6.3 C
Amsterdam
Home Blog Pagina 125

Voormalig GroenLinks-politicus El Fassed maakt historische podcast over Palestina

0

Arjan El Fassed onderzoekt in de podcast Niet iedereen kan stenen gooien de geschiedenis van zijn familie in Palestina. De aanslag op oom Bassam was het moment dat hij zich bewust werd van zijn roots.

Arjan El Fassed (49) is de zoon van een Palestijnse vader en een Nederlandse moeder. Hij voelt zich Nederlander én Palestijn. Palestina is zijn tweede vaderland. Toen Arjan zich in 1996 in de Palestijnse stad Nablus vestigde, na een studie politicologie aan de Universiteit Leiden, kwam hij een keer gehavend terug bij zijn familiehuis daar. ‘Arjan, jij kunt geen stenen gooien’, zei zijn in 2019 overleden oom Bassam Shaka’a tegen hem. Bassam was getrouwd met de zus van Arjans vader. Hij was burgemeester van Nabloes, totdat hij bij een bomaanslag in 1980 – gepleegd door Joodse kolonisten – zijn beide benen verloor. Volgens zijn oom lag het talent van Arjan ergens anders. Hij moest schrijven en pleiten.

Dat deed Arjan El Fassed. Hij werkte voor Palestijnse mensenrechtenorganisaties en kwam daarna bij de ontwikkelingsorganisatie Oxfam terecht, waar hij zich als beleidsadviseur inzette voor mensenrechten en humanitaire hulp. Van 2010 tot 2012 was hij Tweede Kamerlid voor GroenLinks.

De strijd voor de mensenrechten van de Palestijnen werd een strijd voor mensenrechten in het algemeen. Maar El Fassed verloor de Palestijnse zaak nooit uit het oog. In 2008 schreef hij het boek Niet iedereen kan stenen gooien. Hierin vertelt hij de familiegeschiedenis van zijn Palestijnse familie tegen de achtergrond van de wereldhistorie. ‘Het voelt als Forrest Gump of hoe de Amerikaanse historicus Howard Zinn Amerika beschrijft vanuit het perspectief van de ontvangers van de geschiedenis.’ En nu is er de podcast Niet iedereen kan stenen gooien, die is gebaseerd op zijn gelijknamige boek van vijftien jaar geleden.

Wat maakt El Fasseds podcast zo bijzonder? ‘Er zijn veel podcasts waarin twee mensen discussiëren over de politieke actualiteit’, antwoordt hij. ‘Of je hebt een geschiedenispodcast die claimt het ‘ware’ geschiedenisverhaal te vertellen. Mijn podcast is een persoonlijk verhaal, over de geschiedenis zoals mijn familie die zelf heeft meegemaakt. En dit verhaal vertel ik tegen de achtergrond van de grote gebeurtenissen in de wereldgeschiedenis, en de historie van het Israëlisch-Palestijnse conflict. Ik heb familie in Nederland en in Palestina, maar ook in Libanon en Syrië waar veel Palestijnen in 1948 naartoe zijn gevlucht tijdens de Nakba [toen Israël meer dan zevenhonderdduizend Palestijnen van huis en haard verdreef].’

Het was voor zijn vader niet meer mogelijk om terug te keren naar Palestina

El Fasseds ouders zijn allebei nog in leven en in de tachtig. Ze ontmoetten elkaar in Nederland. ‘Mijn moeder was net als veel Nederlanders opgegroeid met onbetwiste steun voor Israël. Pas toen ze mijn vader ontmoette, kreeg ze een ander perspectief te horen.’

Zijn vader was in 1963 naar Nederland vertrokken om er te studeren. Hij werkte in Palestina voor een margarinefabriek, die was opgekocht door een Nederlands bedrijf. ROMI, de Rotterdamse Margarine Industrie, wilde Palestijnen opleiden in Nederland, zodat ze daarna weer terug konden naar Palestina om de fabriek te moderniseren. Maar in 1967 brak de Zesdaagse Oorlog uit, veroverde Israël de Westelijke Jordaanoever, en was het voor de vader van El Fassed niet meer mogelijk om terug te keren naar zijn vaderland. ‘Hij verloor zijn verblijfsrechten. Hij mocht alleen nog als toerist naar zijn land. Hij mocht zich er niet vestigen. Ik mag dat ook niet.’

De aanslag op oom Bassam was voor El Fassed hét moment dat hij zich van zijn Palestijnse roots bewust werd, vertelt hij. ‘Mijn oom gold in die tijd als een van de belangrijkste Palestijnse leiders van dat moment. Israël wilde niet met de PLO [Palestijnse Bevrijdingsorganisatie] praten, die op dat moment vanuit de Libanese hoofdstad Beiroet opereerde. De staat hoopte dat democratisch gekozen Palestijnse burgemeesters een gematigd geluid zouden laten horen. Maar de Palestijnen kozen juist heel zelfbewuste onafhankelijke vertegenwoordigers. Oom Bassam en andere democratisch gekozen Palestijnse burgemeesters voerden het verzet aan tegen de Israëlische bezetting van de Westelijke Jordaanoever en de bouw van illegale Israëlische nederzettingen.’

El Fassed maakt de podcast helemaal zelf. ‘Het zijn geen gesprekken of interviews. Het blijft mijn familieverhaal afgewisseld met fragmenten uit historische audio-archieven, zoals van discussies over Palestina in de Verenigde Naties. De podcast is geen audioboek. Ik volg niet letterlijk mijn boek.  Ik wilde dit familieverhaal graag op een andere manier vertellen, voor een ander publiek. Het probleem is dat de Palestijnen nog altijd het gevoel hebben toestemming te moeten krijgen om hun verhaal te mogen vertellen. Veel archief bestaat niet. Of het is vernietigd, of het is in handen van mensen die hun geschiedenis niet willen laten zien. Daarom is het vertellen van persoonlijke verhalen zo belangrijk.’

Britse dansvoorstelling over afrohaar naar Nederland

0

De Britse dansvoorstelling The Head Wrap Diaries komt naar Nederland. Unchenna Dance voert hun show op 2, 3 en 4 juni op in Zaal 3 in Den Haag, en zal op 8 juni naar Stadsschouwburg Utrecht gaan.

The Head Wrap Diaries tourt al drie jaar in het Verenigd Koninkrijk, op meer dan 20 locaties. Unchenna Dance combineert dans, theater en verhalen met een flinke dosis humor en tovert de speellocatie om tot een kapsalon. Dansstijlen House, Waacking en Vogue worden gemixt met Afrikaanse en hedendaagse dans.

De voorstelling is volgens Afro Magazine ‘een grappige, opbeurende danstheatershow die vrouwelijkheid, schoonheid, cultuur, zusterschap en vooral HAAR!’ centraal stelt. De drie hoofdrolspelers leren dat ze blij moeten zijn met hun afrohaar, dat eeuwenlang door witte mensen als vies, slecht en lelijk werd bestempeld. Dit gingen zwarte mensen zelf ook vinden. Nu leren zwarte mensen echter trots te zijn op hun haar.

In dialoog met China juist de pijnpunten benoemen

0

Nederland moet de dialoog met China blijven aangaan, schreef Chinadeskundige Fred Sengers vorige week in de Kanttekening. We kunnen volgens hem niet om deze wereldmacht heen. Ahmedjan Kasim reageert in dit artikel op Sengers. Gesprekken voeren met China kan inderdaad, betoogt Kasim, maar dan wel op een andere manier dan Sengers voorstelt.

Sinds 2021 ben ik een aantal keer betrokken bij de discussie rondom de houdbaarheid van de stedenband tussen Nederlandse en Chinese steden. Een van de argumenten die je vaak hoort, is dat je in gesprek moet blijven zodat Nederland de situatie van de Oeigoeren kan aankaarten. Recent heeft ook minister Hoekstra van Buitenlandse Zaken China bezocht om de dialoog aan te gaan. In reactie op dit bezoek pleit Sengers ervoor om het gesprek tussen Nederland en China in stand te houden, omdat er nog veel te bespreken valt met China. Maar hoe voer je een gesprek met China als je bijvoorbeeld de Oeigoerse genocide wilt stoppen?

De gesprekken met China zorgden de afgelopen jaren niet voor verandering maar leidden tot een nog assertiever China, met alle ernstige gevolgen van dien. Het is naïef om te denken dat die gesprekken uiteindelijk wel effectief hebben. Het gesprek met China moet op een andere wijze worden gevoerd.

Om te beginnen moeten we ons niet laten gijzelen door vrees voor escalatie. In een tijd van geopolitieke instabiliteit is het juist verstandig om een democratisch blok te vormen tegenover autoritaire regimes. Juist die vrees voor escalatie leidde ertoe dat Rusland Oekraïne binnenviel. Een zachte, welwillende houding naar dictators biedt geen oplossingen maar stelt het probleem slechts. Fouten in de verhoudingen met Rusland moeten we in relatie tot China voorkomen.

Het klopt inderdaad dat de houding van het Westen ten opzichte van China de laatste jaren is veranderd. In het toenaderingsproces tot China zijn we geconfronteerd met meerdere pijnlijke feiten, zoals ook Sengers benadrukt. Het gevolg daarvan is dat westerse landen maatregelen treffen om de dreiging vanuit China tegen te gaan. Het is logisch dat het plegen van genocide op Oeigoeren, het openen van illegale politiebureaus en bedreigen van bijvoorbeeld Oeigoerse Nederlanders angst en woede veroorzaakt. Deze feiten dienen dan ook te worden benoemd in gesprekken met China en behoren niet om economische redenen onder het tapijt te worden geschoven.

‘Een zachte, welwillende houding naar dictators biedt geen oplossingen’

Wie China een beetje kent, weet dat het land gevoelig is voor reputatieschade. Dit geldt niet alleen voor de Chinese communistische partij, maar ook voor de Chinese samenleving. De partij probeert het imago van China op internationale podia zo schoon mogelijk te houden. De voorlopige conclusie van de EU en Nederland dat een ontkoppeling van China geen optie is, kan veranderen. Juist het benoemen van het feit dat een ontkoppeling tot de mogelijkheden behoort, bij bijvoorbeeld een aanval op Taiwan, geeft een sterk signaal af aan Beijing. Dit heeft het Westen afgelopen veertig jaar te weinig gedaan.

Het zal Nederland ook goed doen om eigen normen en waarden prioriteit te geven in gesprekken met China. Het meenemen van een grote bedrijfsdelegatie bij een bezoek aan China ondermijnt het doel van normen gedreven buitenlandpolitiek. Immers, zolang de gesprekken op dezelfde wijze worden gevoerd, zal Beijing de noodzaak tot verandering niet voelen. In gesprekken met China dient Nederland een proactieve rol in te nemen, niet een reactieve rol.

In een wereld waarin China vasthoudt aan haar principes en systemen, dienen wij dat ook te doen. Meegaan met de Chinese eisen betekent dat we een stapje terugzetten, terwijl China ondertussen een stap naar voren zet. Met onze huidige instelling komen we niet verder, het doet alleen het zelfvertrouwen van Beijing toenemen.

Waarom Erdogan altijd wint

Erdogan heeft de tweede ronde van de presidentsverkiezingen van Turkije met ruim 52 procent gewonnen. Heel de wereld kijkt met verbazing toe. Hoe komt het dat hij nog altijd wint?

In Turkije gaat het immers allesbehalve voorspoedig. Iedereen, de oppositie voorop, dacht dat de Turken de president zouden wegstemmen. Vanwege de aardbevingsramp, die zoveel slachtoffers kon eisen vanwege zijn corrupte beleid; vanwege de onkunde van de regering in combinatie met een ongekende economische crisis; en vanwege de uitgeholde democratie en rechtstaat, de duizenden opgepakte onschuldigen, journalisten, academici, politieke tegenstanders, de haattaal en de polarisatie. Maar niets lijkt het Turkse volk te deren. Erdogan is een machiavellist, een sluwe machtspoliticus. Hij kent de Turken door en door en grijpt telkens nieuwe kansen om hen te misleiden. En hij slaagt daar telkens weer in.

Conservatieve moslims zien Erdogan als de Turkse messias en dichten hem goddelijke eigenschappen toe. Zijn politieke strijd is voor hen een dawa en jihad tegen de ongelovigen en het Westen. Turkse media en moskeeën verkondigen al eenentwintig jaar deze boodschap, die via Diyanet-moskeeën ook Nederland bereikt. Iedere dag wordt gebeden voor de overwinning van Erdogan en worden er Koranverzen uitgedeeld waarmee thuis gebeden kan worden. Hoge geestelijken dragen bij aan de verering van de president. Zij zien hem als kalief. Zo is er een Turks fatwa die stelt dat corruptie niet gelijk staat aan stelen. Met andere woorden: de grootschalige corruptie van de AK-partij is niet slecht en evenmin strafbaar.

Vorige week sprak ik iemand bij een lezersbijeenkomst van de Kanttekening in Zwolle. Hij vertelde een schrijnend verhaal over de aardbeving van februari. De man verloor veertig familieleden, waaronder zijn achttienjarige zoon. Die zat vast onder het puin. Hij was minder dan een meter verwijderd van zijn vader, die hem met een rietje sinaasappelsap gaf en hem zo in leven hield. Na drie dagen vroor de jongen dood. Een hartverscheurende gebeurtenis. De gehoopte hulp kwam niet. Je denkt: deze man, die zoveel verloren heeft, kan nooit meer op Erdogan stemmen. Maar hij reed rond met een grote campagneposter van de AK-partij op zijn auto. Volgens hem kwam de aardbeving van Allah. Hier in Nederland zouden wij Rutte IV wegstemmen, maar in Turkije geldt een andere logica.

Een ander verhaal dat Erdogan al eenentwintig jaar vertelt is dat de CHP van Mustafa Kemal Atatürk (1881-1938) gelovigen in Turkije decennialang onderdrukte en vervolgde. De kemalisten wilden een seculiere samenleving die zo min mogelijk met de islam te maken had. De islam moest zo veel mogelijk binnenhuis beleden worden, en in het openbaar gezuiverd worden van Arabische elementen, met een ‘geturkificeerde’ islam als resultaat. Zo veranderde de regering de Arabische gebedsoproep in een Turkse. Imams die de gebedsoproep toch in het Arabisch deden, werden hardhandig opgepakt. Orthodoxe moslims hebben hier nog steeds traumatische herinneringen aan. Erdogan speelt hier handig op in, door te stellen dat dit weer gaat gebeuren als de oppositie wint. Kilicdaroglu spreekt verzoenende taal en maakte excuses voor seculiere excessen. Toch is hij er niet in geslaagd conservatieve gelovigen te overtuigen.

Erdogan gebruikt ook angst voor terrorisme, in combinatie met nationalisme. Zijn motto ‘één land, één religie en één vlag’ gaat erin als zoete koek. Turken houden bovenmatig van hun land en hun religie. Ze verlangen terug naar de gloriedagen van het Ottomaanse wereldrijk. Erdogan maakt de Turkse bevolking bang voor de verboden Koerdische Arbeiderspartij PKK, die zou samenwerken met de oppositie. Een gefabriceerde campagnevideo brengt Kilicdaroglu in verband met de PKK. Turken geloven hem klakkeloos.

De afgelopen twee decennia heeft Erdogan een van hem afhankelijke economische elite gecreëerd. Dat deed hij met aanbestedingen van de staat en de duizenden gemeenten die hij in handen heeft. Iedere aanbesteding, zelfs die van een kleine kantine op een middelbare school in een provinciestadje, loopt via de overheid, dus via Erdogans AK-partij. Hij heeft honderdduizenden eigen mensen als ambtenaar aangesteld. En via aanbestedingen en banen zijn miljoenen mensen bovendien van zijn partij afhankelijk geworden. Natuurlijk willen zij hun privileges niet kwijtraken.

Turken hebben een relatief laag opleidingsniveau. Volgens het TUIK (het Turkse Statistiekinstituut) is slechts 17,6 procent van de Turken hoogopgeleid. De meeste Turken krijgen hun nieuws via staats- en regeringsgezinde televisiezenders, die propagandakanalen zijn. Turken missen daardoor intellectuele bagage, waardoor zij niet onafhankelijk kunnen oordelen. Dag in dag uit zijn ze blootgesteld aan islamistische en nationalistische indoctrinatie.

In de Verenigde Staten koos 82 procent van Turken voor de oppositie, maar in Nederland stemde 72 procent van de stembusgangers van Turkse Nederlanders op Erdogan. In Amerika wonen vooral hoogopgeleide Turken. Erdogan weten dat hij laagopgeleide kiezers makkelijker kan misleiden. Want velen geloven helaas letterlijk alles wat de president zegt.

Zo kon Erdogan verkiezing na verkiezing winnen. Zelfs dit jaar weer.

‘Erdogan is de vaderfiguur die Turken in Europa missen in het land waar ze wonen’

0

En wéér wint Erdogan. Dit keer versloeg de Turkse president een verenigd oppositieblok. Wat maakt deze autoritaire heerser zo aantrekkelijk voor Turken? De Kanttekening bespreekt die vraag met Turkijekenners Suzan Yücel, Ergün Babahan, Kivilcim Pinar en Mahmut Erciyas.

De Turkse verkiezingen zijn voorbij. Het is game over voor de oppositie, de zittende president Recep Tayyip Erdogan heeft, ondanks de vernietigende aardbeving die aan meer dan 50.000 Turken het leven heeft gekost, opnieuw gewonnen. Hij blijft de komende vijf jaar president. Hij ontpopt zich steeds meer als autoritaire heerser. Hij schendt mensenrechten en heeft bovendien het land economisch verarmd.

‘Dit waren geen eerlijke verkiezingen’, zegt de journalist Suzan Yücel, die onlangs voor BNNVARA de documentaire Mijn Turkse stem maakte. ‘Er is ongelooflijk veel desinformatie. Erdogan liet bijvoorbeeld tijdens een rally een video van Kilicdaroglu zien, waar de Koerdische PKK doorheen gemonteerd was.’ Zo wilde de president zijn concurrent associëren met de terreur van deze beweging, die onder andere in Europa op de terreurlijst staat.

‘Ik denk dat Erdogan heel goed weet wat Turken diep in de kern raakt’, vervolgt Yücel. ‘Turken zijn namelijk vanouds erg bang voor opdeling van hun land. Hij heeft daar tijdens deze verkiezingen goed op ingespeeld, door de oppositie in verband te brengen met terrorisme. Het land zou volgens Erdogan compleet uiteenvallen, wanneer zij aan de macht zouden komen.’

Volgens Yücel onderschat het Westen hoe nationalistisch en islamitisch Turken zijn. ‘Kijk, ik kom uit een gelovig milieu, uit Kahramanmaras, waar Erdogan ook heel veel stemmen heeft gewonnen. Maar het was op zich geen verrassing dat hij daar veel stemmen zou krijgen, ondanks de aardbeving. Die regio is ontzettend nationalistisch. Voor Turken is het belangrijk dat er een leider aan de macht is die vijf keer per dag bidt, gelooft in God, soennitisch-moslim is. Al moeten ze er honger voor lijden. Ze geloven dat iemand die in hun God gelooft niet kwaadwillend kan zijn. En van iemand die dat niet gelooft, kunnen ze minder op aan.

We moeten ook niet vergeten dat Erdogan de mensen uit de binnenlanden van Anatolië een stem heeft gegeven, die voorheen door de politieke elite werden genegeerd. Er is een onvoorwaardelijke loyaliteit naar Erdogan toe. Ook speelt de angst voor een seculiere bijltjesdag, als Erdogan zou verliezen. Vooral mensen die een hoofddoek dragen en die de onderdrukking van die hoofddoek in de jaren negentig hebben meegemaakt, zijn er gevoeliger voor.’

Syriërs als stemvee

Journalist Ergün Babahan is het met Yücel eens dat het geenszins ‘eerlijke verkiezingen’ waren, maar gaat nog een stapje verder. Volgens hem zijn er ook veel stemmen gestolen. ‘Er is er een onverklaarbare toename, buiten de natuurlijke bevolkingsgroei om, van 6,5 miljoen kiezers. Naar verluidt mochten Syrische migranten in veel Anatolische steden stemmen, vooral in de aardbevingsgebieden.’ In oppositiekringen stelt men vaker, overigens zonder overtuigend bewijs, dat Erdogan Syriërs het land heeft binnengehaald als stemvee.

Volgens Babahan heeft ook de oppositie een verantwoordelijkheid als het gaat om een eerlijke stembusgang. ‘Ze hebben zich ondanks eerdere episodes van stemfraude de afgelopen vijf jaar niet adequaat op de verkiezingen voorbereid.’ Babahan wijst hiernaast op de zogenoemde liefdadigheidseconomie die Erdogan in twintig jaar heeft opgebouwd. ‘Hierdoor heeft hij grote massa’s mensen, sektarisch afhankelijk van de AKP gemaakt. Ministeries zijn als het ware in handen gekomen van de voormannen van deze sekten, en het personeel wordt opgevuld door mensen die met deze AKP-sekten zijn verbonden. Deze mensen gebruiken hun macht en invloed, puur voor de voortzetting van het AKP-bewind.’

Ook het Alkmaarse PvdD-raadslid Kivilcim Pinar wijst op de afhankelijkheid van grote groepen Turken van de AKP. ‘Erdogan heeft zijn eigen middenklasse gecreëerd en die vervolgens laten groeien. Er is een enorme massa ‘witte islamisten’ die zich onder Erdogan heeft verrijkt en die met het vertrek van Erdogan economische privileges verliezen. Deze groep bestaat in naam uit conservatieve islamisten, maar in wezen zijn het seculiere, stedelijke groepen die uit zijn op machtsbehoud. Islamitische waarden spelen bijna geen rol meer. Hun economische lot hangt af van de toekomst van Erdogan. Daarom blijven ze op hem stemmen.’

‘Turken hebben een nationalistische inborst en kunnen het niet hebben dat er kritisch over hun leider gesproken wordt’

Antiwesters

De historicus Mahmut Erciyas benadrukt dat twintig jaar intensieve staatspropaganda een stempel heeft gedrukt op de psychologie van de Turkse bevolking. ‘Het conservatisme en ultranationalisme was in Turkije al diepgeworteld. Daar kwam nog twintig jaar Erdogan bovenop. In die periode heeft hij de rechterlijke macht uitgehold, zijn eigen mensen benoemd op cruciale posities in de academische wereld en bureaucratie, de massamedia onder zijn controle gebracht en kritische media monddood gemaakt. In die twintig jaar zijn bijna negenhonderd journalisten opgepakt.’

Babahan spreekt expliciet van een ‘fundamenteel antiwesterse houding’, die er al is sinds het ontstaan van de Turkse republiek. ‘Dit sentiment, dat al sterk was onder secularisten, veranderde in een inherente haat tegen het Westen en alle waarden die het vertegenwoordigt. Erdogan heeft dit sentiment zeer goed gebruikt bij de verkiezingen. Turkse jongeren worden opgevoed in een antidemocratische omgeving, zowel thuis als in het onderwijs.’

Dit antiwesterse gevoel lijkt relatief veel sterker te leven bij Turken die in Europa te wonen. Zij stemden vaak immers veel massaler op Erdogan dan Turken in Turkije zelf. Hoe is dit te verklaren?

‘Dat is iets waar ik mij het hoofd over breek’, zegt Yücel. ‘Veel Turken in West-Europa komen van oorsprong uit Centraal-Anatolië. Hun stemgedrag daar en hier komt een op een overeen: beide groepen zijn even conservatief. Maar toch is het opvallend, omdat de Turken in Turkije alleen maar zijn overgeleverd aan staatspropaganda via overheidskanalen. Zij zien dus een heel beperkt deel van de werkelijkheid. Maar mensen in Europa, zou je denken, zien veel kritischere verhalen over Erdogan. Maar op de een of andere manier komt dat toch niet binnen. Dat heeft er toch mee te maken dat Turken een nationalistische inborst hebben. Ze kunnen het niet hebben dat er op een kritische manier over hun Turkse leider wordt gesproken.’

Discriminatie

Yücel noemt ook de discriminatie en uitsluiting die Turken in Europa ervaren. ‘Hierdoor zijn ze wantrouwender geworden tegenover democratische waarden. Ze koppelen die juist aan uitsluiting en discriminatie. Zo van: leuk al die waarden, maar die zijn er kennelijk niet voor ons. Bovendien speelt Erdogan in op dat sentiment van uitgesloten worden. Hij voelt voor veel mensen in Europa als de vaderfiguur die ze missen in het Westen. Ze voelen zich niet vertegenwoordigd door de leiders van de landen waarin ze wonen, maar dus wel door Erdogan, die zijn vuist op tafel durft te slaan en het Westen durft aan te spreken op zijn hypocrisie. Hier zijn Turken gevoelig voor. Maar hierdoor zijn ze dus ook blind voor wat Erdogan in eigen land doet. Ze zien alleen maar zijn prestigeprojecten en deinen mee in de grootheidswaan: ‘Wij Turken, wij zijn belangrijk, wij hebben ook wat te zeggen in de wereld. Wij zijn niet de groep die onderaan de samenleving staat. Jullie kunnen ons niks maken!’ In Europa gaan Turken gebukt onder discriminatie en uitsluiting, maar wat betreft Turkije speelt dat helemaal niet. Daar is precies het tegenovergestelde het geval. Daar horen ze bij de meerderheid. En dat voelt voor veel Turken fijn. Een Turkse leider waar ze nationalistisch trots op kunnen zijn.’

Babahan deelt die analyse. ‘Turkse immigranten in Europa behoorden tot de meest ongeschoolde plattelandsbewoners van Turkije. De Turkse staat die deze mensen naar Europa stuurde, zag hen enkel als inkomstenbron voor het vaderland. Zij waren verder niet geïnteresseerd in zaken als emancipatie en integratie in het land van aankomst. In feite wilde de Turkse staat, met inbegrip van de regeringen die wij seculier noemen, liever dat deze mensen Turks en moslim bleven. Qua wereldbeeld en levensstijl verschilt een Turk die in Parijs of Berlijn woont niet veel van iemand die in provincieplaatsen Yozgat of Konya woont.’

Volgens Babahan zijn Turken die in het Westen wonen juist onverdraagzamer en haatdragender geworden, omdat ze uitgesloten worden. ‘Hun steun aan de sociaaldemocraten bij de Europese verkiezingen is slechts een kwestie van eigenbelang. Het racisme in de westerse landen wakkert bij Turken het nationalisme, waar ze van huis uit al toe geneigd zijn, alleen maar meer aan. Zolang de Turkse bevolking in Europa toeneemt en westerse regeringen het integratievraagstuk niet aanpakken, zal deze tendens sterker worden. Dan ontstaat in Europa een ernstig Turks probleem.’

Pinar is niet verrast over de grote Erdogan-aanhang in Europa. ‘Afgezien van de alevieten en de seculiere Koerden zijn Turken in Europa conservatief. Erdogan is een politieke leider die in hun culturele profiel past. Deze groep voelt zich verwikkeld in een culturele oorlog met het Westen. Als deze groep meer rigide, fanatieker en teruggetrokkener wordt, denk ik dat er een Turks probleem in Europa kan ontstaan, zoals Babahan zegt’.

‘Ook bij deze verkiezingen waren de buitenlandse stemmen in het voordeel van Erdogan’, merkt Erciyas op. ‘Bij de Turkse oppositie is daar veel irritatie en onbegrip over. Ik begrijp dat wel. Het is vreemd dat mensen die alleen voor vakanties in Turkije komen mede het lot van de Turkse samenleving kunnen bepalen.’

Bommelding Mevlana-moskee (Rotterdam) na vrijdaggebed

0

De Mevlana-moskee in Rotterdam is vandaag kort na het vrijdaggebed opgeschrikt door een bommelding. ‘Het was loos alarm, de moskee is weer vrij toegankelijk voor bezoekers’, meldt een moskeeganger die aanwezig was en liever anoniem blijft.

De bommelding kwam, meldt de moskeeganger, via de huistelefoon van de moskee binnen. ‘Ik heb een bom geplaatst in de moskee’, zou de beller hebben gezegd. Daarop heeft een medewerker meteen de wijkagent ingelicht.

De politie arriveerde later en heeft de moskee geïnspecteerd en kort na het middaggebed weer opengesteld voor bezoekers. Bij onraad moet de moskee ‘wel meteen contact opnemen’, aldus de moskeeganger.

Controle Alt Delete schort gesprek met politie op wegens aanstelling NTA-directeur

0

Najib Tuzani wordt vanaf 1 juli verantwoordelijk voor de landelijke aanpak van racisme binnen de politie. Voor Controle Alt Delete, een actiegroep tegen etnisch profileren en politiegeweld, reden om de gesprekken met de politie op te schorten.  Tuzani was medeverantwoordelijk voor het bespioneren van Nederlandse moskeeën.

Tuzani is oprichter van NTA (Nuance door Training en Advies), een particulier onderzoeksbureau dat met geld van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV)  en in opdracht van meerdere gemeenten moskeeën en moskeegangers in het geheim onderzocht op radicalisering.

In oktober 2021 onthulde NRC dat in ieder geval tien gemeenten gebruik hadden gemaakt van de diensten van NTV dat, zonder zich kenbaar te maken, sprak met moskeebezoekers, moskeebestuurders en imams.

Het artikel van NRC heeft voor grote deining binnen de Nederlandse moslimgemeenschap geleid, en het vertrouwen van moskeebesturen in de (lokale) overheid ernstig beschadigd. Het feit dat NTA-directeur Tuzani straks racisme binnen het politiekorps moet bestrijden is Controle Alt Delete in het verkeerde keelgat geschoten.

‘De aanstelling van Tuzani als programmamanager is een zorgwekkende ontwikkeling gezien zijn rol bij NTA en de geheime onderzoeken’, zegt Controle Alt Delete in een persverklaring. ‘Het is onwenselijk om de directeur van een omstreden organisatie waar vanuit de islamitische gemeenschappen veel weerstand tegen is, aan te stellen als programmamanager tegen racisme en discriminatie binnen de politie. Wij zetten alle gesprekken met politiemedewerkers die onder zijn verantwoordelijkheid en aansturing vallen ‘on hold’ zolang de directeur van NTA werkzaam is als programmamanager.’

De Nederlandse politie denkt hier echter anders over. Tuzani zou ‘zowel binnen als buiten de organisatie veel draagvlak onder verschillende netwerken en gemeenschappen’ hebben. De politie stelt ook dat de integriteit van Tuzani niet ter discussie staat, evenmin zijn geschiktheid in deze rol.

Britse gevangenen verzoeken om herziening moordzaak vanwege institutioneel racisme

0

Drie zwarte gevangenen uit het Verenigd Koninkrijk willen dat hun zaak wordt herzien. In 2016 werden ze als tieners veroordeeld voor een moord in Manchester. Die veroordeling zou het gevolg zijn van ‘institutioneel racisme’, schrijft de Britse krant The Guardian.

Volgens de advocaten van de drie gaat het om institutioneel racisme door de politie, het openbaar ministerie en de rechter. De moeders van de drie mannen zullen naar Birmingham afreizen om de 180 pagina’s tellende aanvraag van hun zonen persoonlijk te overhandigen aan de Criminal Cases Review Commission (CCRC).

In 2016 werd de 18-jarige Abdul Hafidah vermoord in Manchester door de toen 19-jarige tiener Devonte Cantrill. Maar er werden in totaal twaalf jongens vervolgd, waaronder Durrell Goodall, Reano Walters en Nathaniel Williams. Ze zouden allemaal lid zijn van de bende Active Only.

Zeven jongens, waaronder de drie zwarte jongens, werden veroordeeld op basis van de controversiële joint enterprise-wet. Deze wet houdt in dat ieder bendelid verantwoordelijk is voor een gewelddadig incident, ongeacht de omvang van het eigen aandeel. Ook leden die opzettelijk een persoon hebben ‘aangemoedigd en geholpen’ kunnen op grond van deze wet worden vervolgd. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat zwarte mannen en jongens onevenredig vaak worden gezien als bendeleden, en dat er in het Britse rechtssysteem sprake is van rassendiscriminatie.

Advocaten stellen, na twee jaar onderzoek, dat er geen gewelddadige criminele bende was die Active Only heette, en noemen de veroordeling een ‘grove gerechtelijke dwaling’. De drie jonge mannen krijgen ook steun van Labour-parlementariër Lacy Powell. Zij stelt dat het bendeverhaal niet waar is en ‘raciaal discriminerend’.

Turkse verkiezingen bepalen vluchtelingenbeleid

0

De tweede ronde van de Turkse presidentsverkiezingen, zondag 28 mei, zijn van doorslaggevende betekenis, niet alleen voor Turkije maar ook voor Europa. De kernpunten van deze verkiezingen zijn de manier waarop het land omgaat met de vluchtelingensituatie en de gevolgen van de verkiezingsuitslag voor de relatie van Turkije met de EU. Terwijl de dag van de stemming nadert, is Turkije verwikkeld in een hevig getouwtrek om de vier miljoen Syrische vluchtelingen, een strijd die diepe kloven in de samenleving en het politieke apparaat blootlegt.

Kemal Kilicdaroglu, de kandidaat van de oppositie, heeft een ferm standpunt ingenomen over het vluchtelingenvraagstuk. Als hij de verkiezingen wint dan, zo belooft Kilicdaroglu, zullen de vluchtelingen over twee jaar, of eerder, teruggestuurd worden naar hun eigen land. Deze retoriek wijkt af van zijn vorige verklaring, waarin de seculiere presidentskandidaat beloofde vluchtelingen terug te sturen zodra hij was aangetreden. Zijn nieuwe standpunt duidt wellicht op een erkenning van de complexiteit van de kwestie, aangezien veel van deze personen geen wettelijke vluchtelingenstatus hebben. Dit komt omdat Turkije in 1951 een voorbehoud gemaakt heeft bij de ondertekening van het VN-Vluchtelingenverdrag. Het land erkent alleen mensen uit Europa als vluchteling, niet mensen uit het Midden-Oosten.

Het vluchtelingenvraagstuk is in Turkije ook een verzamelpunt geworden voor extreemrechts. Umit Ozdag, de leider van de extreemrechtse Overwinningspartij, heeft met Kilicdaroglu onderhandeld over een protocol om vluchtelingen ‘indien nodig met geweld’ binnen ‘een jaar’ naar huis te sturen. De overeenkomst moet echter nog worden afgerond.

‘Turkije kampt met een massale toestroom van vluchtelingen, niet alleen uit Syrië maar ook uit Afghanistan en andere landen’

Ook zittend president Recep Tayyip Erdogan wil het vluchtelingenvraagstuk aanpakken, zij het op een meer gematigde manier. In een interview met TRT Haber verklaarde de president dat binnenkort een routekaart voor de veilige terugkeer van vluchtelingen wordt opgesteld, met als doel nog eens een miljoen Syriërs terug te sturen naar hun vaderland. Turkije heeft eerder al 450.000 Syriërs gerepatrieerd, wat wijst op een verschuiving in het regeringsbeleid.

De kwestie heeft echter vele facetten, zoals blijkt uit de woorden van Mevlut Cavusoglu. De minister van Buitenlandse Zaken erkende de repatriëringsinspanningen, maar wees ook op de bijdrage van vluchtelingen aan de arbeidsmarkt, met name in de landbouw. Hiermee wees hij op de mogelijke schadelijke economische gevolgen van het massaal terugsturen van Syrische vluchtelingen.

Even los van alle politieke retoriek gaat het hier om een complex vraagstuk. Turkije kampt met een massale toestroom van vluchtelingen, niet alleen uit Syrië maar ook uit Afghanistan en andere landen. Ondanks repatriëringsinspanningen blijven er veel meer vluchtelingen in Turkije dan er worden teruggestuurd.

De uitslag van de presidentsverkiezingen op 28 mei en de daaropvolgende aanpak van de vluchtelingensituatie zullen daarom verstrekkende gevolgen hebben voor de EU. Turkije speelt een sleutelrol bij het beheersen van de vluchtelingencrisis die Europa de afgelopen jaren heeft overspoeld. Een verschuiving in het Turkse vluchtelingenbeleid kan tot een nieuwe migratiegolf naar Europa leiden, waardoor het beheer van de vluchtelingensituatie door de EU zelf op de helling komt te staan. De EU kijkt daarom angstig toe, in het besef dat de wind van verandering in Turkije een storm naar de Europese kusten kan brengen.

Kortom, de komende Turkse verkiezingen zijn een beslissende gebeurtenis voor Turkije zelf, voor de vluchtelingen die in het land wonen en voor de aangrenzende Europese Unie. De retoriek rond de vluchtelingensituatie heeft diepe maatschappelijke en politieke tegenstellingen in Turkije blootgelegd, maar de realiteit van de situatie vraagt om een genuanceerde aanpak. Of Turkije een toevluchtsoord blijft voor mensen die oorlog en vervolging ontvluchten of zijn grenzen sluit, hangt af van de uitslag van komende zondag. Ook de EU moet zich voorbereiden op mogelijke veranderingen in de houding van Turkije en strategieën ontwikkelen om doeltreffend te reageren. De storm nadert en het effect ervan zal tot ver buiten de Turkse grenzen voelbaar zijn.

Rapport veroordeelt ontslag van Amerikaanse docente die afbeelding van profeet toonde

0

De Amerikaanse organisatie voor universitaire docenten (AAUP) veroordeelt in een kritisch rapport het besluit van de Hamline University om docente Erika López Prater te ontslaan. In oktober toonde ze tijdens een college een veertiende-eeuwse afbeelding van de profeet Mohammed. 

Vorig jaar besloot Hamline University, in de Amerikaanse staat Minnesota, het contract van López Prater niet te verlengen, omdat een islamitische studente over haar had geklaagd.

De docente kunstgeschiedenis liet de betreffende afbeelding zien tijdens een online college over islamitische kunst. Studenten die aanstoot nemen aan het maken van afbeeldingen van de profeet, mochten van haar dit college overslaan.

Volgens de universiteit had de docente er desalniettemin meer rekening mee moeten houden dat deze beeltenis gevoelig ligt bij islamitische studenten. Ze had een tijdelijke aanstelling om dit specifieke vak te geven en vanwege het incident besloot de universiteit haar contract niet te verlengen.

López Prater is het niet met dit besluit eens en heeft haar oude werkgever aangeklaagd. Ze heeft niet alleen inkomen verloren, maar ook heeft ze onder stress geleden en is haar reputatie beschadigd. Ze krijgt nu steun van de American Association of University Professors.

Volgens het AAUP-rapport heeft de universiteit verkeerd gereageerd op een ‘de facto lastercampagne’ tegen López Prater, een campagne die ‘een aanval op de fundamentele principes van academische vrijheid’ is.

‘Als een moslimstudent het tonen van een afbeelding van de profeet Mohammed kan verhinderen, waarom kan een evangelische christelijke student dan niet proberen een werk als de controversiële Piss Christ van Andres Serrano te censureren, of kan een vrome hindostudent bezwaar maken tegen het bestuderen van het werk van de Indiase kunstenaar M. F. Husain?’