4.5 C
Amsterdam

Schokkende ontdekkingen

Trudy Coenen
Trudy Coenen
Docent Nederlands op het Montessori College Oost, een 'zwarte' vmbo-school in Amsterdam. Leraar van het Jaar 2010. Auteur van het boek 'Spijbelen doe je maar thuis: verhalen van een docent op het vmbo' (2013).

Lees meer

De dag nadat ik naast advocaat Inez Weski had gezeten in het tv-programma De nieuwe maan verscheen een appje van één van mijn leerlingen in de groepsapp van de klas. Marouane: ‘Ik ben tot een schokkende ontdekking gekomen.’ Ik schrok van zijn mededeling: ‘Wat dan?’ Marouane: ‘Die advocaat is de advocaat van F.N.’ Ik: ‘Ja, en?’ Marouane: ‘F.N. is de moordenaar van twee van mijn neven.’ Nawral die gewoonlijk nogal een treiteraar is in de groepsapp liet zich van zijn beste kant zien: ‘Gecondoleerd man.’ Zo word je in één klap de mocromaffia in gesleurd. Ik wist even niet wat ik moest appen. Moest ik hem condoleren? Het ging om een afrekening in het criminele circuit. Zowel de neven als F.N. hadden waarschijnlijk het nodige op hun kerfstok. Maar nu waren ze dood. Of iemand nou crimineel is of niet, dood is dood, en dat betekent verdriet voor vrienden en familie. Ik wist niets van die neven en hun banden met criminaliteit. Maar er is zo veel wat wij niet weten, zo veel wat ik niet eens vermoed.

Ik moest aan een gebeurtenis van jaren geleden denken. Een collega die in de keuken van onze school werkte ging met pensioen. Het werd een mooi afscheid met eten en drinken in overvloed, dat uitgeserveerd werd door een paar oud-leerlingen. Onder anderen Jozephine hielp mee, een Colombiaans meisje dat illegaal in Nederland verbleef toen ze bij ons op school kwam. Inmiddels was ze legaal, had een plekje gevonden in Nederland en het ging zo te zien goed met haar. Ik kon me haar nog goed herinneren. Een halfjaar na het begin van haar eerste jaar op school bleek ze zwanger te zijn. Ze was nog geen of ternauwernood zestien jaar. Ze wilde niet zeggen wie de vader was. Mijn collega Janny, die haar mentor was in dat jaar, drong erop aan dat ze haar moeder zou vertellen dat ze zwanger was en uiteindelijk deed ze dat ook. Haar moeder reageerde gechoqueerd. Uiteindelijk vond er in overleg met haar en haar ouders een abortus plaats. Jozephine had daarna haar school gewoon – of nou ja, ik weet eigenlijk niet of we hier van gewoon kunnen spreken – afgemaakt. Wie het kind verwekt had is nooit duidelijk geworden. Daar is verder ook niet over gepraat, want Jozephine had al genoeg te stellen met het halen van haar diploma.

Na de receptie liep ik met Janny naar buiten. ‘Hoe ging het met Jozephine?’, vroeg ik. Janny schudde haar hoofd, ze had een vreemde uitdrukking op haar gezicht. ‘Dat is toch niet te geloven’, zei ze. Ik begreep niet wat ze bedoelde: ‘Wat is er dan?’ Janny: ‘Dat we dat nooit gezien hebben.’ Ze had lang met Jozephine staan praten en die had haar eindelijk verteld wat er gebeurd was, dat eerste jaar op het MCO. Als doodsbange illegaal had ze zich zo onzichtbaar mogelijk gedragen: niet opvallen, nooit tegenspreken, stil zijn en je mond houden, dat was haar houding geweest. Juist dit kind, dat van angst geen vin durfde te verroeren, was het doelwit geworden van een ‘stoere’ vierdeklasser die een mogelijkheid zag om ongestraft misbruik van haar te maken. Met het dreigement dat hij haar aan zou geven bij de IND als ze het aan iemand zou vertellen, had hij haar gedwongen tot alle denkbare seksuele handelingen. Dus had ze niets gezegd. Maandenlang. Niet op school, niet tegen haar ouders, niet tegen wie ook maar. Met uiteindelijk dus een zwangerschap als gevolg. Ik probeerde me voor te stellen hoe het voor Jozephine geweest moest zijn: overgeleverd, zwanger, een abortus en niemand die wist hoe het zat. Het lukte me niet, maar ze moet zich heel, heel erg eenzaam hebben gevoeld. De volgende dag ben ik meteen naar de directeur gegaan, omdat ik vind dat we als school hierin op moeten kunnen treden. Dat we dit moeten zien en dat we de leerling het gevoel moeten geven dat ze alles aan ons kunnen vertellen. Zonder sanctie en zonder gevaar. Ook als ze illegaal zijn. Juist als ze illegaal zijn. Want ieder kind moet zich veilig kunnen voelen op school.

De namen in deze column zijn gefingeerd.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -