Home Samenleving Opnieuw gaat het over integratie. ‘Wat weet Schoof nou van deze jongeren?’

Opnieuw gaat het over integratie. ‘Wat weet Schoof nou van deze jongeren?’

Politieagenten te paard beveiligen een pro-Palestijnse demonstratie op de Dam in Amsterdam op 13 november 2024. Beeld: AFP/Nick Gammon

De discussie in de politiek en media na de rellen van afgelopen donderdag in Amsterdam doet denken aan de debatten over integratie en de islam van vroeger. Wilders wil moslims keihard aanpakken, terwijl premier Dick Schoof spreekt van een ‘integratieprobleem’. Zijn we weer terug bij af?


Farid Boussaid, docent politicologie aan de Universiteit van ­Amsterdam en directeur van het Amsterdam Centrum voor Midden-Oosten Studies.

‘Het zijn schokkende tijden. Er worden voorstellen gedaan over het afpakken van paspoorten en verblijfsvergunningen, waardoor mensen tot een illegale status worden gedeporteerd, met dreigende deportatie als gevolg. De terrorismewetgeving wordt van stal gehaald om Amsterdamse jongeren op deze manier te vervolgen.

Hoe kan dit nou de uitkomst zijn van een zogenoemd integratievraagstuk? Over welke integratie hebben we het nu? Dit zijn kinderen van de derde en vierde generatie. Het zijn dus gewoon Nederlandse kinderen, met een Marokkaanse of islamitische achtergrond. Ze zijn hier naar school gegaan en gaan hier straks de arbeidsmarkt op. Het is dus een Nederlands en Amsterdams probleem. En dat moeten we met z’n allen hier oplossen. Maar als we kijken naar de maatregelen die nu de ronde doen, dan ontstaat er een soort apartheidssysteem: volwaardig burgerschap voor mensen zonder migratieachtergrond en een tweederangsburgerschap voor Nederlanders met een migratieachtergrond. In het maatschappelijke en politieke discours is deze tweedeling er al, met zogenaamde echte, witte Nederlanders en de rest. Nu lijkt het erop alsof ook langs de juridische weg deze tweedeling wordt bestendigd. Dit is tegen de grondwet. Iedereen in Nederland hoort op dezelfde manier behandeld te worden voor de wet; de loophole die ze gebruiken is dubbele nationaliteit en Nederlanderschap. Dit is een verontrustende ontwikkeling en moet consequent bestreden worden.

‘Het zijn gewoon Nederlandse kinderen, met een Marokkaanse of islamitische achtergrond’

De oplossing ligt in de ontmoeting met elkaar en het organiseren van verbinding. En niet alleen in crisissituaties zoals nu, want dan ben je eigenlijk al te laat. Het moet structureel aangepakt worden, ook wanneer het goed gaat. Helaas lijkt het geloof in sociale cohesie helemaal verdwenen, iedereen heeft het maar druk en zit vastgeklemd aan de telefoon in zijn eigen bubbel. We moeten investeren in de maatschappij en ontmoeting, en niet alles kapot bezuinigen. De culturele kaalslag is ongekend. Maatschappelijke organisaties, universiteiten, scholen, precies de plekken waar burgers worden gevormd, hebben te maken met bezuinigingen. Daar gaan we heel lang problemen van ondervinden. Het moet echt vanuit de maatschappij komen, want de huidige politieke klasse is meer bezig met zijn X-account en het snelle scoren.’


Khadija al Mourabit, filosoof en docent

‘Ik ben hier geboren en getogen, maar ik heb me eerlijk gezegd nog nooit zo onveilig gevoeld in mijn eigen stad. Wat betreft integratie, ik vind juist dat het Amsterdammers waren die de nood voelden om hun stad te verdedigen. Kijk, de wijze waarop, daar kun je van mening over verschillen en het afkeuren. Maar wat weet die Schoof nou van deze jongeren? Of van de leefwereld in Amsterdam? Zijn eigen integratie daarin is juist mislukt.
Er is bij zulke politici sprake van een enorme kloof, een disconnect, tussen hen en de verscheidene demografieën die Nederland en in dit geval Amsterdam rijk is.
Zijn reactie is moreel volstrekt ontaard in relatie tot deze inwoners van Nederland waar hij het over heeft. Het zou hem sieren als premier – van álle Nederlanders toch? – om zich wat meer te verdiepen in Amsterdam en haar inwoners.

‘Wat weet die Schoof nou van deze jongeren?’

En we moeten niet vergeten dat het voetbalhooliganisme is, waar over en weer scheldwoorden worden gebruikt. En het is niet de eerste keer dat voetbalhooligans geweld gebruiken. Is de integratie van al die Feyenoord- en Ajax-supporters ook mislukt? Het waren supporters van IDF (het Israëlische leger, red.) die de hel hebben ontketend in onze straten. Het Amsterdamse geweld was een reactie, in sommige gevallen helaas antisemitisch, op het Israëlische geweld en racisme tegen Arabieren en moslims. Dit is geen integratieprobleem, dit is de doelbewuste racistische import van Israëlische staatsterreur in onze straten.’


Abdel ben Ahmed, socioloog

©: Stichting Het Vergeten Kind

‘In de media wordt gesproken over een groep Marokkaanse jongeren, waarbij ook hun geloofsovertuiging wordt benadrukt. Politici die al lang een kruistocht tegen de islam voeren, maken gretig gebruik van deze koppeling tussen daad en afkomst.

Meteen wordt er binnen de gelederen van deze rechtse kabinetsleden tot blauwe vingers toe getwitterd en gewezen naar integratie en geloof. Deze geboren Nederlanders met een Marokkaanse achtergrond zijn de schuldigen. Paspoorten innemen, het land uit, integratie mislukt, en woorden van gelijke strekking gaan over de toonbank als warme broodjes. Populistische, opruiende uitspraken die tegenstellingen creëren en gepaard gaan met tot in militaire precisie geregisseerde reportages, talkshows en krantenkoppen vanuit de media om het verhaal eenzijdig te schuiven op de zondebokken. De Marokkaanse zondebokken. Een grijsgedraaide plaat waarbij je al misselijk wordt bij het horen van de eerste noot.

‘Waarom spreken we nog over integratie als het gaat om mensen die hier geboren en getogen zijn?’

Islam en Marokkanen zijn hot items voor populistische en racistische politici. Het volk wordt systematisch tegen elkaar uitgespeeld. Tegenstellingen worden vergroot, en het vingerwijzen begint. De media is enerzijds zeer veroordelend naar de Marokkaanse jongeren en erg terughoudend als het gaat om berichtgeving waarbij Joodse hooligans het onderwerp zijn. Onze kersverse premier toont meteen waar zijn loyaliteit ligt en wat zijn kliekje al heel lang wilde zeggen. Hij wijst een kant op met zijn vinger en weigert te zien dat er ook een aantal vingers terugwijzen. De oppositie lijkt verlamd. Er is geen tegengeluid, en de stuurloze trein van BV Nederland dendert voort.

Het wijzen naar integratie is een makkelijke uitweg voor degenen die geen antwoorden hebben op de echte vragen. Onderwijs speelt hier ook een grote rol. Jongeren worden niet voldoende ondersteund om essentiële kennis op te doen en zich met de juiste tools wegwijs te maken binnen de maatschappij. Het ontbreken van deze basis zorgt voor een vacuüm waarin ze vatbaar zijn voor negatieve invloeden, zowel op sociale media als op straat.

Zondebok

Integratie is een veelgebruikte troefkaart om een zondebok aan te wijzen. Want waarom zou je degenen die niet op je lijken niet gebruiken voor je eigen agenda? Waarom spreken we nog over integratie wanneer het gaat om mensen die hier geboren en getogen zijn? Wanneer je een groep op deze manier categoriseert, is het bij voorbaat al gedoemd te falen. Er is geen eerlijke kans, geen volledige en oprechte acceptatie. Wanneer gaan we het gesprek aan over de privileges van sommigen en de onvoorwaardelijke acceptatie van alle burgers? De integratiekaart trekken is als het huis van de buurman blussen terwijl je eigen huis in brand staat. Dit is een probleem van Nederlandse identiteitspolitiek en polarisatie, en geen ‘Marokkanenprobleem’. Dit kabinet is een verkapt zondebok-kabinet en een belediging voor de democratische rechtsstaat.’


Erwin van Veen, Midden-Oostendeskundige bij Instituut Clingendael

‘Nederlandse politieke partijen maken zich al jaren schuldig aan verschillende vormen van discriminatie met racistische ondertonen. Voorbeelden zijn de toeslagenaffaire, de ‘minder Marokkanen’-uitspraak, en negatieve opmerkingen over vluchtelingen en moslims.

Het Sociaal en Cultureel Planbureau meldde onlangs dat discriminatie en racisme veel voorkomen in Nederland, vooral op de arbeidsmarkt. Toch ontkennen veel Nederlanders dit probleem, ook mensen op links. Professor Gloria Wekker schreef hierover een inzichtelijk boek, White Innocence.

Buitenlandse politiek

Daarnaast werkt de Nederlandse regering indirect mee aan de slachting die het Israëlische leger in Gaza aanricht door wapenleveranties en politieke steun. Het contrast met het regeringsstandpunt over de toepassing van het internationaal recht en mensenrechten in Oekraïne zorgt ook voor een nare bijsmaak van discriminatie en racisme.

Als er inderdaad een probleem is met ‘mislukte integratie’ – zoals sommige politici zeggen na het geweld door Tel Aviv Maccabi-aanhangers en de hetze tegen dezelfde Israëlische supporters – ligt dit voor een belangrijk deel aan de polarisatie door sommige politieke partijen, racisme van eigen bodem, en de dubbele standaarden in onze buitenlandse politiek, vooral in het Midden-Oosten.’


Mustafa Ayranci, voorzitter van Htib, de Nederlandse Bond van Turkse Arbeiders

‘Sinds Geert Wilders zich afsplitste van de VVD en een eigen partij oprichtte, heeft hij zich herhaaldelijk uitgesproken tegen de islamitische gemeenschap en migranten. Zijn uitspraken, zoals ‘minder Marokkanen’ hebben geleid tot polarisatie en een klimaat waarin migranten zich steeds meer buitengesloten voelen. Vanaf 2002, toen hij de islam en migranten publiekelijk begon te bekritiseren, is er een breuk ontstaan tussen migranten en de Nederlandse samenleving, waarvoor Wilders medeverantwoordelijk kan worden gesteld.

Ondanks dat er al zestig jaar Turkse migranten in Nederland wonen en zij hun best doen om mee te doen in de samenleving, krijgen zij nog steeds te maken met discriminatie. Veel mensen met een Turkse achtergrond die ik spreek, voelen zich niet volledig geaccepteerd. Ook al werken ze  als advocaat of leraar toch krijgen ze vaak de vraag wanneer ze ‘teruggaan’. Dit geeft hen het gevoel dat ze er niet bij horen.

‘Vanaf 2002 is er een breuk ontstaan tussen migranten en de Nederlandse samenleving’

In Nederland wonen ongeveer 500.000 mensen met een Turkse achtergrond, maar slechts een handvol bekleed een hoge positie. In steden als Amsterdam en Den Haag, waar veel mensen een migratieachtergrond hebben, zijn er maar weinig wethouders uit die groepen. Ook in de Tweede Kamer zijn migranten slecht vertegenwoordigd. Dit komt door discriminatie en doordat organisaties die vroeger de  belangen van migranten verdedigden, zoals het Landelijk Overleg Minderheden zijn opgeheven.

Migranten en de Joodse gemeenschap

Als we jongeren die betrokken zijn bij rellen meteen criminelen noemen, ontstaat er een vertrouwensbreuk. Zonder een gesprek voelen deze jongeren zich nog meer buitengesloten. Vroeger werkten migranten en de Joodse gemeenschap juist samen, maar nu worden problemen vaak veralgemeniseerd. Natuurlijk is geweld in Amsterdam onacceptabel en moeten criminelen worden aangepakt. Toch willen mensen met een migratieachtergrond juist bijdragen aan de samenleving; ze willen meedoen en in gesprek gaan. Maar als ze steeds horen dat ze er niet bij horen, hoe kunnen ze dan nog vertrouwen hebben?

Wilders en andere politici zouden zich moeten afvragen wat hun rol is bij de mislukte integratie. Wat hebben ze fout gedaan, en hoe kunnen ze helpen om de integratie wel te laten slagen? Het is belangrijk dat ze eerlijk kijken naar hun eigen invloed, zodat we kunnen werken aan een samenleving waarin iedereen zich welkom voelt.’


Milena Mulders, aanjager van (culturele) projecten op het gebied van migratie en samenleven

‘Ongepast, onverstandig en zeer onterecht dat de minister-president, marionet van Geert Wilders, in deze context de integratiekaart trekt. Je kunt de verantwoordelijkheid voor dit niet afschuiven op een (deel van een) bevolkingsgroep; je moet de verantwoordelijkheid dan dragen met iedereen.

Als moeder van een Amsterdamse jongere op een scooter uit West heb ik een taak en een verantwoordelijkheid. Behandel de ander zoals je zelf behandeld wil worden. Geef de ander ruimte zoals je zelf ruimte neemt. Ben je bewust van je privilege. Kies voor radicale openheid. Een soft verhaal in grimmige tijden. Als we onze (Amsterdamse) jongeren opgeven, zijn we allemaal verloren.’