel zitten in de toekomst. ‘Op welk kanaal dan ook.’

Kwetsbaarheid, zoals die tijdens een interview, kan ook seksueel worden uitgelegd. Afrifa hekelt de hypocrisie die vaak hangt rondom preutsheid. ‘Op Instagram mag geen tepel worden getoond. Maar een foto van een moord is geen probleem! Dat is toch raar? Dat doet iets met een maatschappij.’ Ze vindt het vreemd dat mannen haar naroepen op straat. ‘Weet je wat ik allemaal te horen krijg? En van alle leeftijden. Ook mannen die mijn vader konden zijn. Het feit dat ze denken een oordeel te mogen vellen over mijn lichaam of er zich toegang toe kunnen verschaffen, want dat doe je als je een oordeel vormt over een lichaam, is zo verkeerd. Waarom ben je als vrouw een hoer als je je lichaam deelt met anderen? Mannen doen dat toch ook en wat dan nog? Waarom moet er een oordeel op volgen?’

‘Kunst kan een rol spelen in emancipatie bij maatschappelijke taboes’, denkt Afrifa. ‘Het mooie aan kunst is dat het kan empoweren. Daarom moet kunst een grotere rol krijgen binnen het onderwijs. Je weet niets als je van de middelbare school afkomt. Waarom gaan al die jongeren reizen na hun vwo? Ze weten niet wat ze willen. Kunstonderwijs helpt je jezelf te leren kennen. Zo stimuleer je gevoel voor creativiteit en gevoel voor kunst bij jongeren en gaan ze later dingen doen die ze anders niet hadden kunnen bedenken.’