10.2 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 123

Turkse presidentskandidaat beschuldigt Rusland van manipuleren campagnevideo’s

0

Kemal Kilicdaroglu heeft Rusland beschuldigd van het verspreiden van nepmateriaal op social media, waaronder deep fake video’s. De Turkse presidentskandidaat van de oppositie neemt het komende zondag op tegen president Recep Tayyip Erdogan.

Kilicdaroglu staat volgens de opiniepeilingen op een lichte voorsprong. Maar Erdogan heeft nog een aantal troeven achter de hand, Kilicdaroglu vreest dat de president met dirty campaigning de verkiezingen misschien toch gaat winnen.

Gisteravond beschuldigde hij Turkije’s ‘Russische vrienden’ van het verspreiden van filmpjes met een deepfake inhoud. ‘Als u onze vriendschap na 15 mei wilt voortzetten, trek dan uw hand terug van de Turkse staat. We zijn nog steeds voor samenwerking en vriendschap’, zei de oppositiekandidaat op Twitter, in zowel het Turks als in het Russisch.

Kilicdaroglu gaf echter niet specifiek aan om welke video’s het ging. Gisteren besloot de Turkse politicus Muharrem Ince om zich terug te trekken als presidentskandidaat, vanwege een vervalste ‘karaktermoord’, die online stond.

Kilicdaroglu doelt wellicht ook op de video die Erdogan afgelopen zondag liet zien op een politieke bijeenkomst. Hierin wordt Kilicdaroglu in verband gebracht met de Koerdische Arbeiderspartij PKK, die in Turkije, de Verenigde Staten en de Europese Unie op de terreurlijst staat.

Uit onderzoek van Deutsche Welle blijkt dat de beelden van deze video zijn gemanipuleerd. Op de beelden is een campagnevideo van Kilicdaroglu te zien, die de kijker vertelt: ‘Laten we naar de stembus gaan.’ Na een paar seconden verdwijnt de oppositieleider van het scherm en verschijnt er een tweede persoon in beeld, gekleed in een militair uniform. Het gaat om Murat Karayilan, een van de oprichters van de PKK. De beelden lijken nog steeds deel uit te maken van de campagnevideo van Kilicdaroglu, maar zijn een deep fake. Deutsche Welle ontdekte dat Erdogan twee verschillende video’s, met twee totaal verschillende achtergronden en inhouden, heeft gemanipuleerd.

Russische functionarissen hebben nog geen commentaar gegeven op deze kwestie, bericht internationaal persbureau Reuters. Volgens Reuters hebben Moskou en Ankara nauwe banden. Erdogan en zijn Russische collega Vladimir Poetin spreken regelmatig met elkaar, onder andere over de oorlog in Oekraïne en de oorlog in Syrië. Rusland is Turkije’s grootste energieleverancier. In tegenstelling tot de andere NAVO-landen doet Turkije niet mee aan de economische boycot van Rusland.

Nederland zakt op Europese ranglijst lhbtqia+-rechten

0

Opnieuw is Nederland een plek gezakt op de Rainbow Europe Index, een ranglijst voor lhbtqia+-rechten. Nederland stond vorig jaar op de dertiende plaats, nu staat ons land op plek veertien.

De lhbtqia+-rechten gaan niet achteruit, maar Nederland wordt ingehaald door andere landen die progressieve wetgeving invoeren. Ons land loopt achter als het gaat om het bestrijden van discriminatie tegen transgender personen (die zich niet thuis voelen bij hun geslacht) en intersekse personen (die geboren worden zonder duidelijk geslacht). Er is in Nederland wel een wet die belediging op seksuele geaardheid verbiedt, maar er zijn nog geen wetten die expliciete beledigingen op het gebied van seksuele identiteit of tegen intersekse personen strafbaar stellen.

Ten slotte heeft Nederland homogenezing niet verboden. Deze praktijk, vooral populair onder fundamentalistische christenen, heeft als doel om homo’s tot hetero’s te ‘genezen’. Begin dit jaar oordeelde de Raad van State dat een totaalverbod op homogenezing in strijd is met de vrijheid van godsdienst, tot grote vreugde van SGP en ChristenUnie.

De Rainbow Europe Index, de Europese ranglijst voor lhbtqia+-rechten, is een initiatief van de International Lesbian, Gay, Bisexual, Trans and Intersex Association Europe (ILGA), een mensenrechtenorganisatie die zich in Europa hard maakt voor de rechten van lhbtqia+-mensen. De index baseert zich voornamelijk op de aanwezigheid van wet- en regelgeving op lhbtqia+-zaken in de Europese landen.

Meerderheid Turkse Nederlanders stemt op Erdogan

Bijna zes op de tien Turks-Nederlandse stemmers geven aan te hebben gestemd op president Recep Tayyip Erdogan en zijn AK-partij. Daarmee ‘wint’ hij de verkiezingen onder stemgerechtigden in Nederland afgetekend, met tweemaal zoveel stemmen als zijn concurrent Kemal Kilicdaroglu.

Kilicdaroglu en zijn Nationale Alliantie hebben wel een jongere achterban dan Erdogan. In aanloop naar de Turkse parlements- en presidentsverkiezingen van 14 mei peilde het Opiniehuis in opdracht van de Kanttekening de opkomst, stemkeuze en stemmotieven van Nederlanders met een Turkse achtergrond.

Van de 941 respondenten geeft 46 procent aan te hebben gestemd of te willen stemmen. Dat zijn dus 433 mensen. Een kleine meerderheid van 54 procent geeft aan niet te stemmen.

De meest genoemde reden om niet te stemmen is een gebrek aan binding met Turkije of de Turkse politiek (29 procent). Daarnaast heeft 17 procent geen vertrouwen in de Turkse politiek. Ook denkt 13 procent van de niet-stemmers dat stemmen geen nut of effect heeft. Een even groot percentage noemt de verkiezingen in Turkije niet belangrijk genoeg. ‘Deze groep heeft geen interesse in de Turkse politiek’, zegt Aziz el Kaddouri, directeur van het Opiniehuis. ‘Ze denken: Wij leven hier en niet in Turkije en hoeven daar ook niks mee. Laat de Turkse politiek aan mensen in Turkije over.’

Meerderheid stemt op Erdogan

Van de mensen die wel hebben gestemd, zegt 59 procent voor Erdogan en de AK-partij te kiezen. Oppositieleider Kemal Kilicdaroglu van de Nationale Alliantie, het grootste oppositieblok tegen Erdogans AKP, kreeg 30 procent van de stemmen. De onafhankelijke kandidaat Sinan Ogan kreeg 3 procent van de stemmen. Tot slot heeft 7 procent op het moment van ondervragen nog geen keuze gemaakt.

 

Onderverdeling naar leeftijd

Het Opiniehuis deed ook onderzoek naar de leeftijd van de Turks-Nederlandse stemmers. Kilicdaroglu heeft de jongste aanhang. Van de 130 mensen die bij deze peiling aangaven op hem te stemmen, is 43 procent jonger dan 36. Bij de aanhang van Erdogan hoort slechts 35 procent bij deze jongste kiezersgroep.

El Kaddouri noemt het opvallend dat er tijdens deze verkiezingen meer jongeren zijn gaan stemmen dan vier jaar geleden. ‘De toenemende ideologische tegenstellingen tussen de verschillende groepen kunnen dit verklaren. De Turkse gemeenschap polariseert.’

De aanhang van Erdogan is meer op leeftijd: bijna een op de drie mensen die aangeven op de zittende president te stemmen, is ouder dan 50 jaar. Bij de aanhang van Kilicdaroglu behoort slechts een kwart tot deze oudste leeftijdsgroepen.

Mensen van 66 jaar of ouder maken slechts een klein deel uit van het Turks-Nederlandse electoraat. El Kaddouri: ‘De reactie van deze oudere groep was vaak dat ze onvoldoende kennis hadden. Of ze hadden logistieke problemen, ze moesten reizen naar een verre stad of voelde zich niet fit om te kunnen stemmen. Het is überhaupt een groep die bijna niet stemt. In Nederland stemt deze groep ook niet, en daar liggen de stemlokalen vaak om de hoek.’

Overigens, let wel: uit bovenstaande grafiek kan niet geconcludeerd worden dat Kilicdaroglu onder kiezers van 18 tot en met 35 jaar meer stemmen heeft dan Erdogan. Immers, de percentages zijn een percentage van het aantal stemmen dat elke kandidaat in deze peiling kreeg. Erdogan kreeg in de peiling 255 stemmen, Kilicdaroglu slechts 130. Onder kiezers van 18 tot en met 35 jaar kreeg Erdogan dus 89 stemmen (35 procent van 255) en Kilicdaroglu 56 stemmen (43 procent van 130). Kortom: ook onder de jongste kiezers is Erdogan duidelijk de winnaar.

Redenen om op Erdogan te stemmen

Van de stemmers op Erdogan (en de AKP) heeft 18 procent deze keuze gemaakt vanwege zijn leiderschap en 15 procent vanwege tevredenheid over zijn huidige beleid. El Kaddouri: ‘Ze zijn tevreden over wat hij heeft laten zien als wereldleider, hij staat voor de waarde van Turkije en de belangen van Turkije. Hij heeft een aantal symbolen gerealiseerd waaronder de auto-industrie en infrastructuur.’

De islam is voor 11 procent de belangrijkste reden om op Erdogan te stemmen. Ook opvallend: 8 procent noemt zijn anti-Koerdenpolitiek als belangrijkste motivatie. ‘Het feit dat de pro-Koerdische HDP adviseert te stemmen op Kilicdaroglu’s Nationale Alliantie, is bij veel Turken in het verkeerde keelgat geschoten’, denkt El Kaddouri.

Voor 6 procent is ‘vertrouwen’ op zijn presidentschap de belangrijkste reden om op Erdogan te stemmen en 5 procent geeft aan dat voor hen het vertrouwen de doorslag gaf dat de toekomst van Turkije bij de zittende president in de beste handen is.

Redenen om op Kilicdaroglu te stemmen

‘Verandering’ is voor 21 procent de doorslaggevende reden om op Kilicadaroglu te stemmen. Voor 19 procent is zijn pro-Koerdische houding bepalend en 16 procent noemt de economie als belangrijkste motivatie. Ook het leiderschap van Kilicadaroglu is van invloed, terwijl een op de tien kiezers vooral voor hem kiest om een anti-Erdogan stem uit te brengen.

Het Opiniehuis heeft de respondenten ook gevraagd wat ze vier jaar geleden stemden, vertelt El Kaddouri. ‘Het bleek dat de mensen die nu op Erdogan stemden, dat vrijwel allemaal vier jaar geleden ook deden. Er zijn ook vrijwel geen mensen die de vorige keer op Erdogan stemden en nu voor de oppositie kiezen. De mensen die op Kilicdaroglu en de Nationale Alliantie stemden, waren doorgaans nieuwe stemmers die de vorige keer niet hebben gestemd. Ze hopen hiermee verschil te kunnen maken.’

‘Ik had gedacht dat de belangrijke thema’s de economie, de wederopbouw en de vluchtelingen zouden zijn’, vervolgt El Kaddouri. ‘Maar werkelijk niemand van de respondenten heeft de aardbeving, gesjoemel met bouwvoorschriften en de vele Syrische vluchtelingen in Turkije genoemd als reden waarom ze zijn gaan stemmen. Ik kan dat niet verklaren, maar deze thema’s leven blijkbaar niet onder Turkse Nederlanders.’

De motieven om te stemmen liggen vooral op emotioneel vlak, vindt El Kaddouri. Er werd gesproken van ‘een tegenstem’, de economie, of ‘ik stem voor Turkije’ of men vindt dat de kandidaat ‘staat voor Turkije’.

Het onderzoek van het Opiniehuis werd uitgevoerd onder stemgerechtigde Turkse Nederlanders, woonachtig in de provincies Zuid-Holland, Noord-Holland, Utrecht, Noord-Brabant, Overijssel en Gelderland. Dit zijn provincies waar relatief veel mensen wonen met een Turkse achtergrond.

Het onderzoek werd online gehouden en aangevuld met face-to-face gesprekken op straat in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht. De peiling werd uitgevoerd in de periode van 1 tot en met 7 mei, de laatste dag waarop gestemd mocht worden.

Advocaat Salah Hamouri is uit Israël gedeporteerd: ‘Mijn doorgaande Nakba’

Noodgedwongen woont de Palestijnse mensenrechtenadvocaat Salah Hamouri nu in Frankrijk. Eind 2022 deporteerde Israël hem. In totaal zat hij tien jaar in een Israëlische gevangenis. Vandaag spreekt hij in Rotterdam over zijn bewogen leven. En over de Nakba, de etnische zuivering van 700.000 Palestijnen door Israël in 1948.

De bijeenkomst is georganiseerd door vredesorganisatie PAX en Debatpodium Arminius. Waar Hamouri komt, ontstaat al snel reuring. Pro-Israëlische organisaties komen in beweging om op te roepen hem geen podium te geven.

Zo roept het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) de organisatoren op om Hamouri te schrappen als spreker. Het Centraal Joods Overleg (CJO) doet diezelfde oproep en geeft aan PAX daarover geschreven te hebben. Bewijs voor Hamouri’s betrokkenheid bij terrorisme is echter nooit geleverd.

Salah Hamouri is geboren in 1985 en woonde tot enkele maanden geleden in Jeruzalem. Hij was twee toen de Eerste Intifada uitbrak, de Palestijnse opstand tegen bezetting en onderdrukking door Israël.

In 2005 arresteerde Israël hem, op verdenking van betrokkenheid bij een poging tot een aanslag op de rabbijn Ovadia Yosef. Uiteindelijk kwam hij voor een moeilijke keuze te staan: als hij zijn onschuld volhield, zou hij veertien jaar de cel in moeten. Bij een schikking echter zou zijn straf halveren. Hij koos voor het laatste, ook al betekende dit dat hij schuld moest erkennen. Hij is desondanks altijd blijven volhouden dat hij onschuldig is.

Nadat hij vrijkwam ging Hamouri rechten studeren. Tegenwoordig is hij actief voor Addameer, een mensenrechtenorganisatie die Palestijnse gevangenen bijstaat. Voor de Kanttekening vertelt hij zijn verhaal, met een realistische blik op de huidige situatie in Israël, waar extreemrechts regeert.

U bent naar Frankrijk gedeporteerd. Dat moet voelen als uw eigen Nakba-ervaring.

‘Exact, het is een doorgaande Nakba. Ik ben gedeporteerd naar Frankrijk op 18 december 2022. De nacht ervoor ben ik uit mijn kamer gehaald. Veiligheidsdiensten kwamen in de avond en namen me mee naar het vliegveld. Toen ik naar het vliegtuig werd gebracht, kreeg ik boeien via een ring om mijn handen en benen.’ Hamouri drukt zijn handen tegen zijn heupen om te illustreren hoe hij op diverse plekken om zijn armen strak werd geboeid. ‘Ik moest achterin het vliegtuig zitten, met drie politieagenten naast me. In Parijs mocht ik als laatste het vliegtuig uit.’

Dat was het einde van uw tijd in Jeruzalem. Hoe was het om daar op te groeien?

‘Ik ben geboren in Jeruzalem. Mijn vader was Palestijn, mijn moeder Frans. Daarom heb ik de Franse nationaliteit. Palestijnen die zijn geboren in Jeruzalem hebben geen nationaliteit, ze hebben alleen een verblijfsvergunning. Ik heb altijd in die stad gewoond. Mijn oom was iemand die gezocht werd door Israël. Van 1988 tot ongeveer 1993 hadden we dagelijks invallen en huiszoekingen van het leger bij ons thuis.’

Dat was tijdens de Eerste Intifada.

‘Klopt. In 1992 arresteerden ze mijn oom. Toen ik met mijn oma op bezoek ging bij hem zag ik ook de gevangenis van binnen. In 2000 begon de Tweede Intifada. Ik ben op mijn vijftiende door het Israëlische leger in mijn been geschoten. De kogel zit er nog in, als souvenir. Op mijn zestiende ben ik voor het eerst gearresteerd. Twee maanden lang ben ik streng ondervraagd en zat ik in isolatie op, wat ze noemen, het Russische complex in Jeruzalem, een streng bewaakte gevangenis. Ik had een kamer van twee vierkante meter. De muren waren grijs, het toilet was een gat in de grond en er was alleen een matras op de vloer.’

Wat wilden ze van u weten?

‘Ik was jong en ik was actief in een groep van scholieren die door Israël was verboden. Daarom ben ik gearresteerd. In 2004 ben ik opnieuw gearresteerd en in zogeheten ‘administratieve detentie’ gezet. Dat is gebaseerd op een militaire wet die nog voor 1948 door de Britten is ingevoerd. De Israëli’s hebben die wet overgenomen.’

‘Dit alles is mijn doorgaande Nakba. Het is glashelder dat Israël van alle Palestijnen af wil’

Daarbij kunnen ze toch mensen in detentie houden voor lange tijd?

‘Ja, het is een militair bevel waarbij je voor drie tot zes maanden vastgehouden kunt worden, en dit kan voor onbepaalde tijd worden verlengd. Je dossier is geheim en er is geen aanklacht nodig. De militaire aanklager en de militaire rechter zijn de enigen die dit dossier kennen. Ook mijn advocaat kreeg geen inzage. Ik zat voor vijf maanden in detentie.

In maart 2005 ben ik opnieuw gearresteerd. Ik zat voor zes jaar en negen maanden gevangen. Toen ik in 2011 vrijkwam dacht ik dat ik een nieuw begin kon maken, maar ik ben telkens opnieuw gearresteerd. Ik begon een jaar later met mijn rechtenstudie en ben in 2015 afgestudeerd. Ik ben in die tijd begonnen met mijn werk voor Addameer, als advocaat. Ik vertegenwoordig Palestijnse politieke gevangenen.’

In 2022 ben u het land uitgezet. Hoe ging dat?

‘In september 2020 kreeg ik de eerste waarschuwing dat Israël mijn verblijfsvergunning wilde intrekken. Dit is gebaseerd op de nieuwe wet Breuk van Vertrouwen. Je moet, als Palestijn, trouw zweren aan je bezetter, zodat je vergunning niet wordt ingetrokken. Dat is volledig in strijd met internationaal recht. De minister van Binnenlandse Zaken kan nu vergunningen intrekken – ook weer op basis van een geheim dossier. Tot op heden weet ik niet waarom ik ben gedeporteerd.

Dit alles is mijn doorgaande Nakba. Het is glashelder dat Israël van alle Palestijnen af wil. Ze hebben een plan om één land te hebben in 2030, met een meerderheid van Israëli’s en een minderheid van Arabieren. De arrestaties, het verbod om huizen te bouwen, de confiscaties van land en huizen, alles staat in dienst van de doorgaande Nakba.’

Uw leven is een geschiedenis van gevangenis, geweld en onderdrukking. Wat voor persoon bent u geworden in die context?

‘In Palestina onder onderdrukking leven is een moeilijke situatie. Vooral voor mij, omdat ik het voorrecht van een Frans paspoort heb. Daardoor ben ik onder druk gezet te vertrekken, maar ik wilde blijven, omdat ik mijn werk wil doen in Jeruzalem.’

Het is dus een voorrecht, maar ook een dreiging, omdat u makkelijker uitgezet kunt worden?

‘Exact. Uiteindelijk is dit privilege gebruikt om mij weg te krijgen. Het was mijn keuze om in Palestina te leven. Zodra ik terug mag zal ik gaan om de Israëlische bezetting aan te vechten. Dat is een zwaar leven. De dagelijkse invallen in Nablus en Jenin, de belegering van Gaza. In februari kwam er een nieuwe wet die het ook mogelijk maakt de Israëlische nationaliteit van Palestijnen in Israël in te trekken als ze verdacht worden dat ze steun krijgen van de Palestijnse Autoriteit. Dus de etnische zuivering gaat elke keer een stap verder. Daarom is het voor ons verzet belangrijk in het land te blijven. Want Israël wil ons weg krijgen.’

U bent ook gedwongen een deal te accepteren om niet voor veertien jaar in de gevangenis te gaan. Was dat een dilemma, want de buitenwereld ziet dit als een schuldbekentenis?

‘De buitenwereld moet weten dat wij veroordeeld worden door illegale militaire rechtbanken, zonder bewijs. Ik heb brieven van twee ministers van Buitenlandse Zaken uit Frankrijk. Ze schreven aan Israël: we hebben het dossier van Salah gezien en er is geen bewijs. Maar bewijs of niet, dat doet er niet eens toe. Het koloniale bestuur gebruikt gevangenissen om de Palestijnse samenleving kapot te maken.’

Hoeveel Palestijnen zitten er momenteel gevangen?

‘Op dit moment zijn dat er vijfduizend gevangenen, waarvan honderdzestig kinderen tussen twaalf en achttien, veertig vrouwen en duizend zieken. Elfhonderd Palestijnen zitten in administratieve detentie, waaronder zeven kinderen. De omstandigheden zijn zeer slecht. Zieken krijgen geen behandeling. Er zijn 240 mensen overleden. Israël houdt soms zelfs de doden nog gevangen. Op dit moment zijn er twaalf dode Palestijnen, die nog steeds in detentie zitten, als doorgaande marteling voor hun families. Hun lichamen worden niet vrijgegeven. Dus alles is erop gericht onze moraal te breken.’

Wat kunt u voor gevangenen doen, in deze situatie?

‘Addameer is opgericht in 1993 door ex-gedetineerden. We vertegenwoordigen Palestijnse gevangenen, maar zetten ons ook in voor mensenrechten en om bewustwording te creëren. We steunen de Palestijnse families, helpen hen om vol te houden. We erkennen de militaire rechtbanken niet, omdat die een middel zijn voor onderdrukking.’

‘Organisaties waar ik op bezoek kom om te spreken, zijn onder druk gezet mij te cancelen’

Mensen herhalen vaak dat Israël de enige democratie in het Midden-Oosten is. Dat moet bizar zijn voor u. Wat wilt u deze mensen vertellen?

‘Ik ben deze week in Nederland en België. Ik vertel over mijn ervaringen. Mijn zaak in Jeruzalem kan een precedent scheppen voor anderen, want ik ben de eerste die op deze manier gedeporteerd is. Het Israëlische ministerie van Binnenlandse Zaken wil Palestijnen ook uit Israël wegsturen en deporteren naar Gaza, als ze denken dat zij steun krijgen van de Palestijnse Autoriteit.’

Ontmoet u veel weerstand in Europa?

‘De Israëllobby is sterk. We ondervinden druk in Nederland en in Frankrijk. Maar ik ga niet ophouden.’

Le Monde schreef dat Frankrijk u wel laat blijven, maar vindt dat u zich niet mag uitspreken. Is ook daar de Israëlische lobby sterk?

‘Frankrijk kent, na de Verenigde Staten, de grootste Israëlische lobby. Dit is mijn tweede straf, nadat ik ben gedeporteerd. Ik doe mijn best mijn verzet voort te zetten en een betere toekomst te creëren voor mijn twee jonge kinderen.’

Wat is uw indruk van de situatie in Nederland?

‘Donderdag was ik te gast bij het ministerie van Buitenlandse Zaken. Dit is pas mijn tweede keer hier. Organisaties waar ik op bezoek kom om te spreken, zijn onder druk gezet mij te cancelen. Ze krijgen daarover e-mails en telefoontjes.’

Zien pro-Israëlische organisaties u als terrorist?

‘Ja, en ze gebruiken alles wat ze kunnen om elke Palestijn te cancelen.’

Gebeurt het ook vaak dat uitnodigingen worden ingetrokken?

‘Het hangt ervan af wie me uitnodigt en hoe groot de druk is.’

Wat heeft u besproken op het ministerie?

‘Ik heb het gehad over gevangenissen en Jeruzalem. Ik probeer hen te overtuigen duidelijk stelling te nemen, te kiezen voor internationaal recht, Israël onder druk te zetten. En ik pleit voor het recht op terugkeer van alle Palestijnen die sinds de Nakba zijn gevlucht.’

Denkt u dat u ooit mag terugkeren?

‘Als je geen hoop meer hebt, ben je gezien. Mijn overtuiging is dat ik kan terugkeren. Dat geeft me kracht om te doen wat ik doe. We hebben het recht, volgens een resolutie van de Verenigde Naties, om terug te keren.’

Velen zien dat als een bedreiging voor Israël. Want als miljoenen Palestijnen terugkeren, zijn Joden in de minderheid.

‘Iedereen moet internationaal recht respecteren en uitvoeren. Israël heeft Palestijnen verdreven, het is aan hen om de gevolgen te aanvaarden als ze terugkeren. Ik hoef dat niet op te lossen.’

Hoe kijkt u aan tegen de huidige extreemrechtse regering in Israël? Zelfs de Israëlische lobby in Nederland is er bezorgd over: Ronny Naftaniel en anderen organiseerden in maart een demonstratie tegen aantasting van de Israëlische rechtsstaat. Is deze regering anders dan vorige?

‘De bezetting startte met linkse zionisten: zij zijn verantwoordelijk voor de Nakba. Pas in de jaren tachtig en negentig kwam rechts op. Voor ons Palestijnen maakt het niet uit of links of rechts aan de macht is. Het bijzondere van de huidige regering is dat ze duidelijk het gezicht van de bezetting tonen. Het is goed dat Europeanen hun ware gezicht zien. Maandag besloot de Europese Unie om de Europa Dag te annuleren, omdat de Israëlische regering daar de extremistische minister Itamar Ben Gvir heen wilde sturen. Dat is goed.’

Er was wel kritiek op de EU, omdat die aan de ene kant de Israëlische regering veroordeelt, maar aan de andere kant een feestje organiseert voor vijfenzeventig jaar Israël.

‘Die hypocrisie van de EU en van Europese regeringen is voor ons duidelijk. We weten dat Israël hun steun heeft. Ze veroordelen Israël met woorden, maar hun economische en militaire banden zijn er nog steeds.’

‘De enige acceptabele oplossing is dat er één democratische staat komt, met respect voor mensenrechten en mensenlevens’

Ook Nederland heeft militaire banden. The Rights Forum voerde hier recentelijk nog actie tegen. Voorstanders daarentegen voeren aan dat die samenwerking niet ten goede komt aan onderdrukking en kolonisering.

‘Pfff’, reageert Hamouri veelzeggend, terwijl hij wegkijkt.

Hoe kunnen we ooit uit deze situatie komen? Zal dat nog eens vijfenzeventig jaar ellende vergen?

‘Je wilt weten wat de oplossing is? Voor een oplossing moeten we over rechten spreken. Elke oplossing die onze historische rechten negeert, is niets waard. In Oslo is geprobeerd, dertig jaar geleden, om die weg te gaan. Kijk wat er sindsdien met de Palestijnen is gebeurd. Oslo was een val, geen echte oplossing.’

Dus Arafat is in een val getrapt toen hij in 1993 met de Israëlische premier Yitzhak Rabin de Oslo Akkoorden tekende?

‘Ja, want de belangrijkste vier onderwerpen zijn niet opgelost: de terugkeer van vluchtelingen, de status van Jeruzalem, Palestijnse politieke gevangenen en zelfbestuur. Kijk nu, dertig jaar later, naar de catastrofale situatie.’

Het lijkt uitzichtloos, aangezien ook de twee-statenoplossing dood en begraven is.

‘Er moet één staat komen. In 1993 waren er honderdduizend kolonisten in de Westelijke Jordaanoever, nu zijn dat er zes keer zoveel. Er is een muur gebouwd. De kolonisering. De enige acceptabele oplossing is dat er één democratische staat komt, met respect voor mensenrechten en mensenlevens.’

Vorige maand zei Yuval Gal, een Israëlisch-Nederlandse Jood die zich inzet voor de Palestijnse zaak, op ons platform dat hij paniek ziet in Israël. Ziet u dat ook?

‘Zeker. De veranderingen in wetgeving die nu plaatsvinden en alle demonstraties in de laatste drie maanden, geven aan dat er een diepe crisis is. Dit wordt steeds erger.’

Is dat zichtbaar in een toename van het geweld richting Palestijnen?

‘En er is ook geweld tegen Israëli’s. Vorige maand was er een interview met het hoofd van de Israëlische veiligheidsdiensten. Hij zei: we worden een dictatuur, ook voor Israëli’s. De demonstranten in Israël geven niet om Palestijnen, zij staan er voor Israëli’s zelf, uit vrees voor de opkomst van religieus extreemrechts.’

Donderdag was het een jaar geleden dat Shireen Abu Akleh is vermoord. Het is in dat jaar rap geëscaleerd.

‘We zijn niet ver af van een Derde Intifada. Palestijnen in Jeruzalem en de bezette gebieden hebben het heet onder de voeten. Er is geen hoop op een politieke oplossing.’

‘Mensen moeten Palestina bezoeken, Palestijnen ontmoeten’

Wat zullen de gevolgen zijn als dat gebeurt?

‘Dat hangt af van wat er gebeurt in de bezette gebieden. Ik verwacht verdere escalatie.’

U ziet het zeer somber in.

‘Ik ben niet negatief, maar vertel gewoon wat ik zie gebeuren. Ik heb veel diplomaten gesproken. Nooit wilden ze geloven wat ik dacht dat er zou gebeuren. Maar als ik ze een paar jaar later weer zag, zeiden ze: het is toch gebeurd. Toch heb ik hoop.’

Dat horen Nederlandse lezers graag. Wat kan het Westen doen?

‘Regeringen moeten werken aan een boycot van Israël. Als het land onbestraft blijft, zullen ze doorgaan. De Nederlandse regering moet duidelijk staan voor internationaal recht en de rechten van Palestijnen. Mensen moeten Palestina bezoeken, Palestijnen ontmoeten.’

Toch blijven er miljarden naar Israël gaan.

‘Precies, en een boycot zou daar een einde aan maken.’

Wat zal Israël doen als dat gebeurt?

‘Ze zullen direct op zoek gaan naar een oplossing voor de bezetting.’

Deze drie thema’s spelen een belangrijke rol bij de Turkse verkiezingen

0

President Recep Tayyip Erdogan en zijn uitdager Kemal Kilicdaroglu gaan nek aan nek in de peilingen voor de Turkse presidentsverkiezingen van zondag. Met journalisten Fréderike Geerdink en Yavuz Baydar bespreken we drie belangrijke verkiezingsthema’s: de wederopbouw na de aardbeving van februari, de opvang van Syrische vluchtelingen en de torenhoge inflatie.

Bijna veertien miljoen mensen zijn getroffen door de aardbevingsramp. Erdogan heeft beloofd het gebied binnen één jaar weer op te bouwen. ‘Als dat gebeurt, staan er weer huizen, maar die zullen bij een volgende aardbeving opnieuw instorten’, zegt voormalig Turkije-correspondent Fréderike Geerdink.

De hulp kwam na de ramp traag op gang. Het herstellen van het aardbevingsgebied verloopt daarentegen snel. Geerdink: ‘We zien dat het gebied razendsnel opgeruimd wordt. Vrachtwagens vol met puin, terwijl er nog steeds mensen vermist zijn. Dat er zo naar mensenlevens wordt gekeken zal zeker effect hebben op het stemgedrag van de kiezers in dat gebied’, denkt Geerdink. Dat het zoeken naar slachtoffers minder belangrijk lijkt dan het opruimen van rommel, kan in het nadeel van Erdogan uitpakken. ‘Maar het hoeft niet zo te zijn dat iedereen in dat gebied niet op Erdogan en de huidige regering zal stemmen.’

Ook de Turkse journalist Yavuz Baydar heeft nog geen duidelijk beeld van het stemgedrag in de getroffen gebieden. ‘De aardbeving heeft elf provincies getroffen, waarvan er twee of drie niet echt ‘Erdogans gebied’ zijn’, vertelt hij. Die laatste provincies steunen de oppositiepartijen – en dan voornamelijk oppositieleider Kemal Kilicdaroglu van de seculier-nationalistische CHP. In de andere provincies is  Erdogans traditionele achterban in de meerderheid.

‘Het lijkt erop dat het Erdogans strategie is om prioriteit te geven aan de wederopbouw van provincies als Hatay. Dat is juist een bolwerk van de oppositie.’ Volgens Baydar hebben de mensen uit de Erdogan-provincies dit geaccepteerd, hoewel ze natuurlijk ook graag door de regering geholpen willen worden. ‘Uit opiniepeilingen blijkt dat mensen in de getroffen regio’s niet de president maar malafide aannemers de schuld geven van het feit dat er zoveel huizen zijn ingestort’, zegt Baydar. Bovendien is volgens hem een deel van de bevolking van mening dat de aardbeving door het noodlot komt, door een handeling van Allah.

Dat is volgens Geerdink een manier van Erdogan om te laten zien dat hij er niets aan kon doen. ‘Hij zet het neer als een natuurramp van hogere hand, niet als een ramp die in de bouwsector en in corruptie zit.’

Daarnaast is volgens Baydar de verminderde aanwezigheid van zowel Erdogan als Kilicdaroglu in de aardbevingsregio bij veel mensen opgevallen. Baydar: ‘Dit in contrast met een andere oppositiekandidaat, Muharrem Ince, die relatief snel na de aardbeving het gebied en ook de mensen heeft bezocht. [Ince heeft zich inmiddels teruggetrokken als kandidaat, red.] Dat is voor Turken belangrijk. Dat is hen zeker opgevallen. Hiermee heeft Ince vertrouwen gewonnen. Hij was overal in de regio, en zijn fysieke aanwezigheid lijkt veel positieve steun te hebben opgeleverd.’

‘Een deel van de bevolking is van mening dat de aardbeving door het noodlot komt’

Erdogan en Kilicdaroglu hebben zich wel laten zien, maar in beperkte mate en niet direct na de ramp. Daar hebben beide kandidaten misstappen gemaakt, vindt Baydar. ‘Traditioneel gezien is de Turkse politieke cultuur gebaseerd op de verwachtingen van de bevolking. Het is belangrijk dat degenen die verschijnen als leiders, als redders van de regio, zoveel mogelijk zichtbaar zijn. Omdat mensen hoopvol willen zijn en hoopvol willen blijven. Vooral in de nasleep van rampen van deze omvang.’

Naar aanleiding van de burgeroorlog in buurland Syrië, die nu al meer dan tien jaar woedt, zijn veel Syriërs naar Turkije gevlucht. Het land was in eerste instantie een doorreisland naar Europa. Maar dat is veranderd door de vluchtelingendeal die Turkije in 2016 met de Europese Unie sloot. ‘Het is een groot probleem’, zegt Baydar hierover. ‘Turkije zit zelf in een economische crisis. Er zijn nu officieel 3,5 miljoen Syrische vluchtelingen in Turkije. Maar het kunnen er meer zijn, omdat sommige vluchtelingen niet geregistreerd zijn.’

‘De situatie voor Syriërs in Turkije is heel erg kwetsbaar’, zegt Geerdink. ‘In Nederland hebben mensen recht op een verblijfsvergunning en na een paar jaar kun je Nederlander worden, in Turkije bestaat dit niet. Syriërs en andere vluchtelingen zijn ‘gasten’.’ Voor deze ‘gasten’ gelden bepaalde regelingen, maar ze kunnen niet zomaar een verblijfsvergunning krijgen, aldus de journaliste. ‘Ze kunnen daarentegen wel  gemakkelijk teruggestuurd worden. Dit is wat zowel Erdogan als Kilicdaroglu van plan is als één van hen de verkiezingen wint.’

Het terugsturen van Syriërs is iets wat Erdogan en de oppositie verenigt. Beide kampen willen de dialoog aangaan met het regime van de Syrische dictator Bashar al-Assad. ‘Dit heeft tot nu toe nog niet tot een uitkomst geleid’, zegt Baydar.

De strategie van zowel de regerende partij van Erdogan als het oppositieblok van Kilicdaroglu is dus gebaseerd op het terugsturen van de Syrische vluchtelingen. Zolang er geen overeenkomst is tussen Syrië en Turkije zal een oplossing vinden nog even duren. ‘Wat de oppositie en het regeringsblok gemeen hebben is dat ze beide beseffen dat dit een tikkende bom is, die de kiezers van beide partijen treft. Dus moet er iets aan gedaan worden. Welke presidentskandidaat ook wint, het is voor de winnaar een grote uitdaging om dit op te lossen’, zegt Baydar. Het gaat hier volgens hem niet alleen om Turkije, maar ook om de belangen van Syrië en de Europese Unie. ‘Dat maakt dit vraagstuk tot een ingewikkelde puzzel waar Turkse politici en ook de winnaar van de verkiezingen mee aan de slag zullen moeten gaan.’

Economie

‘Voor de aardbeving zat Turkije al in een grote economische crisis, maar nu is de schade nóg groter geworden’, analyseert Baydar. ‘We spreken van een kritische periode van vijf jaar, maar deze economische crisis duurt al langer. Het inkomen per hoofd van de bevolking is gedaald van 11000 dollar per jaar naar zo’n 600 tot 700 dollar per maand. Dit is een zeer dramatische daling. Het economische beleid dat Erdogan voert leidt tot veel inflatie, legt Baydar uit. Hij denkt echter dat de inflatie tijdelijk is en dat het uiteindelijk weer goed gaat komen. ‘Maar de inflatie is nu zo ontzettend hoog dat mensen hun boodschappen niet meer kunnen betalen’, reageert Geerdink. ‘Het is moeilijk voor mensen om rond te komen, omdat ze niet meer weten wat de waarde van hun geld is.’

De Turkse inflatie leidt volgens Baydar tot een meervoudige crisis: ‘Een economische crisis, een sociale crisis, een culturele crisis en ook een politieke crisis.’ Volgens hem is het voor zowel Erdogan als Kilicdaroglu een opgave om uit de economische crisis te komen. ‘Ik denk dat het voor geen van deze kandidaten duidelijk is hoe ze dit probleem kunnen oplossen. Er zullen bezuinigingsmaatregelen moeten worden genomen van immense omvang. Dit zal een zeer pijnlijk medicijn zijn voor de burgers.’

Baydar is pessimistisch over de economische vooruitzichten van Turkije. ‘In het beste geval duurt het vijf jaar voordat de economie zich herstelt, maar de reparatie zal zeer streng moeten zijn. Na de verkiezingen zal deze crisis voortduren, ook als er een nieuwe regering komt.’ Hij spreekt van een economische aardbeving na de fysieke aardbeving. ‘Het is niet de boodschap die we willen horen, maar het is de realiteit.’

Terugkeer vluchtelingen op agenda van Syrisch-Turkse top

0

De Turkse normaliseringsdrang van de betrekkingen met Syrië heeft, net voor de verkiezingen op 14 mei, een officiële ontmoeting tussen de Turkse minister van Buitenlandse Zaken Mevlüt Cavusoglu en zijn Syrische collega Faysal el-Mikdad opgeleverd. Tijdens de top is gesproken over de terugkeer van vluchtelingen. Dat meldt de Turks krant Yeni Safak.

Bij de Turks-Syrische top die onder het voorzitterschap van de Russische buitenlandminister Sergei Lavrov plaatsvond, schoof ook de Iraanse minister van Buitenlandse Zaken Hüseyin Emir Abdullahiyan aan. Aan het einde van de ontmoeting kwam vanuit Rusland de volgende verklaring: ‘De inzet voor de soevereiniteit en de territoriale integriteit van Syrië en de strijd tegen alle vormen van terrorisme wordt opnieuw bevestigd.’

Turkije stond in de Syrische burgeroorlog meer dan een decennium lang tegenover Rusland, Syrië en Iran, door Syrische rebellen te steunen die het Assad-regime wilden afzetten. De facto is dat nog steeds het geval. Toch lijkt deze ontmoeting op een officiële erkenning van de nederlaag in die oorlog. Hoewel er geen concrete afspraken zijn gemaakt, lijkt de mogelijkheid dat Syrische vluchtelingen naar Syrië worden teruggestuurd groot te worden.

Denk: ‘PKK was aanwezig op het stembureau’

0

De massale vechtpartij tussen Turken en Koerden op de laatste stemdag voor de Turkse verkiezingen krijgt een staartje. In de Tweede Kamer heeft Denk-Kamerlid Stephan van Baarle gevraagd of de Koerdische PKK, die te boek staat als terreurorganisatie, aanwezig was in de RAI. Minister van Sociale Zaken Karien van Gennip zegt dat de politie ‘nog onderzoek doet’.

De vechtpartij in de RAI blijft de gemoederen bezighouden. De Kanttekening sprak eerder een anonieme waarnemer die onder meer zijn portemonnee met duizend euro is verloren en de schuld compleet neerlegde bij de Groen Links Partij: ‘Ze spreken geen Nederlands, zien er uit als militanten en hebben ook geen ID-kaart. Echt, alsof ze net uit de bergen zijn gekomen.’

Turken in Nederland kunnen niet meer stemmen. De verkiezingsdag in Turkije is aanstaande zondag op 14 mei. Mocht geen van de presidentskandidaten een meerderheid behalen, dat heel goed mogelijk is gezien de peilingen, dan volgt een tweede ronde. Turken, ook die in het buitenland, kunnen dan weer naar de stembus. Minister Van Gennip onderzoekt alvast of stemmen ook per post kan, meldt de Turkse nieuwssite SonHaber.

 

Turkije: Muharrem Ince trekt zich terug als presidentskandidaat

0

De leider van het Vaderlandspartij (Memleket) Muharrem Ince trekt zich terug als presidentskandidaat, maar doet nog wel mee voor de parlementaire verkiezingen. Dat meldt de Turkse nieuwssite Ensonhaber zojuist.

‘Nu hebben ze niemand meer om de schuld te geven als ze de verkiezingen verliezen en kunnen ze ook niet meer beweren dat ik geld van Erdogan zou hebben ontvangen om de oppositie te verdelen’, zei Ince in een persverklaring.

Op 14 mei zijn de Turkse presidentsverkiezingen. Daar hadden zich tot vandaag vier presidentskandidaten voor gemeld. De zittende president Recep Tayyip Erdogan, de seculiere leider Kemal Kilicdaroglu, de onafhankelijke kandidaat Sinan Ogan en Muharrem Ince van het Vaderlandspartij. Nu blijven er drie opties over.

Muharrem Ince was lange tijd parlementariër voor de seculier CHP. Hij deed zelfs een poging om voorzitter te worden van die partij, maar die strijd verloor hij tegen Kilicdaroglu.

Bollywoodfilm over IS leidt tot onrust in India

0

De eind vorige week uitgebrachte Bollywoodfilm The Kerala Story volgt het leven van drie hindoevrouwen, die zich tot de islam bekeren en zich daarna bij de terreurorganisatie IS aansluiten. De film leidt tot veel onrust in India.

Volgens de makers is de film gebaseerd op jarenlange research, maar critici zien de film als de zoveelste propagandastunt van hindoe-nationalisten, die een haatcampagne voeren tegen de Indiase moslimminderheid.

De Indiase premier Narendra Modi, leider van de hindoe-nationalistische partij BJP, prees de film vorige week tijdens een verkiezingsbijeenkomst in de deelstaat Karnataka. Hij zei dat de film probeerde ‘de gevolgen van terrorisme in een samenleving aan het licht te brengen’. Ook andere BJP-politici steunen de film.

De Indiase deelstaat West-Bengalen heeft The Kerala Story verboden, omdat de film religieuze polarisatie tussen moslims en hindoes zou aanwakkeren. Dit besluit heeft tot kritiek van federaal minister Anurag Thakur van Informatie, Communicatie, Jeugdzaken en Sport geleid. Hij zei dat West-Bengalen solidair was met de terroristen, niet met slachtoffers van terrorisme.

Eind vorig jaar was er al ophef over de film. In de trailer beweerde een actrice dat het personage dat ze speelde een van de 32.000 vrouwen uit de staat Kerala was, die zich bij IS hadden aangesloten. In werkelijkheid is er geen betrouwbare informatie over het aantal vrouwen dat zich bij IS aansloot. De deelstaat Kerala heeft de film een opzettelijke poging genoemd om ‘haat te verspreiden’, maar wil The Kerala Story niet verbieden.

The Kerala Story is niet de eerste Bollywoodfilm die anti-moslimsentimenten zou bevatten. Vorig jaar was er veel ophef over de film The Kashmir Files, die vertelt hoe hindoes in de jaren negentig massaal Kashmir ontvluchtten vanwege extremistisch geweld. Deze film zou moslims, die in India steeds meer in de verdrukking staan, demoniseren, aldus critici.

Conflict tussen Israël en Gaza escaleert

0

Israëlische luchtaanvallen in Gaza hebben vandaag het leven gekost aan vier Palestijnen, onder wie een tienjarig meisje.

In twee dagen tijd zijn er nu tenminste 25 Palestijnen gedood, onder wie vijf kinderen en vijf vrouwen. Daarnaast zijn tenminste 37 Palestijnen gewond geraakt als gevolg van de Israëlische aanvallen.

Israël verklaarde dat de aanval van vannacht gericht was tegen een commandant van de Islamitische Jihad, die betrokken is bij de productie van raketten in de Gazastrook. De commandant, Ali Hassan Muhammad Ghali, zou om het leven zijn gekomen.

Gisteravond zei dat Israëlische minister van Defensie Yoav Gallant dat er meer dan 400 raketten vanuit Gaza werden gelanceerd op Israël. Deze beschietingen hebben niet tot doden geleid aan Israëlische kant, wel tot 25 gewonden gewonden.

Islamitische Jihad, een Palestijnse verzetsbeweging op de Gazastrook, begon vorige week met raketaanvallen in reactie op de dood van de Palestijnse vrijheidsstrijder Khader Adnan, die na een hongerstaking van 87 dagen overleed. Israël besloot daarop luchtaanvallen uit te voeren op de Gazastrook.