Home Nieuw in Nederland ‘Zelfs als Turkije weer veilig is, wil ik niet teruggaan. Mijn leven...

‘Zelfs als Turkije weer veilig is, wil ik niet teruggaan. Mijn leven is hier’

De Albert Cuypmarkt in Amsterdam (Beeld: Unsplash)

Elke maand gaat de Kanttekening in gesprek met vluchtelingen en statushouders in Nederland. Hoe zijn ze hier gekomen? En hoe hebben zij hun nieuwe leven in Nederland opgebouwd? Deze maand spreken we Mehmet* (30), die zijn thuisland Turkije verliet om de politieke problemen die daar nu gaande zijn.

Mehmet studeerde Filosofie en Wiskunde en gaf in Turkije les aan basisschoolleerlingen. Nu werkt hij als onderwijsassistent op een basisschool in Amsterdam, waar hij uiteindelijk ook aan de slag wil gaan als leraar.

Vijf jaar geleden is Mehmet naar Nederland gekomen. Na twee jaar in Nederland werd hij herenigd met zijn echtgenote, die nu zwanger is van hun eerste kind. Hij is een Koerdisch-Turkse sympathisant van de geestelijke leider Fethullah Gülen, in Turkije staatsvijand nummer één omdat Erdogan hem beschuldigt achter de coup van 2016 te zitten. In Turkije werd hij gearresteerd om zijn loyaliteit aan de Gülenbeweging, waarna hij voor zijn eigen veiligheid besloot naar Nederland te vertrekken.

Door de politieke problemen die in Turkije gaande zijn, en de angst om te worden herkend door sommige Turkse Nederlanders die tegen Gülen-sympathisanten zijn, kiest hij ervoor om niet bij zijn volledige naam te worden genoemd in dit artikel.

‘Ik vind het heel fijn om in Nederland te zijn, hier ben ik veilig’, zegt Mehmet. ‘Ik heb besloten om in Nederland te blijven en mijn gezin hier te stichten. Daar zijn mijn vrouw en ik het over eens, omdat we ons hier prettig en veilig voelen. Zelfs als het in Turkije weer veilig is voor mij, wil ik niet teruggaan. Mijn leven is hier’, zegt hij.

‘In Nederland hechten mensen veel waarde aan vrijheid en de vrijheid van meningsuiting. Dat zie je niet alleen in de politiek, maar ook in de cultuur. Mensen zijn heel direct, en kunnen alles tegen elkaar zeggen. In Nederland zijn mensen een open boek. Je kunt gemakkelijk een gesprek met ze aanknopen, en je eigen ideeën ter tafel brengen zonder daarvoor te worden veroordeeld. Ondanks dat de ideeën soms met elkaar botsen en er veel meningsverschil is, kunnen we netjes met elkaar omgaan. Dat vind ik heel belangrijk.’

De openheid en tolerantie die hij in Nederland ervaart staat in schril contrast met wat hij in Turkije had meegemaakt, vertelt Mehmet. ‘In Turkije is het lastiger om je mening te uiten wanneer die botst met de mening van de meerderheid. Mensen durven zich niet in alle vrijheid en openheid te uiten wanneer ze het oneens zijn met bijvoorbeeld de regering. Niet alleen vanwege gevaar voor eigen leven, zoals dat bij onder andere Gülen-sympathisanten het geval is, maar ook vanwege de cultuur. Wanneer je het oneens bent met iemand kun je dat maar beter voor jezelf houden. De meeste mensen vinden het niet netjes wanneer ze moeten aanhoren dat jij het niet met ze eens bent.’

‘In Turkije is het lastiger om je mening te uiten wanneer die botst met die van de meerderheid’

Er heerst grote polarisatie in de Turkse samenleving, waar politieke groepen lijnrecht tegenover elkaar lijken staan. De regering gooit vervolgens olie op het vuur door groepen mensen af te schilderen als vijand van de staat, gaat hij verder:

‘De politieke problemen in Turkije, zoals tussen Erdogan-aanhangers en Gülen-sympathisanten, zorgen voor veel verdeeldheid. En dat speelt de regering in de hand. In plaats van dat mensen leren om ondanks de verschillen samen met elkaar te leven, wordt dat nu onmogelijk gemaakt. Familieleden keren elkaar de rug toe en geven elkaar aan bij de regering wanneer zij een andere politieke voorkeur hebben, die niet in lijn is met wat de staat wil.’

Dat mensen gecriminaliseerd worden om hun denkbeelden is een groot probleem, zegt Mehmet. Ook vindt hij het zonde dat de eens zo kleurrijke samenleving van Turkije nu gebukt gaat onder een autoritaire regering die verschillen niet waardeert. ‘Verschillen in etniciteit, culturen en denkbeelden zouden juist als verrijking moeten worden gezien, niet als probleem.’

Ook in Nederland worden verschillen niet altijd gewaardeerd, merkt hij op. Dan gaat het vooral over moslims en het ‘vluchtelingenprobleem’. ‘Tegen mensen in Nederland die moslims en vluchtelingen als een probleem zien wil, ik zeggen dat ze ons eerst maar eens moeten leren kennen. Stap uit je bubbel, en neem niet alles aan wat er over ons wordt gezegd, zonder dat je zelf met een vluchteling of een moslim in gesprek bent gegaan. Leer ons kennen. Daarom heb ik in Nederland veel vrijwilligerswerk gedaan in buurthuizen en zorginstellingen voor ouderen. Niet alleen om de Nederlandse taal te leren, maar juist ook om de mensen te leren kennen en te laten zien dat we niet zoveel van elkaar verschillen.’

Wat betreft het belijden van zijn geloof als moslim in Nederland ziet Mehmet geen grote uitdagingen. ‘Mijn geloof kan ik hier in alle rust en vrijheid belijden. Ik merk dat men in Nederland veel waarde hecht aan godsdienstvrijheid. Dat helpt mij in mijn geloofsbeleving. Ik ga wekelijks naar een Turkse moskee, verricht daar mijn gebeden. Ik bid ook thuis’, zegt hij.

‘Met Turkse vrienden praat ik nooit over politiek, maar wel over de islam. Wat betreft het geloof zijn de Turkse moslimgemeenschappen in Nederland wel hecht. De Turkse moslims met wie ik samen bid betekenen veel voor mij. Deze mensen helpen mij ook om mij meer thuis te voelen in Nederland. Ze helpen het gemis naar mijn familie in Turkije te verzachten.’

Volgens Mehmet is de Turkse moslimgemeenschap ook belangrijk voor de islamitische opvoeding van zijn ongeboren kind. ‘Het islamitisch opvoeden van ons kind kan nog wel een uitdaging opleveren, zeker wanneer het opgroeit in een land waar moslims een minderheid zijn. Daarom doe ik mijn best om mij in mijn geloof te verdiepen. Bidden tot God, veel kennis opdoen, maar ook altijd bereid zijn om anderen te helpen en bij te dragen aan de samenleving. Ik wil een goed voorbeeld zijn voor mijn kind. Vooral wil ik mijn geloof vertalen in goed gedrag en hoe ik anderen behandel. Meer kun je als ouder ook niet doen.’

*Achternaam bij de redactie bekend.