Home Opinie We pakken de herdenking van de oorlog niet af, maar maken deze...

We pakken de herdenking van de oorlog niet af, maar maken deze inclusiever

Tayfun Balcik hield op Bevrijdingsdag op Plein ’40-’45 een toespraak. Wat betekent de Tweede Wereldoorlog voor hem als Turkse Nederlander? Nederlandse en Turkse geschiedenis raken bij hem verweven en iedereen moet in de spiegel kijken. Hier volgt de integrale tekst, die ook op 8 mei zeer de moeite van het lezen waard is.

‘Op een prachtige, zonnige dag fietste ik een aantal jaar geleden langs dit plein naar een vriend. Hij woont aan die kant, achter al die restaurants. Het was al avond en toevallig was de Dodenherdenking op 4 mei net begonnen. Ik fietste in eerste instantie door, maar maakte daarna rechtsomkeert en filmde het tafereel. Toen stuurde ik het filmpje naar mijn moeder, vader, broers en vrienden. ‘Wat is dat?’, vroeg een enkeling. ‘De Dodenherdenking voor de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog’, antwoordde ik. Daar werd lacherig over gedaan, als het al niet erger was.

Bij een andere herdenking van ook een aantal jaren geleden, zat ik thuis in de woonkamer met mijn ouders en stond precies om 20.00u op om demonstratief twee minuten stil te staan. Een traditie die ik wat betreft 4 en 5 mei nooit van huis uit heb meegekregen. Het thuisfront keek me met grote ogen aan: wat is er met deze jongen aan de hand? Daarna belandde ik weer in een van die eindeloze discussies met mijn vader. ‘Wat voor oorlog hebben de Nederlanders gekend dan? Ze hebben niet eens gevochten toen de Duitsers hun land binnenviel.’

‘Jawel hoor, vijf dagen hebben ze het volgehouden’, zei ik. Daar moest hij dan weer besmuikt om lachen.

Ik zeg ‘ze’. En dat zegt genoeg.

De herdenkingsdagen van 4 en 5 mei leven niet in mijn familie. En ik ben Turks genoeg om te weten dat dat een breder probleem is. Ja, het is problematisch dat de geschiedenis van het land waarin we leven geen onderdeel is van ons bestaan. Hier moeten we aan werken. En dat doen we vandaag.

Als historicus, dus als iemand die hier de geschiedenisopleiding heeft gevolgd aan de universiteit, weet ik meer over het Nederlandse verleden dan mijn eigen familie en vriendenkring – en dat is dan ook weer zo: ook meer dan de meeste witte Nederlanders. Maar je hoeft geen historicus te zijn om empathie te hebben voor de slachtoffers van deze of een andere verschrikkelijke oorlog. Dat kan ook door te luisteren naar de verhalen van de ander. En daar schort het helaas aan, in Nederland, vooral in Amsterdam. We wonen al ons hele leven hier, maar nog steeds zijn de verhoudingen gesegregeerd. We zijn opgegroeid in getto’s, met alleen maar Turken en Marokkanen. We zijn in de jaren negentig, toen we nog binnen de ring woonden, collectief buiten de ring gedumpt in Nieuw-West, of zoals oud-stadsdeelwethouder Fred Martin in een Volkskrant-artikel zei: ‘Strategisch bij elkaar gezet.’

Dus dat we de witte Nederlanders en de Nederlandse geschiedenis niet zo goed kennen, heeft ook hiermee te maken. Onze witte buren waren er niet meer. Ze waren met de noorderzon vertrokken. En de paar uurtjes geschiedenis op school, of vluchtige oogcontacten bij de Albert Heijn, is lang niet genoeg om die kloof te dichten.

Maar goed, laten we dan nu wel de geschiedenis in duiken. Ik had het zojuist over de Nederlandse slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Slachtoffer is een woord dat vandaag de dag door bijna iedereen wordt gebruikt. Het is alsof bijna iedereen slachtoffer is in deze maatschappij en wijst dan naar de ander: zij hebben het gedaan. Die discussie leggen we even terzijde.

We hebben het over de invasie van de Duitsers, het bombardement van Rotterdam, de Holocaust. Bijna de hele Joodse gemeenschap van Amsterdam is uitgeroeid. 102.000 Joden, Sinti, Roma. In een klap weg. Opgepakt, beroofd en uiteindelijk vergast. In deel twee van de nieuwe documentaire van Coen Verbraak, Het Beloofde Land, is het allemaal weer te zien.

Interessant genoeg is men in mijn Turkse omgeving niet zo geïnteresseerd in Nederlanders als slachtoffers. Er is meer interesse voor wat de Nederlanders hebben gedaan in de koloniën, het slavernijverleden in Suriname en Indonesië. Maar eerlijk gezegd, is daar ook niet echte interesse voor. Er wordt geen boek gelezen of een lezing bezocht. Het wordt meer als beschuldigend vingertje gebruikt, wanneer op Nederlandse tv Turken op basis van de Turkse geschiedenis worden aangevallen.

Ja, nu begint het spannend te worden. Want het gros van de Turken ontkent nog steeds de Armeense genocide tijdens de Eerste Wereldoorlog, die door de Engelse journalist Robert Fisk ‘de eerste Holocaust’ is genoemd. Meer dan anderhalf miljoen christelijke Armeniërs en Assyriërs zijn toen vermoord. Daarna hebben de Turken ook nog eens Grieken en Koerden afgeslacht. En nu is Erdogan weer bezig met de repressie van journalisten en de aanvallen op op de Koerden sinds 2015, waaronder etnische zuiveringen in Afrin in Noord-Syrië.

Ook met deze Nederlandse, beschuldigende vingers zijn we opgegroeid. En heel vaak is daarbij niet sprake van echte interesse in de Turkse geschiedenis. De pijn van de Armeniërs, Assyriërs , Koerden wordt meer als een stok gebruikt om Turken mee te slaan. That’s it.

Dit heeft mij mede ertoe bewogen om me te verdiepen in de Turkse geschiedenis. En verdomd, alles wat de Nederlanders over de Turkse geschiedenis zeiden, bleek dichter bij de waarheid te zitten, dan het verhaal van mijn eigen Turkse broeders en zusters over het Turkse verleden.

We hebben de Armeniërs uitgemoord. En ook de Koerden hebben we met Atatürk afgeslacht in Dersim. Decennialang hebben we Koerden onderworpen aan assimilatie en deportatie. Iedereen moest Turk worden.

We moeten onze eigen geschiedenis schrijven. En dat doen we door al onze particuliere geschiedenissen met elkaar te verbinden

Ik zeg hier ‘we’. En dat zegt genoeg. We naderen de conclusie nu.

De Tweede Wereldoorlog is technisch gezien, via de bloedlijn, niet mijn geschiedenis. De Tweede Wereldoorlog is een geschiedenis waar ik als allochtone Nederlander heb moeten integreren, omdat het de geschiedenis is van het land waar ik geboren ben.

Maar nu komt het. De Tweede Wereldoorlog is voortgekomen uit de Eerste Wereldoorlog. En daar hebben wij als Turken veel meer affiniteit mee. Uiteraard niet als daders van de Armeense en Assyrische genocide, en wat we de Grieken allemaal hebben aangedaan. Maar als slachtoffers van het ‘imperiale Westen’ en de teloorgang van het Ottomaanse rijk. De nazi-rol van de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog, daar lopen we als een grote boog omheen. Die rol pakken we niet op als Turken.  

Zoals de Nederlanders ook met een grote boog om het slavernijverleden hebben gelopen. Totdat er excuses werden gemaakt. De Nederlanders zijn de Turken voor, wat dat betreft. In Turkije wordt de Armeense genocide niet eens erkend, laat staan dat er excuses voor komen. En ik word voor een ongelovige en Turkse landverrader uitgemaakt, omdat ik dit allemaal in alle vrijheid kan zeggen hier op Plein 40-45.

Maar ook deze Eerste Wereldoorlog is onderdeel van Nederland. Er leven duizenden Armeense, Koerdische en Turkse Nederlanders hier. Het is de geschiedenis van duizenden Nederlandse burgers met roots in Turkije, Armenië en Koerdistan. Onze geschiedenis moet ook een vaste plek krijgen in het curriculum. En ook voor onze geschiedenis moeten er musea en monumenten worden opgericht. En als dit met beleid gebeurt, veel wordt geïnvesteerd in dialoog en echte integratie – dus ook van de autochtone Nederlanders – dan zal de afstand tot de Tweede Wereldoorlog ook verdwijnen. Dan zal antisemitisme echt aangepakt worden.

Heel vaak wordt gezegd dat de Tweede Wereldoorlog ‘ononderhandelbaar’ is. En dat anderen ‘onze herdenking’ niet moeten afpakken. We pakken niks af. We maken het inclusiever. En dat gaat inderdaad moeizaam. Niet alleen voor jou, witte Nederlander. Maar ook voor ons. Want ik kan de meeste Turken nu al horen denken, als het op deze manier inclusiever moet, laat het dan maar gesegregeerd blijven. Maar dat is de mentaliteit van soevereiniteit in eigen kring waar de lange arm van Turkije geldt. Jij houdt je met je eigen ding bezig, en ik met mijn eigen ding. Maar dat schiet niet op. Want Turkse broeder en zuster, er komt een dag dat jouw geschiedenis tegen jou zal worden gebruikt in Nederland. En het is een keuze om dan met een mond vol tanden staan of voorbereid te zijn door kennis op te doen van de Nederlandse én de Turkse geschiedenis.

Pfff, al dit gepraat over de geschiedenis. Maar we moeten dit gesprek voeren. Om mee te kunnen in de vaart der volkeren, is het belangrijk om te putten al uit alle bronnen die Nederland rijk is. Dit is radicale gelijkwaardigheid, waarin alle zijwegen en vertakkingen aansluiting kunnen vinden bij de Nederlandse hoofdrivier. Eenheid in verscheidenheid.

Onder de kabinetten Rutte I, II, III en IV hebben we niks van dit meegekregen, ondanks de excuses die pas na honderdvijftig jaar zijn gekomen. Over Balkenende en zijn VOC-mentaliteit hoeven we al helemaal niet te zeggen. Maar zoals de communistische socioloog Karl Marx ook zei: de mens schrijft zijn eigen geschiedenis.

We moeten onze eigen geschiedenis schrijven. En dat doen we door al onze particuliere geschiedenissen met elkaar te verbinden. De geschiedenis en de mensheid zijn ook met elkaar verbonden. Zoals ik al zei, was er geen Tweede Wereldoorlog zonder een Eerste Wereldoorlog. En de Holocaust op de Joden, is heel goed te vergelijken met wat er met de Armeniërs en Assyriërs in 1915 is gebeurd. We zeiden ‘nooit meer’ na de Tweede Wereldoorlog. Maar daarna is het nog vele malen gebeurd. In Srebrenica, Rwanda, Syrië, Irak, Koerdistan, noem allemaal maar op.

Dus laten we luisteren naar elkaars verhalen en daar verder of praten. Het is een gesprek zonder eind.’