10.2 C
Amsterdam

Overwegingen om het niet tot een Grexit te laten komen

Thomas von der Dunk
Thomas von der Dunk
Publicist. Cultuurhistoricus.

Lees meer

grexit-reuters.jpg
Foto: © Reuters

Een luid en duidelijk nee – veel luider en duidelijker ook dan werd verwacht. Dat was de uitkomst van het pijlsnelle referendum dat de Griekse regering over de Europese bezuinigingsplannen, die in Athene niet zonder reden als een Brussels dictaat werden opgevat, had georganiseerd. Volgens premier Tsipras was een (door hem aanbevolen) “nee” geen stem tegen Europa, maar betekende ze een versterking van de Griekse onderhandelingspositie. Volgens Brussel, dat – opnieuw averechts – met een stemadvies voor een “ja” kwam, klopt het een noch het ander, en betekende een “nee” een stem voor een politiek die juist tot een Grexit zou leiden, ook al werd dat daarmee dan misschien niet door de nee-stemmers bedoeld.

Vooreerst ben ik geneigd zeker in het eerste Tsipras gelijk te geven. 60 tegen 40 procent is een duidelijke meerderheid voor zijn beleid, een grotere meerderheid ook dan beide regeringspartijen tezamen in januari bij de verkiezingen behaalden. Tot de door Brussel gehoopte afstraffing van Tsipras’ onhandelbaarheid is het niet gekomen: daarmee staat Tsipras als vertegenwoordiger van zijn land sterker. Dat is een feit dat Brussel, als het de eigen democratische geloofsbelijdenis serieus neemt, niet negeren kan: één nationale democratie heeft zich gekeerd tegen de plannen van een internationale bureaucratie die hier als vertegenwoordiger van 17 andere nationale democratieën optrad. Die 17 anderen worden vaak in het spel gebracht, om de Griekse pretenties – de democratie verliest als de Griekse wensen worden genegeerd – tegen te spreken, maar dat is natuurlijk een scheve vergelijking. Voor de Grieken staat bij winst of verlies van de strijd veel meer op het spel dan voor de overige 17: een welvaartsachteruitgang in de grootte van tientallen procenten, waarbij het voor de anderen hooguit, als de Grieken hun zin zouden krijgen, om een paar procent zou gaan.

Ook het tweede is maar de vraag. Op het eerste gezicht heeft Brussel gelijk: als Griekenland zich niet aan de regels houdt, dan is uiteindelijk een Grexit onvermijdelijk. Met die consequentie is ook voortdurend vanuit Brussel gedreigd. Maar tegelijk is Brussel er doodsbang voor dat het echt zo ver zal komen, misschien nog wel banger dan Athene zelf – en dat weten ze in Athene. Dat geeft Tsipras een enorm sterke onderhandelingspositie – zonder die enorme angst voor een Grexit in Brussel zelf, zou al veel eerder de deur in het gezicht van de Grieken zijn dicht gegooid.

Wat voedt die angst? Dat is in de eerste plaats angst voor het Europese project als zodanig, dat altijd als onomkeerbaar is voorgesteld. Er is maar één marsrichting: in de richting van meer Europa. De euro was bedoeld om die een stap op weg te helpen. Bewust waren procedureel geen mogelijkheden gecreëerd om uit te treden: wie eenmaal had ingecheckt, kon er niet meer uit.

Zou men nu in een Grexit berusten, dan betekent dat niet alleen het ideologisch failliet van de eurofielen die in Brussel de toon zetten, het behelst het risico dat andere landen zouden volgen, de Europese Unie desintegreert en het hele Europese project – een politiek project met economische middelen – mislukt. Dat willen vooral de Duitsers niet op hun geweten hebben, vandaar dat Merkel bij alle strengheid tegelijk alles doet om de Grieken binnenboord te houden.

Daar bestaat ook een hele zakelijke reden voor, die vooral Nederland nog niet openlijk onder ogen durft te zien, premier Rutte met zijn belofte dat er geen cent meer naar de Grieken gaat en elke geleende cent terug zal keren, vooraan. Iedereen die nadenkt weet: de Grieken kunnen binnen de eurozone nooit alles terugbetalen. Maar gaat het land, met een Grexit, failliet, dan is men uiteraard alle uitstaande schuld kwijt. Daarom zal men in Brussel, terwijl men de Grieken met de afgrond dreigt om hen tot inschikkelijkheid te bewegen, tegelijk tussen de Grieken en de afgrond inspringen, wat dat dreigement natuurlijk uitholt. Dat garandeert natuurlijk niet dat het nooit tot een Grexit komt: de onderlinge irritaties kunnen uiteindelijk zozeer oplopen, dat men in Brussel zijn geduld en zelfbeheersing verliest en plotseling roept: barst.

Daarnaast bestaan er ook belangrijke geopolitieke overwegingen om het niet tot een Grexit te laten komen, die om die reden ook voor Turkije niet zonder gevolgen zou zijn. Niet voor niets heeft Obama – Washington ziet dat momenteel scherper dan Brussel, maar heeft tegelijk wel makkelijker praten, omdat een (verhindering van een) Grexit niet de Amerikaanse staatskas raakt – benadrukt dat Griekenland koste wat kost binnenboord gehouden moet worden.

Want wat betekent een Grieks faillissement? Grote chaos in een regio waar het toch al notoir onrustig is – de Balkan – en niet al te ver van een regio waar het nog veel onrustiger is: het Midden-Oosten. Turkije wordt dan een geïsoleerd eiland van stabiliteit in een kolkende zee. Bij een instorting van Griekenland, met grote sociale ellende tot gevolg, zal Athene nog veel minder in staat zijn om de vluchtelingenstroom uit het Midden-Oosten in goede banen te leiden, en bovendien zelf vluchtelingen gaan produceren. Brussel kan zich niet veroorloven een zwart gat aan de rand van Europa te laten ontstaan, en zal moeten bijspringen.

Tot slot is Griekenland een strategisch belangrijk land – niet voor niets hebben de Verenigde Staten direct na 1945 zoveel financieel en anderszins in Griekenland geïnvesteerd om het buiten de sovjet-invloedsfeer te houden. Nu staat Poetin klaar om het van Europa los te weken, eventueel door financiële steun, en een verpauperd Griekenland zal elke reddingsboei grijpen. Daarom mijn voorspelling: na alle boosheid over het obstinate Griekse “nee” wordt er, omdat het alternatief voor Europa zelf veel erger is, straks gewoon weer met de Grieken verder gepraat.

Thomas von der Dunk is publicist en cultuurhistoricus. Hij promoveerde in 1994 op een proefschrift over de politieke en ideologische aspecten van de monumentencultus in het Heilige Roomse Rijk. Daarna was hij onderzoeker aan de universiteiten van Utrecht, Leiden en Amsterdam.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -