Home Samenleving ‘Dankzij mijn katten ben ik de politiek in gegaan’ Kandidaat-politici aan het...

‘Dankzij mijn katten ben ik de politiek in gegaan’ Kandidaat-politici aan het woord

(Beeld: Ewout Klei)

Op 15 maart zijn de verkiezingen voor de Provinciale Staten. De gekozen Statenleden kiezen vervolgens op 30 mei de leden van de Eerste Kamer. De Kanttekening spreekt met biculturele kandidaat-Statenleden én met een kandidaat-senator over de komende verkiezingen, over hun partij, over hun plannen en uiteraard over de thema’s diversiteit en inclusie. 

(Beeld: YouTube)

Sinan Özkaya (36), lijsttrekker van GroenLinks in Zuid-Holland

Sinan Özkaya gaat voor zijn tweede termijn als Statenlid, nu voor het eerst als lijsttrekker. Hij maakt zich hard voor het klimaat en voor sociale rechtvaardigheid, en wil dat graag doen bij een partij die ook invloed uitoefenen kan. ‘GroenLinks heeft nog niet in de regering gezeten, maar bestuurt wel mee in veel gemeentes en diverse provincies, waaronder ook Zuid-Holland. Daar maken we ook echt het verschil.’

Van ‘tokenisme’, zoals het kandideren van mensen uit minderheidsgroepen puur vanwege hun achtergrond, moet Özkaya niets hebben, vertelt hij. ‘Laatst kwam ik bij een lokale partijbijeenkomst in Delft, de stad waar ik gemeenteraadslid ben geweest. Een ouder lid sprak zijn trots uit, dat ik lijsttrekker geworden was van Zuid-Holland. Hij bedoelde het ongetwijfeld goed, maar ik had er toch een dubbel gevoel bij. Alsof het niet vanzelfsprekend is dat ook Turkse Nederlanders lijsttrekker kunnen zijn. Dat zal namelijk de normaalste zaak van de wereld moeten zijn. Als ik een witte man van middelbare leeftijd was geweest dan zou hij dit niet tegen mij hebben gezegd.’

Özkaya is gelovig moslim, maar wil liever niet over zijn geloof praten. Dat ziet hij als iets persoonlijks. Hij heeft zijn bachelorscriptie geschreven over ecologisch denken en de islam. Hij was niet betrokken bij de Groene Moslims, waarvoor GroenLinks-parlementariër Kauthar Bouchallikht actief was. ‘Die organisatie bestond helaas nog niet toen ik studeerde. Maar ze doen geweldig werk.’

Het GroenLinks-Statenlid voelt zich onderdeel van de Turkse gemeenschap in Zuid-Holland, helemaal na de verschrikkelijke aardbeving in Zuid-Turkije. Maar hij ziet zichzelf niet als de spreekbuis van Turkse belangen. ‘Toen ik nog gemeenteraadslid was, vroegen Turkse Nederlanders mij of ik wilde pleiten voor een grotere parkeerplaats bij de moskee, want er was te weinig ruimte. Maar ik ben een GroenLinkser, voor groene politiek. Ik antwoordde hen daarom dat ze moesten carpoolen, of de fiets konden pakken.’

‘Het zou de normaalste zaak van de wereld moeten zijn dat ook Turkse Nederlanders lijsttrekker kunnen zijn’

(Beeld: YouTube)

Ines Kostić (38), lijsttrekker voor de Partij voor de Dieren in Noord-Holland

‘In tegenstelling tot GroenLinks heeft de Partij voor de Dieren minder dringend de behoefte om te besturen’, vertelt Ines Kostić. ‘We moeten uit ons oude paradigma stappen. Wat is echt belangrijk? We lopen niet weg voor verantwoordelijkheid, maar andere partijen moeten beseffen dat de klimaatcrisis urgent is.’

De Partij voor de Dieren wil geen ‘oude politiek’ en geen ‘dichtgetimmerd regeerakkoord’, vervolgt Kostíc, en is daarom voorstander van een coalitieakkoord op hoofdlijnen. ‘We moeten eerlijk zijn over wat er moet gebeuren wat betreft het klimaat. We moeten boeren helpen de transitie te maken.’

Kostíc heeft een Bosnische achtergrond en vluchtte in 1995 naar Nederland, tijdens het hoogtepunt van de burgeroorlog. ‘We wisten op dat moment nog niet dat de oorlog bijna voorbij was. Maar mijn vader was gewond geraakt. Het was genoeg geweest.’ De oorlog leerde Kostíc een belangrijke les, vertelt ze. ‘Je moet je op tijd uitspreken tegen haat. Het begint altijd met een klein groepje dat haat verspreidt, terwijl de meerderheid zwijgt. En dan wordt haat langzaam maar zeker genormaliseerd.’

De Bosnische geschiedenis en haar zelfidentificatie als queer maken Kostíc tot een warm voorstander van meer diversiteit en inclusie. ‘We moeten niet in hokjes denken.’ Je mag Kostíc aanduiden als ‘zij/haar’, maar ze vertelt dat haar genderidentiteit zich niet in een hokje laat duwen. ‘In overleg met de griffie word ik nu aangesproken als Statenlid Kostíc. Dat is lekker neutraal.’

Maar waarom koos Kostíc voor de Partij voor de Dieren? ‘Mijn vriendin wilde graag katten. We hebben toen, op proef, twee weken twee katten in huis gehad. Ik werd dol op deze dieren en realiseerde mij: het zijn eigen karakters, met eigen behoeften. Dat hielp mij om van dieren te houden. De katten hebben er, zo bedenk ik mij nu, voor gezorgd dat ik nu lijsttrekker ben van Noord-Holland.’

(Beeld: Alliantie)

Tony Sener (39), nummer 6 van Alliantie in Overijssel

Alliantie is een nieuwe politieke partij, opgericht eind vorig jaar. Ze laat zich inspireren door het onafhankelijke Kamerlid Pieter Omtzigt, die echter niet betrokken is bij de partij. Tony Sener, geboren en getogen in Hengelo, is kandidaat voor deze partij.

‘De nieuwe partij is echt een initiatief van onderop’, vertelt hij. ‘We staan voor een andere bestuurscultuur, een ander beleid. We willen het politieke midden een nieuw leven inblazen. Populisten komen niet met haalbare alternatieven, wij wel.’

Alliantie is volgens Sener geen traditionele partij, maar een beweging van burgers, die vanuit de gemeenschap denkt. Om die reden is hij ook voor gereguleerde migratie. Dat past volgens hem beter bij de economische en sociale draagkracht van de samenleving.

Sener heeft zelf een migratieachtergrond. Hij behoort tot de Aramese gemeenschap, die ongeveer twintigduizend leden telt. De christelijke Arameeërs, waarvan het leeuwendeel lid is van de Syrisch-orthodoxe kerk, emigreerden vanaf de jaren zestig vanuit Zuidoost-Turkije naar Nederland, vooral naar Twente.

‘Ik wil het immateriële erfgoed van mijn gemeenschap in stand houden’, zegt Sener hierover. Het gevaar van assimilatie en modernisering is dat juist het immateriële erfgoed dreigt verloren te gaan, waardoor er straks weinig overblijft dat nog kan worden doorgegeven aan de komende generaties.‘

Hij ziet zichzelf als een bruggenbouwer. Aramese organisaties staan met verschillende groepen oriëntaals-orthodoxe christenen in contact, waaronder Armeniërs en Kopten. Hij vertelt dat hij zich tijdens de verkiezingscampagne vooral wil richten op deze groepen, ook om voorkeurstemmen te krijgen.

De electorale ambities van Alliantie zijn hoog. ‘We doen mee in drie provincies – Drenthe, Overijssel en Noord-Brabant. Als we in alle drie de provincies drie zetels halen, dan komt er ook een senator van Alliantie in de Eerste Kamer, en kunnen we ook invloed uitoefenen op het landelijke beleid.’

(Beeld: YouTube)

Fatima Oulad Hadj (45), nummer 3 van de PvdA in Noord-Holland

De ondernemende Fatima Oulad Hadj heeft twaalf jaar gewerkt voor een energiebedrijf en werkt nu als ict’er voor de gemeente Amsterdam. Ze kwam bij de PvdA terecht, omdat de partij haar hielp met een actie in Amsterdam voor beter onderwijs. ‘Ik ben gescheiden en heb twee kinderen. De basisschool waar mijn beide dochters naartoe gingen gaf ondermaats onderwijs. Ik werd niet gehoord toen ik daartegen actie voerde. Ik zocht steun en kwam in contact met de PvdA en werd lid.’

Fatima Oulad Hadj wil graag wat betekenen voor haar achterban, vertelt ze. Daarmee bedoelt ze niet alleen Marokkaanse Nederlanders, ‘maar ook alleenstaande moeders en vaders, mensen die anders zijn dan de ‘gewone Nederlander’.’ Ze strijdt voor gelijke kansen. ‘Het is niet vanzelfsprekend over de juiste papieren te beschikken, of de juiste opleiding te hebben. Maar zonder die zaken vis je achter het net. Daar wil ik iets tegen doen.’

Maar waarom kiest Fatima Oulad Hadj er dan voor om aan de Statenverkiezingen mee te doen, in plaats van aan de gemeenteraadsverkiezingen? ‘De Provinciale Staten zijn ook heel belangrijk, het is geen ver-van-je-bed-show. Veel mensen zitten nu financieel in de problemen vanwege de hoge gasprijzen. De provincie gaat hierover in gesprek met de leveranciers. En laat ik nu een achtergrond te hebben in energie. Daarnaast gaat de provincie ook over onderwijs, in samenspraak met de gemeente, en natuurlijk over de woningbouw. Dat laatste staat hoog op de agenda, vanwege het woningentekort.’

Fatima Oulad Hadj gelooft niet dat ze haar hoge positie op de lijst dankt aan haar hoofddoek, of omdat ze Marokkaanse is. ‘Ik ben gelukkig geen token. Ik word gewaardeerd voor het werk dat ik doe voor de samenleving. En dat wordt gezien en gewaardeerd.’ Ze heeft het gevoel dat de PvdA best wel eens een comeback kan maken. ‘Enkele jaren terug was de PvdA voor Marokkaanse Nederlanders een ‘no go’ en stemden veel mensen Denk, maar nu krijg ik veel positieve reacties als ik mensen uit mijn omgeving vertel dat ik voor de PvdA actief ben. Dat de PvdA meeregeert speelt ook mee. Dan kunnen we echt invloed uitoefenen.’

Dave Ensberg-Kleijkers (38), kandidaat-senator voor D66

Dave Ensberg-Kleijkers, directeur van Jantje Beton, de organisatie die zich inzet voor speelplaatsen, woont in het Gelderse Culemborg. Sinds kort is hij lid van D66. ‘Ik ben jarenlang actief geweest voor het CDA, maar ik kon mij niet langer verenigen met de rechts-conservatieve koers van de partij’, vertelt hij. ‘Nu weer wil het CDA in Limburg de PVV en FvD niet uitsluiten voor coalitiedeelname. Dat vind ik echt niet goed.’

Nadat hij negen maanden was afgekickt van het CDA, benaderde D66 hem om voor deze partij actief te worden. ‘Ik ben een man van het midden. Daarom zat ik eerst bij het CDA. Ik vind het bijvoorbeeld ook belangrijk om met grote bedrijven samen te werken, om samen met hen Nederland beter te maken. Bij PvdA en GroenLinks proef ik te vaak het sentiment dat multinationals per definitie verkeerd zijn. Dat bestrijd ik.’

Voor D66 staat Ensberg-Kleijkers op nummer 13 voor de lijst van de Eerste Kamerverkiezingen. ‘Ik heb ooit aan de Statenverkiezingen meegedaan, maar ik ben een import-Gelderlander. Ik voel mij meer betrokken bij landelijke thema’s. Een voorkeurscampagne kan ik niet echt voeren, want we worden door Statenleden gekozen. Maar misschien gebeurt er – dit klinkt wel een beetje CDA – een wondertje.’

Het imago dat aan D66 kleeft, een partij van hoogopgeleide witte mensen uit de Randstad, is niet terecht, vindt Ensberg-Kleijkers. ‘Ik ben van kleur en woon in Culemborg, in de provincie. Maar we hebben ook minister Franc Weerwind van Rechtsbescherming in het kabinet, staatssecretaris Gunay Uslu van Cultuur en Media, en verder ook veel vertegenwoordigers van kleur, denk aan Kamerlid Fonda Sahla en Europarlementariër Samira Rafaela.’

Mocht hij – als het wondertje plaatsvindt – toch in de Eerste Kamer worden verkozen, dan wil Ensberg-Kleijkers debatteren over belangrijke zaken als onderwijs, maar ook en vooral meedenken over de uitvoering. ‘En wat doen voor de BES-gemeenten (Bonaire, Sint Eustatius en Sint Maarten, red.). Zij zijn niet vertegenwoordigd in de Eerste Kamer, maar dat moet eigenlijk wel.’

‘Ik ben christelijk opgevoed en kijk regelmatig naar Hour of Power’

(Beeld: Ayanna Mercelina)

Jane Lobles, nummer 9 van het CDA in Noord-Holland

Jane Lobles is een vierde generatie Nederlander. ‘Juridisch gezien ben ik een Nederlander. Mijn familie heeft Surinaamse roots, maar ik heb ook een tijd op de Antillen gewoond.’

Ze is al heel lang geïnteresseerd in politiek. Ze was betrokken bij het Zij-aan-zij-project, om vrouwen te trainen en op bestuurlijke functies te krijgen. Ze werd daarna door het CDA gevraagd om actief te worden voor de partij. ‘Dat waardeerde ik enorm. Ik vind het prettig als ik gevraagd word vanwege mijn kwaliteiten, wat ik allemaal in huis heb.’ Daarnaast heeft ze feeling met de christelijke signatuur van het CDA. ‘Ik ben christelijk opgevoed en kijk regelmatig naar Hour of Power.’

Regelmatig kreeg Lobles van mensen met een niet-westerse achtergrond te horen dat het bijzonder was dat ze bij het CDA zit, een centrumrechtse partij. Het CDA is diverser dan linkse mensen misschien denken. ‘We hebben ook een Kamerlid met Marokkaanse roots.’ Wat haar aan het CDA aanspreekt is de filosofie van de partij, de focus op normen aan waarden. ‘Het draait niet om ‘ik’, maar om ‘wij’. Ik kom uit een ‘wij-cultuur’.’

Mocht ze verkozen worden in de Staten, dan wil Lobles meer betekenen voor de kop van Noord-Holland. Ook wil ze een rolmodel zijn voor andere vrouwen. ‘Er zijn er nu te weinig. Het Statenlidmaatschap is op het eerste gezicht niet heel sexy, maar in deze positie kan ik wel iets voor vrouwen betekenen.’

Ze is niet van plan een voorkeurscampagne te voeren. ‘Ik blijf liever low profile’, zegt ze. In de toekomst wil ze best op een hogere positie staan, maar daar moet ze dan wel voor gevraagd worden.