Home Samenleving Moslimorganisaties: ‘Het lijkt alsof Kauthar zich in een keurslijf laat duwen’

Moslimorganisaties: ‘Het lijkt alsof Kauthar zich in een keurslijf laat duwen’

Kauthar Bouchallikht in het tv-programma M (Beeld: NPO1)

Onlangs nam de veelbesproken Kamerkandidaat Kauthar Bouchallikht afstand van de Moslimbroederschap en Milli Görüs, twee conservatief-islamitische organisaties die de afgelopen weken werden gelinkt aan haar naam. De timing en wijze waarop kunnen op kritiek rekenen vanuit islamitische hoek. Wanneer een moslim bij de gevestigde orde wil horen, dan moet diegene in een keurslijf passen waarin klaarblijkelijk afstand moet worden genomen van de moslimidentiteit.’

De naam ‘Kauthar’ is na ‘Jesse’ misschien al de bekendste op de kandidatenlijst van GroenLinks. Na de bekendmaking van haar negende plek verscheen een artikel van oud-journalist Carel Brendel, die opmerkte dat Bouchallikht tot 1 december vicevoorzitter was van moslimjongerenorganisatie FEMYSO. Volgens Brendel is dat de jeugdorganisatie van de Moslimbroederschap, die ‘islamitisch separatisme’ zou bevorderen en ‘op de langere termijn mogelijk gevaarlijker voor de democratie kan zijn dan het salafisme’.

De Telegraaf nam het bericht over, waarna andere media volgden. Het activistische klimaatplatform Code Rood, een goede bekende van klimaatvoorvechter Bouchallikht, lanceerde een tegencampagne. ‘Het is pijnlijk om te zien dat gevestigde media hier kritiekloos in mee lijken te gaan en zo steun verlenen aan de intimidatiecampagnes. Zo noemde de NOS in haar artikel over Bouchallikht Carel Brendel, die een lange staat van dienst heeft als het gaat om het bedenken van islamofobe complottheorieën. Op deze manier probeert extreemrechts linkse activisten, mensen van kleur, vrouwen en moslims te intimideren en monddood te maken’, staat in een verklaring die door 120 organisaties werd ondertekend.

Naast antiracismebewegingen als Kick Out Zwarte Piet en belangenorganisaties voor de LHBTQ+-gemeenschap zetten verschillende moslimorganisaties hun handtekening. Ook de Nederlandse moslimvrouwenorganisatie Al Nisa ondertekende de verklaring. ‘Het is fantastisch dat iemand met een zichtbare moslimidentiteit – de hijab – op zo’n prominente plek komt te staan op de kandidatenlijst van GroenLinks’, aldus voorzitter Esmaa Alariachi. ‘Dat is een politieke partij die al veel langer bestaat dan de nieuwe partijen die in eerste instantie zijn opgericht om meer diversiteit en inclusie te realiseren.’

Alariachi stelt zich kritisch op tegenover het trekken van het vermeende verband van FEMYSO met de Moslimbroederschap. Volgens haar krijgen moslimorganisaties vaker te maken met stempels als ‘terroristisch’, ‘radicaal’ of ‘extremistisch’ om onterechte verdachtmakingen te onderbouwen. ‘Als ze geen lid was van FEMYSO, dan waren ze wel gekomen met een andere islamitische club, gewoon om haar aan de schandpaal te nagelen. Iedereen is onschuldig totdat het tegendeel is bewezen. Maar als moslim ben je schuldig, en je krijgt geen kans om je onschuld te bewijzen’, meent Alariachi. Het zijn verdachtmakingen die de media bereiken en vervolgens door andere media worden herhaald, gaat zij verder. ‘Door dergelijke aantijgingen is Kauthar niet meer nummer 9 op de kandidatenlijst van GroenLinks, maar de moslimvrouw met hoofddoek die banden heeft met moslimorganisaties die ‘mogelijk’ extremistisch of radicaal zijn.’

Zelf ondertekende Alariachi namens Al Nisa de verklaring van Code Rood om, naar eigen zeggen, ‘het patroon van karaktermoord en verdachtmakingen op minderheidsgroepen in Nederland, zoals de moslimvrouw, te doorbreken’. Maar niet veel later gaf Bouchallikht een interview aan Trouw waarin ze zich, volgens Al Nisa en andere moslimorganisaties, een keurslijf zou laten aanmeten die bepaalde conservatieve moslimorganisaties in het verdachtenbankje duwt. 

Afstand nemen

In het interview benadrukte Bouchallikht nooit iets gemerkt te hebben van enige verbondenheid met de Moslimbroederschap. Ze zei ook niets te maken willen hebben met hun gedachtengoed en juist te staan voor ‘radicale gelijkwaardigheid’.

Vorig jaar gaf het kandidaat-Kamerlid vanuit haar bestuursfunctie bij FEMYSO nog een workshop bij de Studenten Unie Nederland, een organisatie gelieerd aan de conservatieve Turks-islamitische beweging Milli Görüs. Carel Brendel noemt Milli Görüs ‘de ideologisch met de Moslimbroeders verwante fundamentalistische Turkse moskeevereniging’. Bouchallikht gaf in het interview aan dat ook zij niets heeft met deze van oorsprong Turkse organisatie en het apart zetten van mannen en vrouwen, zoals gebruikelijk is bij de bijeenkomsten van Milli Görüs. Daarom zegt zij deze organisatie als GroenLinkser niet meer te bezoeken. 

‘Als ik Kauthars interview in de Trouw lees, dan lijkt het alsof ze zich in een keurslijf laat duwen’

In een reactie op het Trouw-interview lieten Milli Görüs en de daaraan gelieerde Nederlandse Islamitische Federatie weten de uitlatingen van Bouchallikht ‘zeer teleurstellend’ te vinden. De organisaties voelen zich ‘voor de bus gegooid’ om ‘haar positie binnen de partij te verstevigen’. Milli Görüs zegt debatavonden te organiseren met politieke partijen, waarbij ook GroenLinks soms zou meedoen. Dat Bouchallikht afstand neemt van Milli Görüs zou daarom niet stroken met de lijn van haar partijgenoten.

Al Nisa-voorzitter Esmaa Alariachi begrijpt de teleurstelling van Milli Görüs. Zelf had zij de uitlatingen van Bouchallikht in het Trouw-interview niet verwacht. ‘Als Nederlandse moslimvrouwenorganisatie richt Al Nisa zich voornamelijk op vrouwen. Zo zijn mannen niet welkom op onze bijeenkomsten en activiteiten. Dat zou betekenen dat Kauthar als GroenLinkser ook niet langs zal gaan bij Al Nisa’, zegt zij. Wel laat Alariachi weten dat Al Nisa nog steeds volledig achter de steunverklaring aan Bouchallikht staat.

GroenLinks-partijleider Jesse Klaver nam tegen de NOS, net als Bouchallikht zelf, nadrukkelijk afstand van Milli Görüs: ‘Ik vind het een heel slecht idee om trainingen te geven bij dat soort organisaties’. Daarmee sluit hij veel moslims buiten, merkt Alariachi. ‘Wanneer een moslim bij de gevestigde orde wil horen, dan moet diegene in een keurslijf passen waarin klaarblijkelijk afstand moet worden genomen van de moslimidentiteit’, zegt zij. ‘Als de moslim niet in dat keurslijf past, dan moet diegene erg hard zijn best doen om anderen daar wel van te overtuigen. Ik zie het als een uiting van islamofobie. En ook dat wil ik graag doorbreken. Als ik Kauthars interview in de Trouw lees, dan lijkt het alsof ze zich in dat keurslijf laat duwen.’

Ook de Islamitische Studentenvereniging Amsterdam vraagt zich, onder het mom van ‘een eenheid vormen als gemeenschap’, af in hoeverre politieke participatie van moslims gesteund dient te worden wanneer zij ‘islamitische normen en waarden (gedeeltelijk) aan de kant schuiven’. Dit staat in een aankondiging van de studentenvereniging, die eind november een besloten online discussie voor haar leden organiseerde over politieke participatie en behoud van de eigen identiteit. 

We vroegen GroenLinks hoe zij kijkt naar de kritische reacties vanuit islamitische hoek op het optreden van GroenLinks en Bouchallikht. ‘Wat Kauthar tegen de betreffende journalist van Trouw heeft gezegd is dat ze, vanuit haar rol als GroenLinks-Tweede Kamerlid, geen workshop Teambuilding zou geven aan de Studenten Unie Nederland’, aldus een woordvoerder. ‘Niets meer, en niets minder.’ De woordvoerder laat verder weten de reactie van Milli Görüs en de steunverklaring van Code Rood te hebben gezien, maar wil hier op dit moment niet verder op reageren.

Makkelijk doelwit

Publieke verdachtmakingen van ambitieuze moslims zullen volgens Al Nisa-voorzitter Alariachi afnemen wanneer meer Nederlandse moslimvrouwen hun intrede maken in de politiek. ‘In België, waar veel mensen zich uitspreken tegen de hijab, is er een moslimvrouw met hoofddoek parlementslid geworden. Daar zou Nederland van kunnen leren’, vindt zij.

Dat meer moslimvrouwen hun positie zullen claimen in de Nederlandse samenleving ziet Alariachi dan ook als onvermijdelijk. ‘Als we ieder jaar een soortgelijke situatie meemaken – denk maar aan het wel of niet toestaan van een hijab bij de politie en, recentelijker, het boerkaverbod – dan komen we niet verder. Moslimvrouwen zijn een easy target. Maar niet voor lang. Ze bijten van zich af, ze praten terug, hun intelligentie overwint het – en daar kan niemand meer omheen.’