OMG. Je ziet het vaak in berichten van jongeren. Ik kon er geen betekenis aan geven. Het was de afkorting voor ‘Oh mijn God’.
In onze jeugd kenden we deze uitdrukking niet. De Engelstalige ‘Oh my God’ kenden we wel uit Amerikaanse films. Daar voelden ze vaker de behoefte om de Schepper aan te roepen. De ondertiteling gaf vaak een andere betekenis.
God aanroepen was hier ‘not done’. Hier had de Tweede Wereldoorlog plaatsgevonden. Vele, vele miljoenen mensen hadden een gewelddadige dood gevonden. Miljoenen mensen waren in concentratiekampen op industriële schaal vermoord. Drukbevolkte binnensteden waren platgebombardeerd. Hoe kan het, zo redeneerde de generatie na de oorlog, dat er een God bestond die al deze wreedheden liet gebeuren?
Zo wordt het geloof in God bij het volk de nek omgedraaid
Omdat de geestelijkheid vaak onderdeel is van het establishment, laat zij zich te makkelijk meesleuren in medeplichtigheid aan misdaden van een repressief regime. Zo wordt het geloof in God bij het volk de nek omgedraaid.
De studentenpastor vroeg aan ons groepje geneeskundestudenten of we gelovig waren. Tot dan toe leefde ik in de veronderstelling dat ik omgeven was door goddeloze atheïsten. Mijn Hollandse klasgenoten, of beter gezegd Brabantse klasgenoten, hadden het nooit over het geloof. Ik dacht dat ze allemaal ongelovig waren. Omdat wij als moslims het juiste geloof hebben, was het ook makkelijk te plaatsen dat zij ongelovig waren. Eén voor één biechtten ze echter op dat ze eigenlijk wel geloofden. Dat had ik buiten de les, met de pastoor, bijna nooit gehoord.
Scholieren worden onderwezen om zichzelf te zijn. Dit recht leek christenen gedurende decennia ontnomen te zijn. Nu is ‘OMG’ aan de lopende band te horen. En dan wel in het Nederlands.