Home Samenleving ‘Gewenning creëert emotionele tolerantie voor geweld’

‘Gewenning creëert emotionele tolerantie voor geweld’

Foto: David W. Griffith Corp.
We worden dagelijks overspoeld door vreselijke beelden, van de vervolging van de Rohingya tot aan de gruwelijkheden van terreurgroep IS. Wat doen deze beelden met ons?

Hoeveel weet niemand, maar dat de gemiddelde mens dagelijks steeds grotere aantallen beelden voorgeschoteld krijgt is zeker. Veel van wat we zien bevat agressie, leed of een andere negatieve inhoud. Stompt het herhaaldelijk zien van heftige beelden uit Syrië of op de vlucht geslagen Rohingya ons af? De Kanttekening sprak daarover met de aan Amsterdam School of Communication Research verbonden communicatiewetenschapper Tom Powell en gedragswetenschapper Annemarie van Oosten van de Universiteit van Amsterdam.

Desensibilisatie
‘Het herhaaldelijk zien van gewelddadige beelden, van entertainment tot nieuwsberichten, kan leiden tot desensibilisatie ofwel het ongevoelig worden voor bepaalde prikkels’, zegt Powell. ‘We kunnen dit zien als een acuut gebrek aan zorg over geweld op de korte termijn.’

Onderzoek naar hartslag en bloeddruk laten zien dat individuen door herhaaldelijke blootstelling aan agressie of leed gewenning ervaren. De gebruikelijke opwinding bij het zien van die beelden verdwijnt. ‘Gewenning creëert emotionele tolerantie voor geweld’, legt Powell uit. ‘Waardoor kijkers gewelddadige beelden als minder storend, schokkend of verontrustend zullen beschouwen.’ Of het nu gaat om agressieve beelden of beelden waarin groot leed wordt getoond, zoals de verschrikkingen die op de vlucht geslagen Rohingya doormaken; de invloed is min of meer dezelfde, stelt Powell. ‘Neurowetenschappelijke studies wijzen uit dat de herhaling van elke emotionele stimulus leidt tot een verlaagde reactie in de emotiedelen van onze hersenen.’

Belangrijke opmerking bij bovenstaande is dat die effecten niet voor iedereen hetzelfde zijn. Iemand met een hoge mediaconsumptie en weinig empathie (de capaciteit om bij anderen emoties te herkennen en te begrijpen) zijn meer vatbaar voor de schadelijke effecten van beelden, blijkt uit dezelfde onderzoeken. ‘En omgekeerd geldt voor mensen met een groot empathisch vermogen dat zij ook na het zien van hevige beelden niet direct vatbaar zijn voor desensibilisatie.’

Propagandafilms
De effecten van nieuwe fenomenen zijn niet altijd direct meetbaar. Toen de eerste stoomlocomotieven op het toneel verschenen, was de angst onder de bevolking groot. Koeien, geconfronteerd met zoveel industrieel geweld, zouden geen melk meer geven, voorspelden boeren. Bij de opkomst van de fotografie, in de negentiende eeuw en decennia later de stomme film was het niet veel anders. Dominees predikten hun tongen blauw om maar te waarschuwen tegen deze duivelse noviteiten, maar tevergeefs.

Hoewel van teruglopende melkproductie door koeien nooit meer iets is vernomen, kunnen de dominees van eind negentiende eeuw enige profetische gaven niet ontzegd worden. Eén van de meest succesvolle stomme films (films zonder geluid) is David W. Griffiths The birth of a nation uit 1915. Nadat de zuidelijke staten zijn verslagen in de Amerikaanse burgeroorlog wordt de opkomst van de Ku Klux Klan beschreven. Meer dan vijfentwintig miljoen Amerikanen zien de film en laten zich kennelijk inspireren. De KKK ziet een enorme toename in haar ledenaantallen. Voor de eerste keer blijkt film als massamedium een ongekende invloed te kunnen uitoefenen op de mens. Dat sluit aan op de bevindingen waar Powell over spreekt.

Sindsdien doen wetenschappers op allerlei manieren onderzoek naar de invloed van film en fotografie op de mens. The birth of a nation toonde al aan dat er een opruiende werking uit kan gaan van beelden. Enkele decennia later deed Leni Riefenstahl dat nog eens over met haar propagandafilms voor Hitlers opkomende rijk. Triumph des willens uit 1935 bevatte allerlei nieuwe filmtechnieken die het volk achter de grote leider moesten krijgen. Telelenzen, bewegende camera’s en bewuste perspectiefveranderingen zorgden voor een visuele overdondering. Niet voor niets staat Hitler vermeld in de aftiteling als producent. De beelden droegen bij aan een hernieuwd Duits bewustzijn als wereldmacht.

Nieuwe media
Met de opkomst van de sociale media ontstaan nieuwe vormen van desensibilisatie. Van Oosten promoveerde op onderzoek naar de invloed van seksueel getinte media op jongeren. Vooral porno heeft een vlucht genomen sinds overal toegang is tot het internet. Wat is het effect van het kijken naar deze beelden? ‘Er zijn studies gedaan waaruit blijkt dat de seksuele tevredenheid omlaag gaat door het regelmatig kijken naar porno. Dat komt doordat mensen zichzelf gaan vergelijken met wat men ziet in die filmpjes’, legt Van Oosten uit. ‘Daarnaast zorgt porno voor objectivering. Daardoor ontstaat het beeld dat seks niet alleen iets is wat binnen een relatie plaatsvindt, maar ook als spelletje gezien kan worden.’

Sexting
Het blijkt een ideale voedingsbodem voor het nu zo populaire naming en shaming van slachtoffers in seksvideo’s die online worden verspreid. ‘Toch is dit niet persé afstomping. Het is eerder een pre-occupatie die je anders legt. Als je meer naar porno kijkt ben je bezig met seks, niet met je morele kompas. Daders zijn zich dan ook niet per definitie bewust van de gevolgen door hun handelen. Het is bekend dat in religieuze milieus, waar seks niet openlijk wordt besproken, pornografie minder wordt bekeken, maar als religieuze jongeren wel kijken, dan zijn ze ook veel vatbaarder voor de opvattingen uit de pornografie, omdat die nergens worden tegengesproken.’

Opvallend vindt Van Oosten het feit dat bij verspreiding van een seksueel getinte video de schuld vaak bij het slachtoffer wordt gelegd. ‘Zo van ‘dan moet je maar niet naakt op een foto gaan of jezelf filmen’. Daar zou bewustwording van de gevolgen wel echt belangrijk kunnen zijn.’

Het grootste risico bij sexting, dat overigens ook met toestemming van beide partijen gebeurt, is dat na plaatsing op internet er geen controle meer over het betreffende beeld is. Volgens de Internet Watch Foundation zou bijna negentig procent van al het zelf of door anderen online geplaatste seksueel getinte materiaal uiteindelijk terechtkomen op andere websites, inclusief pornowebsites.