‘Het feit dat je ergens niet aan het woord komt en dat je geen platform geboden wordt, is niet hetzelfde als dat je de mond gesnoerd wordt. Iets anders is uiteraard dat mensen zich zodanig bedreigd kunnen voelen dat ze hun mening niet meer kunnen uiten.’
De afgelopen jaren heeft het fenomeen deplatforming, het actief weren van mensen met een ‘foute’ mening, een hoge vlucht genomen. Zo kreeg de controversiële journalist Milo Yiannapoulos in 2016 een ‘permaban’ van Twitter, vanwege zijn getroll tegen de dames van de laatste Ghostbusters-film. Afgelopen jaar werd complotdenker Alex Jones van de omstreden website Infowars van alle grote sociale media verwijderd, waaronder Facebook, iTunes, Spotify, Twitter en YouTube. Yiannopoulos is ook niet welkom op veel Amerikaanse universiteiten. Komt hij wel, dan proberen linkse demonstranten hem het spreken onmogelijk te maken. Ook in Nederland gaan er stemmen op om mensen te deplatformen. Denk hierbij aan de feministen die vorig jaar in de Volkskrant bedrijven opriepen niet langer te adverteren op GeenStijl, maar daarnaast aan de bijna honderd UvA-medewerkers die van mening waren dat hun universiteit de Canadese hoogleraar Jordan Peterson geen ‘rechtse safe space’ mocht bieden en naast hem een extra gast moesten zetten die zijn ideeën zou bestrijden.
Moet je racisten, moslimhaters en andere haters wel een podium bieden als sociaal medium, krant of televisieprogramma? Mag je ‘foute’ meningen weren? Of breng je daarmee de vrijheid van meningsuiting in gevaar? De Kanttekening sprak hierover met advocaat Sidney Smeets, filosofiestudente Charlotte Blaak, activist Frank van der Linde, columnist Arthur van Amerongen, campagnemanager Sybren Kooistra en ondernemer Wilco Boender, één van de initiatiefnemers van het Conservatief Café.
Extra brandblussers
Sidney Smeets, advocaat bij Spong Advocaten en columnist bij One World, begint meteen over de juridische begrenzing van de vrijheid van meningsuiting. ‘Zo zijn groepsbelediging, laster, smaad en aanzetten tot haat strafbaar.’ Maar behalve deze juridische kant heb je ook een morele kant. ‘Wat niet strafbaar is kan wel laakbaar zijn. Moet je wel alles kunnen zeggen? Daarnaast kun je je afvragen of racisme wel een mening is. Is racisme niet gewoon een vooroordeel?’ Smeets heeft zich behoorlijk geërgerd aan ‘witte heteroman’ Johan Derksen en zijn homograppen. ‘Derksen wordt niet gediscrimineerd en is blind voor alledaagse discriminatie. Maar minderheden hebben feitelijk weinig te zeggen. Witte heteromannen maken nog steeds de dienst uit in Nederland. Kranten en andere media moeten zich de morele vraag stellen waarom ze figuren als Derksen een podium geven. Is dit vanwege hun shock value? Een onderbouwde mening geven ze niet.’
‘Niet iedere mening verdient een platform’, is de stellige overtuiging van Smeets. ‘Denk aan de anti-vaxbeweging, die allemaal gevaarlijke onzin vertelt over vaccinatie. Deze pseudowetenschappers in debat laten gaan als echte specialisten zorgt voor een false balance. Je geeft op die manier verwerpelijke en gevaarlijke ideeën legitimiteit.’ Wat voor de anti-vaxbeweging (ook wel anti-vaxxers genoemd) geldt, geldt volgens Smeets ook voor een maatschappelijk onderwerp als racisme. ‘Het is een slechte zaak als kranten, om het andere geluid ook maar een stem te geven, een podium bieden aan racisme of homofobie. Daarnaast moeten kranten bewuster zijn van hun privileges (man, wit, hetero) en stukken meer beoordelen op kwaliteit. Is het een onderbouwde mening of is het alleen maar om te provoceren?’ Smeets vindt dat je niet te snel racisme moet roepen, maar is niettemin van mening dat er bij de Nederlandse media nog veel blindheid is als het om racisme, seksisme, homofobie en aanverwante zaken gaat.
Filosofiestudente en ‘lavendelkind’ (groupie van Thierry Baudet, red.) Charlotte Blaak is radicaal tegen deplatforming. De vrijheid van meningsuiting is voor haar bijna absoluut. Ook het oproepen tot geweld moet gewoon kunnen. ‘Misschien zijn dát juist de uitspraken die mensen in alle openheid moeten kunnen doen. Al was het alleen maar omdat je dan weet wie het zijn en waar ze zitten. Natuurlijk wel onder de voorwaarde dat het sociale stigma of verbod blijft, maar volgens mij hoeven we ons daar niet druk over te maken. Van een haatimam of een Erkenbrand-menneke wil ik heel graag weten wat hun plannen en motieven zijn, zodat we weten bij welk flatgebouw we homo’s moeten komen opvangen en welke synagoge een paar extra brandblussers kan gebruiken.’ Maar Blaak denkt dat de vrijheid van meningsuiting onder vuur komt te liggen, wat vooral de schuld is van links. ‘Je ziet dat de verzameling opvattingen die ‘niet kunnen’ steeds groter wordt gemaakt, door steeds meer opvattingen als racistisch of seksistisch te bestempelen. En wat racistisch en seksistisch is, geniet geen bescherming van vrijheid van meningsuiting.’
Witte mannen
Arthur van Amerongen, columnist bij de Volkskrant en HP/De Tijd, is één van de rechtse opiniemakers waar linkse deplatformers hun pijlen op richten. Hij zou een racist en seksist zijn. Van Amerongen ziet dit zelf toch een beetje anders: ‘Racisme is bananen gooien naar Surinamers, geloven dat niet-blanke mensen dommer zijn, de Neurenberger rassenwetten. Echt racisme wordt ook bestraft, denk aan dat lynchfilmpje over Sylvana Simons. Ik ben natuurlijk geen racist, maar ik mag wel kietelen. Zwarte opiniemaakster Seada Nourhussen die de ‘witte man’ basht wil ik van repliek dienen. Als witte man ben je in de vaderlandse media tegenwoordig aangeschoten wild. Ik zeg nu wel ‘witte man’, dat begrip gebruik ik soms ook in mijn columns, maar dat doe ik natuurlijk ironisch. Het gaat natuurlijk om blanke mannen. Dat we tegenwoordig ‘wit’ gebruiken komt doordat we die Amerikaanse begrippen hebben geïmporteerd. Iemand beweerde ook doodleuk dat blank racistisch was, omdat dat stond voor rein en schoon, terwijl de zwarte duister was. Dat is etymologisch gezien volkomen nonsens.’
Eén van degenen die stevige kritiek heeft geleverd op de columns van Arthur van Amerongen is Sybren Kooistra, werkzaam bij de European Greens in Brussel. Kooistra benadrukt dat hij op persoonlijke titel met ons wil praten, niet namens GroenLinks of de European Greens. ‘In mijn stuk op Medium heb ik kritiek op meningen waar ik echt niet bij kan. Dit zijn eigenlijk geen meningen, maar propagandastukken. De vraag is, als meningen propagandistischer worden, als een agenda ten nadele van mensen van kleur of tegen feminisme wordt gepromoot, moet je daar zoveel ruimte aan bieden?’
Kooistra roept de Nederlandse kranten niet op om columnisten als Arthur van Amerongen en Sylvain Ephimenco te deplatformen, maar hij vindt wel dat deze schrijvers niet goed passen bij de grondbeginselen waar respectievelijk de Volkskrant en Trouw voor staan. ‘De Volkskrant is emancipatoir, Trouw staat voor rust en redelijkheid. Van Amerongen is een reactionair met een trollenleger en Ephimenco voert hetzes zonder waarheden als belemmering te zien.’
En linkse columnisten dan? Bedrijven bijvoorbeeld Seada Nourhussen en Asha ten Broeke dan geen propaganda? Kooistra vindt van niet. ‘Agenda setting is nog geen propaganda.’ Hij benadrukt dat hij niet tegen rechtse journalisten an sich is. ‘Ik heb in het verleden de crowdfunding voor een journalistiek project van Wierd Duk opgezet, toen hij nog voor The Post Online schreef. Dat was voordat hij een propagandist werd.’
Het probleem is volgens Kooistra niet óf bepaalde geluiden een platform krijgen maar in welke mate: ‘Kranten moeten niet alleen breed zijn wat ruimte voor ideeën betreft, maar ook divers ten aanzien van kleur en gender. Nu is men zich niet voldoende bewust van niet-witte, niet-feministische perspectieven en naïef als het gaat om radicaal rechtse propaganda. De verhoudingen zijn scheef.’
Kooistra vervolgt: ‘In Trouw kreeg Nourhussen van andere columnisten een trap na, nadat ze was opgestapt als columnist, omdat ze zich niet genoeg gesteund zag in het racisme dat ze in reactie op haar werk ontving. De activistische complotpropaganda van Wierd Duk recent in De Telegraaf – waar hij de anti-Zwarte Piet-activisten beschreef als potentiële terroristen die gesponsord worden door Soros – werd gevolgd door een ‘grotendeels waar’ in een factcheck van NRC, omdat één detail in hun ogen correct was.’
De macht bevragen
De kritiek van Kooistra wordt onderschreven door linkse activist Frank van der Linde. Hij vindt dat de vrijheid van meningsuiting wordt begrensd door de grondwet. Vooral artikel 1, het verbod op discriminatie, is voor Van der Linde heilig. ‘Als mensen dingen zeggen die tegen de grondwet ingaan, dan moet je dit boycotten. Partijen als de PVV en Forum voor Democratie, die racisme en vreemdelingenhaat promoten, moeten door de media worden geboycot. Helaas is racisme een soort van mening geworden. Dat zorgt voor megagrote problemen in de samenleving, denk aan de IQ-discussie die door het FvD is aangezwengeld. Aan dit soort discussies moeten we gewoon niet beginnen.’ Een ander probleem is volgens Van der Linde de focus van de media. Aan de demonstratie van de ‘gele hesjes’ wordt heel veel aandacht gegeven, terwijl ze maar met heel weinig zijn en extreemrechtse standpunten huldigen. Een grote demonstratie voor een beter milieu werd door de media daarentegen genegeerd. Waar is de pers mee bezig? Ze moeten volgens mij veel minder bezig zijn met makkelijk scoren, maar met inhoud. De pers moet objectief proberen te zijn, tegendruk geven, de macht bevragen.’
Van der Linde vindt de vrijheid van meningsuiting niettemin een hoog goed. ‘Ik vind ook dat rechtse mensen een mening mogen hebben. Ik vind heel veel opmerkingen over vluchtelingen fout, maar niet alles moet je willen verbieden. Maar racisme is gewoon strafbaar. Helaas handhaaft de overheid de wet totaal niet wat dat betreft, wat ik een heel gevaarlijke ontwikkeling vind. Je moet echt een hele grote racist zijn, wil je worden aangepakt.’ Dat Van der Linde een groot voorstander is van het recht op vrije meningsuiting heeft uiteraard ook met zijn eigen situatie te maken, als linkse activist. ‘Ik beroep mij ook op dit recht en helaas worden mijn rechten vaak geschonden. Zo kunnen mensen op Facebook ervoor zorgen dat een onwelgevallig bericht wordt verwijderd als ze dit massaal rapporteren. Zo is een bericht van mij over politiegeweld verwijderd door mensen die mij de mond wilden snoeren. Facebook bekijkt deze meldingen niet kritisch.’
Conservatief Café
Tot zover de meningen in kranten en op sociale media. Hoe zit het met fysieke podia? We spraken met Wilco Boender, één van de initiatiefnemers van het Conservatief Café in Gouda, dat volgend jaar al tien jaar bestaat. Boender zit nog steeds in het bestuur van de stichting, die zijn ‘kindje’ is. Volgens Boenders komen er op bijeenkomsten ook ‘vreemde snuiters’ af, maar let het bestuur goed op bij het vinden van sprekers. ‘We discussiëren als bestuur soms over wie we wel of niet moeten uitnodigen. Maar we nodigen geen mensen van Erkenbrand, Identitair Vezet of Pegida uit. Het moet passen bij onze stijl, iets conservatiefs hebben. Geroeptoeter als ‘minder Marokkanen’ van Geert Wilders past niet bij ons. De enige PVV’er die ooit voor ons is komen spreken is Lucas Hartong, die toen voor de PVV in het Europees Parlement zat. Qua stijl is hij ook wat anders dan andere PVV’ers. Overigens hebben we ook nooit D66’ers, mensen van GroenLinks of de PvdA uitgenodigd.’
Stichting de Nederlandse Leeuw zorgde in 2017 en 2018 voor veel ophef door een aantal zeer rechtse sprekers uit te nodigen voor een bijeenkomst over de vluchtelingencrisis, waarop enkele andere sprekers – die aanvankelijk hadden toegezegd te zullen spreken – afhaakten. Boender wijt dit vooral aan de slechte communicatie. ‘Er is iets fouts gegaan daar. Ze wilden het aanvankelijk wel breed opzetten, voor iedereen, maar dat werkte hierdoor helaas niet en ze werden met extreemrechts geassocieerd.’ Volgens Boender is Thierry Baudet ook slachtoffer van het fenomeen guilty by association, door zijn dinertje met de racistische publicist Jared Taylor. ‘Ik heb ook met zulke mensen gesproken tijdens bijeenkomsten van het Conservatief Café die ze bezochten als bezoeker. Sommige gesprekken waren een beetje vreemd, zodat ik die mensen later even ben gaan opzoeken op Google. Bleken ze niet helemaal koosjer te zijn. Er hebben zich de afgelopen jaren zo’n twintig mensen bij mij gemeld om in het bestuur te gaan zitten. Mensen die zichzelf aanbieden vind ik altijd een beetje verdacht. Nadat we deze mensen gecheckt hadden, bleek ook vaak dat ze bij andere clubs de laan waren uitgestuurd of afgewezen waren. Geen types waarmee je in zee wilt gaan als fatsoenlijk platform.’
Business as usual
Maar hoe zit het met de vrijheid van meningsuiting van de geïnterviewden zelf? Wilco Boender kan gewoon zeggen wat hij wil: ‘Op verjaardagsfeestjes wil ik wel eens pesten door te pleiten voor vrij wapenbezit – waar ik ook voor ben – en jaag ik daarmee mijn familieleden en vrienden in de gordijnen. Maar dat is alles. Alleen na de aanslag van Anders Breivik moesten we overal uitleggen dat wij niets met terrorisme en hem van doen hadden. Dat kwam omdat Breivik zichzelf een christelijke conservatief noemde.’ Ook Arthur van Amerongen heeft eigenlijk nauwelijks last van mensen die hem de mond willen snoeren: ‘Ik ben lastiggevallen door een anonieme gek en Sybren Kooistra doet op Twitter weleens vervelend, onder andere naar aanleiding van een grapje van mij over Denk-politici als Zwarte Pieten, maar eigenlijk valt het wel mee.’
Sybren Kooistra daarentegen heeft naar eigen zeggen wel veel last van trollen op Twitter die hem lastigvallen omdat hij kritiek heeft op Arthur van Amerongen en anderen. ‘Ik heb de ombudsman van de Volkskrant hier weleens op aangesproken, maar hij gaf geen thuis.’ Van der Linde vertelt dat hij regelmatig wordt bedreigd, zo vaak zelfs dat hij er niet meer van opkijkt. ‘Laatst kreeg ik, terwijl een goede vriend bij mij op bezoek was, een dreigtelefoontje. Het was voor mij business as usual, maar hij was erg geschrokken. Toen werd ik er ook weer bewust van dat dit inderdaad niet normaal is.’ Ook Charlotte Blaak maakt zich wel zorgen om haar meningsvrijheid, maar om hele andere redenen: ‘Op de Radboud Universiteit Nijmegen, waar ik studeer, heb ik docenten waarvan ik weet dat zij eigenlijk vinden dat ik geen recht heb op vrijheid van meningsuiting, omdat ik op FvD gestemd heb. Over PVV’ers denken ze hetzelfde. Je kunt je voorstellen dat zoiets gekke situaties oplevert op het moment dat zij mogen beslissen over mijn vooruitgang in de academische wereld.’
Sidney Smeets voelt zich volledig vrij om zijn mening te uiten: ‘Mij is nog nooit de mond gesnoerd en iedereen die beweert dat hem de mond gesnoerd is daag ik graag uit om daar wat bewijs van te leveren. Het feit dat je ergens niet aan het woord komt en dat je geen platform geboden wordt, is niet hetzelfde als dat je de mond gesnoerd wordt. Iets anders is uiteraard dat mensen zich zodanig bedreigd kunnen voelen dat ze hun mening niet meer kunnen uiten. Dan hebben we het dus over strafbare feiten die gepleegd worden en die de democratische samenleving ondermijnen. Denk aan de blokkeerfriezen en extreemrechtse trollen die opiniemakers en jongens als Bowi Jong (de man achter #SorryJohan, red.) zo intimideren dat ze hun mening niet meer kunnen geven. Er is dus wel een probleem, maar dat zit aan de andere kant dan waar het vaak geplaatst wordt. Het niet mogen zeggen van dingen vanuit rechts is een mythe. Er is nog nooit zoveel ruimte geweest voor rabiate onzin als nu. Teveel ruimte wat mij betreft, omdat de media het concept van false balance nog niet helemaal door hebben. Maar er is wel een echt probleem met bedreigingen vanuit de rechtse hoek tegen opiniemakers.’