Home Kunst & Cultuur ‘We zijn en blijven Syriërs’

‘We zijn en blijven Syriërs’

Foto's: Adnan Alaoda
Schrijver Adnan Alaoda ontvluchtte Syrië. Sinds februari verblijft hij met zijn gezin in Rotterdam.

Verhalenhuis Belvédère in Katendrecht, Rotterdam is als eerste ‘huis voor immaterieel erfgoed’ uniek in Nederland. Het doel van het project is om mensen van uiteenlopende culturen bij elkaar te brengen door middel van ontmoetingen, exposities en voorstellingen. Belvédère heeft een gastenverblijf voor schrijvers uit het buitenland. Schrijvers mogen er een jaar logeren. De eerste auteur die er nu logeert, de Syriër Adnan Alaoda, verblijft er sinds februari met zijn gezin. Hij is beroemd in de Arabische wereld. De Kanttekening sprak hem en zijn vrouw Dimah.

Op de dag van het interview stroomt de regen met bakken uit de hemel. Het is bijna onafwendbaar om Adnan en Dimah te vragen wat ze van het Nederlandse weer vinden. ‘Er zijn geen seizoenen in Doebai, waar we sinds 2013 wonen. Het is er meestal rond de zeventien, achttien graden. Het nadeel is dat de temperatuur daar in de zomer oploopt tot vijftig graden. In Syrië is het allemaal wat duidelijker, we hebben vier seizoenen die van elkaar te onderscheiden zijn, je kunt ergens op rekenen. Regen in augustus in Syrië? Welnee!’, vertelt Adnan.

Adnan schrijft gedichten, toneelstukken en televisieseries. Hij ontvluchtte zoals vele anderen Syrië vanwege het geweld. Hij emigreerde naar Doebai. Via het International Cities of Refuge Network (ICORN), een netwerk van steden die onderdak aanbieden aan bedreigde auteurs, kwam hij in aanraking met Belvédère. Hij koos voor Rotterdam omdat hij graag naar een omgeving wilde waar meer Syriërs wonen. Hij had zichzelf ten doel gesteld om evenementen te organiseren waarbij Nederlanders en Syriërs elkaar ontmoeten en kennis maken met elkaars cultuur.

Adnan heeft zijn tijd hier naar eigen zeggen goed besteed. Zo zijn er enkele programma’s geweest in Belvédère waarbij onder meer Nederlandse poëzie in het Arabisch werd voorgedragen en Syrische poëzie in het Nederlands. Er is ook een gedicht van Adnan naar het Nederlands vertaald en op muziek gezet.

‘Voordat we dit gingen doen, kwamen er weinig Arabische mensen naar het verhalenhuis. Hij heeft dus ook geholpen om het Verhalenhuis bij deze bevolkingsgroep op de kaart te zetten’, vertelt Dimah. Ze tolkt voor haar man van het Engels naar het Arabisch en ze spreekt een beetje Nederlands.

Adnan en Dimah zeggen dat ze zich op hun gemak voelen in Rotterdam en in Nederland. Ze vinden Nederlandse mensen erg aardig. Hun zoon van bijna negen zegt dat hij het prettiger vond in Doebai. Dimah: ‘Wat ons verdriet doet, is dat hij zich haast niets meer van Syrië herinnert. Hij beschouwt Doebai als zijn thuis, daar wonen zijn vrienden.’

Adnan vindt zijn verblijfplaats in Rotterdam een inspiratiebron. Hij heeft verschillende gedichten over Rotterdam geschreven. De Rotterdamse rivieren herinneren hem aan zijn geboortestad, die is verwoest. Maar meestal schrijft hij over Syrië.

‘Je valt van de ene angst in de andere’, zegt Dimah. ‘Zijn moeder woont in Raqqa, dat onder controle stond van IS. Dat was heel erg. Daarna kwamen de hevige gevechten. We weten dat zijn moeder niet meer in Raqqa is, maar er is absoluut geen contact mogelijk. Syrië is de hele dag in onze gedachten, op welke manier dan ook. We zijn en blijven Syriërs, ongeacht waar we verblijven. Dankzij zijn bekendheid heeft Adnan een groot netwerk. Daardoor is hij in staat om mensen bij elkaar te brengen, omdat zijn naam aandacht trekt.’

Ondanks alle oorlogsproblemen heeft Adnan hoop op een betere toekomst. ‘Er is geen keuze, alleen hoop. Dat is ook een strategie om te overleven. Misschien is er toch nog iets goeds voortgekomen uit het moeten vluchten. Het elkaar ontmoeten, elkaars cultuur leren kennen. Veel Syriërs zijn hopeloos en zijn hun zelfvertrouwen kwijt. Daarom is het zo belangrijk om elkaar te helpen. We kunnen niet vergeten dat we Syriërs zijn. We hebben dezelfde herinneringen, dezelfde cultuur. Het belangrijkste is cultureel erfgoed. We hebben een cultuur en een beschaving die duizenden jaren oud is, waar we trots op moeten en kunnen zijn.’

In principe mogen de gasten van Belvédère een jaar blijven met de mogelijkheid op verlenging. Waarschijnlijk wordt de terugreis naar Doebai even uitgesteld en blijft het gezin na februari 2018 nog even hier, maar dat weten ze nog niet zeker. Adnan wil zich in ieder geval blijven inzetten om mensen en culturen dichter bij elkaar brengen.