Home Samenleving Etnische doelgroepen-awards: noodzaak voorbij?

Etnische doelgroepen-awards: noodzaak voorbij?

De Kleurrijke Top 100, de Etnische Zakenvrouw van het Jaar. Een deel van de multiculturele jongeren loopt er niet warm voor. Maar anderen beschouwen dit soort awards als een methode om op een positieve manier op te vallen, of vinden het juist harder nodig dan ooit.

Kees Vrijdag werkte jaren bij de Rotterdamse Kamer van Koophandel en stond bekend als ‘mister netwerk’. Hij is een bruggenbouwer in hart en nieren, voor wie samenwerking hoog in het vaandel staat. Natuurlijk kent hij Maritza Russel, de voorzitter en oprichtster van de EZVN, de organisatie die bepaalt wie de Etnische Zakenvrouw van het Jaar is. ‘Ieder jaar wordt tijdens een galadiner bekend gemaakt wie de Etnische Zakenvrouw van het Jaar is. Daar ben ik ook weleens bij geweest. Het verliep heel professioneel. Iedereen had zich opgedoft en zag er uit om door een ringetje te halen. Maar of het bijdraagt tot acceptie en integratie? Ik weet het niet. Maritza Russel vindt positieve discriminatie nog steeds nodig, want wat haar betreft is de doelgroep nog ondervertegenwoordigd. In mijn beleving gaat het om een vermeende achterstand en kan de EZVN eigenlijk ophouden. Neem de multiculturele federatie PRIO, die zich ook richt op ondernemers. Zij zien zichzelf niet als etnisch, maar als internationaal. Er zijn mensen met allerlei etnische achtergronden bij aangesloten.’

Rotterdam bestaat voor meer dan 50 procent uit andere culturen. Daarom vindt Vrijdag het belangrijk dat er gemeenschappelijke netwerken ontstaan. Bovendien is er voor sommige mensen nog een bezwaar. ‘Een ondernemer vertelde me dat hij was benaderd om zichzelf te nomineren voor een etnische business award. Hij wist eigenlijk niet of hij dat wel wilde. Toen hij hoorde dat hij daarvoor een financiële bijdrage aan moest leveren, hield het voor hem op.’

‘Waarom geen Zakenvrouw van het Jaar?’

De Rotterdamse radiomaakster en presentatrice Natasja Morales is al jaren de grote motor achter Chica Radio en het radioprogramma Chicks and the City, een programma voor en door meiden waarin ze maatschappelijke problemen bespreekbaar maken. Chicks and the City is jaren uitgezonden onder de paraplu van onder andere Fun X en RTV Rijnmond. Sinds oktober 2018 is er gekozen voor een podcast. ‘We zijn verhuisd naar het domein van de jongeren,’ grinnikt Morales.

Het multiculturele radiomeidenteam vormt een afspiegeling van de Rotterdamse bevolking, maar hun achtergronden zijn niet altijd zo makkelijk. Daar weet Morales alles van. ‘Mijn vader komt van Curaçao, mijn moeder is Nederlands. Ik ben opgegroeid in het Rotterdamse Oude Westen, wat destijds als achterbuurt werd beschouwd vanwege drugsproblemen. In combinatie met een lastig thuisfront had dit tot gevolg dat het niet zo vanzelfsprekend was om kansen te krijgen om me te ontwikkelen. Maar je moet kansen nemen om ze te krijgen én je moet kansen herkennen. Dit probeer ik de meiden van Chicks and the City ook te leren. Ik heb echt de behoefte om meiden verder te helpen die uit dezelfde situatie komen als ik destijds. Mijn eigen jeugd is mijn inspiratiebron geweest om Chica Radio en Chicks and the City op te richten. Maar bovenal wil ik er zijn voor meiden uit alle lagen van de bevolking. Ik richt me beslist niet uitsluitend op probleemgevallen. Bovendien had ik weinig rolmodellen om me heen. Ik probeer te laten zien dat je je vrouwtje kunt staan. Zo is destijds Chicks and the City ontstaan. Op deze manier kan ik de meiden steunen.’

Morales werkt veel met jonge meiden en ziet wat er in hun leven speelt. ‘Jongeren van tegenwoordig zijn erg geïntegreerd en werken vanzelf veel samen. Vanuit hun oogpunt zijn die speciale awards passé.’ Morales vindt het goed dat de EVZN er is, de organisatie achter de Etnische Zakenvrouw van het Jaar. Toch vraagt ze zich af of dit soort awards nog wel matchen met de huidige maatschappij. ‘Waarom zou ik Etnische Zakenvrouw van het Jaar moeten worden? Waarom geen Zakenvrouw van het Jaar? Wat maakt iemand bijzonder? Zoek het in een bepaalde categorie. Neem bijvoorbeeld ‘Doorzetter van het Jaar’ of ‘Bijzondere talenten van het Jaar’. Op die manier wordt niemand vergeten. Dat heb ik liever dan positieve discriminatie. Of wat dacht je van een prijs voor bruggenbouwers? Mensen zoals Nathalie van Huêt en Kees Vrijdag, die laten zien dat het anders kan. Diversiteit binnen witte bolwerken krijgen is ook een optie.’

Een andere award, de Kleurrijke Top 100, is volgens Morales een betere omschrijving. Het gaat immers om álle denkbare tinten. ‘Ik richt me ook op álle meiden. Dat je een witte tint hebt, betekent niet dat je het makkelijk hebt. Ik had nooit gedacht dat ik me ooit zou bewegen in de kringen waarin ik me nu bevind. In het begin was dit gevoelsmatig best even wennen vanwege mijn achtergrond, maar nu ben ik me er van bewust dat ik er bij hoor!’

‘Niet of-of, maar en-en’

 Farid Darkaoui is bedrijfsingenieur, oprichter van Zaken Expert en voorzitter van de Federatie PRIO, ontstaan uit diverse netwerken zoals die van Caraïbische, Chinese, Turkse, Surinaamse en Marokkaanse ondernemers. In totaal vertegenwoordigt de federatie circa 5.000 ondernemers. Er is geen jaarlijkse award, maar een grote netwerkbijeenkomst waar iedere ondernemer welkom is. Wat Darkaoui betreft is er wat netwerken betreft geen sprake van of-of, maar en-en. ‘We zijn een belangenorganisatie volgens een intercultureel principe, met standpunten die leven bij Rotterdammers van andere culturen. Teams die bij de gemeente werken zijn vaak geen afspiegeling van de samenleving. Een tijd geleden was ik op het hoofdkantoor van Google in Silicon Valley. Daar zagen we een multiculturele samenstelling van het personeel. In Nederland zie je vaak dat de uitvoerende laag gemêleerd is, maar de top van datzelfde bedrijf juist erg wit. Die hoort ook divers te zijn.’

Een veelgehoord excuus hiervoor is: ‘We kunnen ze niet vinden.’ Wat Darkaoui betreft betekent dit dat de zoektocht niet goed verloopt. Er wordt volgens hem alleen gezocht in het eigen witte netwerk. ‘Een ander argument is dat men niet alleen op basis van diversiteit iemand wil aannemen. Natuurlijk is kwaliteit het belangrijkste, maar zoek dan in de juiste netwerken. Als je talent nooit een kans geeft, dan blijf je de verkeerde antwoorden verzinnen. Bekijk een benoeming niet alleen vanuit sociaal perspectief, maar ook als businesscase. Neem de Dragons, een organisatie van Chinese ondernemers. Als je zaken wilt gaan doen met China, dan is dit de juiste toegangspoort. Gaat het om expansie naar Turkije? Zoek contact met een Turks ondernemersnetwerk.’

‘Niets voor betaald’

 Darkaoui kijkt wel positief aan tegen awards zoals De Etnische Zakenvrouw van het Jaar en vooral De Kleurrijke Top 100, maar niet omdat hij zelf in laatstgenoemde staat. ‘Dergelijke awards en een lijst zoals De Kleurrijke Top 100 leggen talent bloot. Het is een springplank voor hun carrière, ook omdat ze op die manier opvallen. Veel plekken hebben diversiteit nodig, bijvoorbeeld waar beleid wordt gemaakt. Beleidsmakers bekijken de zaken vanuit hun eigen, meestal witte achtergrond. Daarom probeert PRIO niet alleen om bruggen te slaan naar andere netwerken, maar ook een andere visie te laten zien om zo het plaatje compleet te maken.’ Ten slotte wil Darkaoui benadrukken geen cent te hebben betaald voor zijn plek in De Kleurrijke Top 100. ‘Zoiets moet gebeuren op basis van talent.’

‘Ik zou willen dat het niet meer nodig was’

 Lexter Woodley is headhunter en doet onderzoek aan de University of London naar verschillen tussen man en vrouw. Hiervoor won ze onlangs in Londen The People’s Choice Award, omdat het publiek vond dat ze van de dertien kandidaten aan het interessantste onderzoek werkt. ‘Ik ben opgegroeid in Nederland, maar mijn familie is Engelstalig. Op latere leeftijd heb ik een paar jaar in Engeland gewoond, maar ik ben zeker geen Brit, spreek niet als een Brit, denk niet als een Brit en toch heb ik een prijs gewonnen. ‘Op de vraag of awards waarbij etniciteit centraal staat moeten blijven bestaan, reageert ze om te beginnen met een persoonlijke wens. ‘Ik zou willen dat het niet meer nodig is. Ik zou willen dat we zien dat dit overbodig is. Voor partijen die ‘underdog’ zijn, zoals vrouwen en mensen met een ander kleurtje, zijn deze awards juist een steuntje in de rug. Het onderstreept, ondersteunt en viert je waarde.’ Ze wijst op de quote van Haile Selassie, door Bob Marley verwerkt in zijn nummer War: Until the colour of a man’s skin is of no more significance than the colour of his eyes.’ Pas als deze wens is uitgekomen, hebben we volgens Woodley geen speciale awards meer nodig. Als headhunter weet Woodley dat mensen aan de top vaak mensen zoeken die op hen lijken. Dit zijn in de praktijk meestal blanke, oudere mannen. ‘Door deze speciale awards komen er kandidaten in de belangstelling die op een bepaalde manier ook op hen lijken.’

 Woodley doet onderzoek naar vrouwen op hoge posten die meer verdienen dan hun mannelijke partner. Uit onderzoeken, vooral gedaan in de VS, blijkt dat een deel van die partners hierdoor minder presteert in de slaapkamer en sneller overspel pleegt. Ook blijkt dat beide partners elkaar compenseren in het uitvoeren van huishoudelijke taken (vrouwen doen meer, mannen doen minder) naar gelang de vrouw meer verdient. Hoe zit dat in Nederland en Engeland? Hoe wordt hiermee omgegaan? Het onderzoek is nu halverwege, maar alleen al uit het winnen van de People’s Choice Award blijkt dat verschillen tussen mannen en vrouwen een onderwerp is dat nog steeds op belangstelling kan rekenen. Ook als het gaat om etniciteit. ‘Stel dat er een award komt voor Beste Witte Zakenvrouw. Dat kun je niet maken. De award voor Etnische Zakenvrouw van het Jaar geeft aan dat er nog veel te winnen is.’

‘We doen véél meer dan die award!’

 Maritza Russel, voorzitter en oprichter van de EZVN, de Etnische Zakenvrouw van het Jaar, benadrukt direct dat haar organisatie veel meer doet dan één keer per jaar een award. ‘Wij bieden een platform van rolmodellen om de jeugd te inspireren en een mentor te bieden. Wij hangen dat niet aan de grote klok, maar we vinden dat we dit, waar nodig, moeten doen. Veel talentvolle jonge vrouwen met een goede opleiding hebben vaak geen ouders met een groot netwerk waarop ze kunnen terugvallen. Veel journalisten blijven over onze werkzaamheden en de award vragen of het nog steeds nodig is. Já, het blijft nodig.’

Tijdens het jaarlijkse gala van de EVZN worden drie kandidaten naar voren geschoven in drie categorieën: zakenvrouw, manager en ondernemer. Die laatste award is voor jonge ambitieuze ondernemers die een innovatief concept hebben bedacht met een ambitieus groeipotentieel. In 2018 werd de prijs gewonnen door schoenenontwerpster Zeynep Dag, die inmiddels ontwerpen heeft gemaakt voor Jennifer Lopez en Beyoncé. Russel: ‘Etnische jeugd is op zoek naar rolmodellen. Daarom hebben wij voor het tweede jaar ons succesvolle mentorproject The future is female. Vier keer per jaar organiseren wij bijeenkomsten voor honderd leerlingen. Er zijn zoveel succesverhalen.’

‘Ze zijn er niet’

 De EZVN heeft een databank samengesteld met talentvolle etnische vrouwen van wie desgevraagd het CV wordt verstrekt voor beschikbare posities. Raden van Toezicht, beleidsorganen, overal wordt beweerd dat ze geen geschikte etnische kandidaten kunnen vinden. Of ze beweren glashard dat ‘ze er niet zijn’. Dat laatste vindt Russel het ergste.

‘Natuurlijk zijn ze er! Absoluut. Er is zoveel talent, zelfs ik ken ze niet allemaal. Gelukkig wordt er steeds meer een beroep gedaan op onze databank met talenten. Jonge etnische talenten zien zichzelf als Nederlands totdat ze te maken krijgen met arbeidsdiscriminatie. Het gevolg is dat vooral vrouwen vaak noodgedwongen ZZP’er worden. Dat betreur ik, want ik heb liever dat ze zich kunnen inzetten voor de BV Nederland. Daar waar je woont, moet je een bijdrage leveren. Bovendien is het belangrijk om mee te praten met beleidsmakers. De Onderwijsraad, de Gezondheidsraad, dáár kun je invloed uitoefenen, dáárin moeten etnische minderheden een stem hebben.’

Voor een cultuuromslag moet je een lange adem hebben, stelt Russel: ‘Op dit moment werkt de Sociaal-Economische Raad (SER) aan een adviesnota over diversiteit. Op verzoek van minister Ingrid van Engelshoven van Emancipatie is onze organisatie één van de gesprekspartners. Diversiteit onder beleidsmakers is ver te zoeken. Daarom is onze aanwezigheid extra van belang. Tijdens het kabinet met de PVV (Rutte I, 2010-2012, red.) werden heel veel inspraakorganen wegbezuinigd. Dat voelen we nog altijd. Juist daarom zijn onze activiteiten zo belangrijk, net als ons jaarlijkse feestje.’