In het mbo is er steeds meer aandacht voor studenten waarvan Nederlands niet de moedertaal is. ‘Ook bij een vak als rekenen speelt taal een rol’, zegt Ramon van Dijk, een docent die aan taalbewust lesgeven doet.
NT2-studenten worden ze genoemd, studenten met een andere moedertaal dan het Nederlands. Zij hebben extra ondersteuning nodig om hun taalvaardigheid verder te ontwikkelen, maar ook om de lesstof voldoende te begrijpen. Hoe stem je jouw lessen af op de NT2-student? In het mbo is daar tegenwoordig steeds meer aandacht voor. Dat is maar goed ook, want het is een groeiende doelgroep. We spreken hierover met Ramon van Dijk en Anniek Offringa van mbo-school Firda in Friesland en de Noordoostpolder.
‘In het kader van gelijke kansen moet iedereen mee kunnen doen in het mbo’, zegt Van Dijk. Hij is coördinator Inburgering binnen Firda. ‘Het gros van deze studenten betreedt na hun opleiding de arbeidsmarkt. Zowel op school als in de maatschappij krijgen ze te maken met taal.’
Volgens Van Dijk speelt taal bij ieder vak een belangrijke rol, zelfs bij rekenen. ‘In Nederland rekenen we veel met verhaalsommen, waarvan je de context moet snappen. Daardoor hebben NT2’ers het gevoel dat wij ze afrekenen op taal in plaats van op hun cognitie. Sommige NT2-studenten weten bijvoorbeeld heel goed hoe een lichaam werkt en kennen alle Latijnse benamingen, maar ze hebben moeite met de Nederlandse termen en dan kunnen ze niet verder.’
Nieuwe inzichten
Op het Firda worden docenten opgeleid en ondersteund om effectief les te geven aan NT2-studenten. Van Dijk: ‘Er is een intern opleidingsaanbod. Zo zijn er teamtrainingen rondom het taalbewust lesgeven en is er een training over cultuursensitief werken. Daarnaast bestaat er de mogelijkheid om een erkende NT2-docentenopleiding te volgen.’
Een van de docenten die zo’n opleiding volgde is Anniek Offringa. ‘Dat vond ik heel leerzaam’, zegt ze. Evenals Van Dijk werkt ze bij Firda, als docente Nederlands. ‘Tijdens de opleiding heb ik nieuwe inzichten opgedaan en leerde ik wat een taalbarrière met je doet. Er was één docent die ons les gaf in het Chinees, om te ervaren wat een NT2-student ervaart. Dat voelde heel ongemakkelijk.’
Die ongemakkelijkheid herkent Offringa bij studenten in haar klaslokaal. ‘Soms trekken zij zich terug, of ze kiezen ervoor om dan maar helemaal geen taal meer te produceren.’ Ze legt uit dat veel NT2-studenten het Nederlands beheersen op A2-niveau, waarmee je alleen eenvoudige gesprekjes kan voeren. ‘Op A2-niveau is je Nederlandse woordenschat veel kleiner dan dat van Nederlandse studenten, die ook nog eens met elkaar Nederlands spreken. Dat kan NT2’ers onzeker maken in hun omgang met andere studenten.’
Van Dijk: ‘Iedere docent zou taalbewust moeten lesgeven. Onze NT2-studenten kennen de Nederlandse uitdrukkingen en gezegden niet. Bovendien hebben sommige typische schooltaalwoorden een lage frequentie in het dagelijks taalgebruik. Neem nou woorden als: motiveren, onderbouwen en verklaren. Daarnaast zijn woorden met meerdere betekenissen lastig te begrijpen voor NT2-studenten. Zo is bijvoorbeeld een verband niet alleen een connectie, maar ook materiaal voor een wond. En stilstaan (bij) betekent niet alleen ergens aandacht aan schenken, maar ook stoppen met lopen. Dat maakt het ingewikkelde woorden om te begrijpen tijdens een opleiding.’
Moedertaal meenemen
Offringa: ‘Voor iedereen geldt dat je woorden veelvuldig moet gebruiken voor het beklijft. Je eigen moedertaal kan je hierbij helpen. Als je die goed beheerst, leg je makkelijker verbanden.’ Binnen de muren van haar klaslokaal wordt daarom naast het Nederlands ook Arabisch, Oekraïens en Spaans gesproken. ‘Dat werkt heel goed als steuntaal, of om het elkaar duidelijk te maken.’
‘Vroeger vonden we dat NT2-studenten thuis ook Nederlands moesten spreken’
Volgens Van Dijk is er in dat opzicht wel wat veranderd. ‘Vroeger vonden we dat NT2-studenten thuis ook Nederlands moesten spreken. Voortschrijdend inzicht zorgt ervoor dat we daar vanaf gestapt zijn. Het is beter om de taal goed te leren via school, stages, bij een sportvereniging of via vrijwilligerswerk, dan dat je het Nederlands thuis verkeerd aanleert.’
Niet alleen Firda doet veel aan NT2-onderwijs. In het hele land groeit het bewustzijn over deze noodzaak. Op dit moment is er een wachttijd van meer dan een jaar om als particuliere docent de opleiding ‘lerarenbevoegdheid NT2’ te kunnen volgen. Volgens Offringa en van Dijk is er hier sprake van een wisselwerking. Niet alleen is het scholingsaanbod toegenomen, maar ook de vraag naar NT2-geschoolde docenten. Dat heeft te maken met de eisen die aan scholen worden gesteld bij het beoordelen van de kwaliteit, leggen ze uit.
Volgens de beide docenten is er nog wel winst te behalen. De doorstroom van de NT2-studenten naar de arbeidsmarkt gaat soms moeilijk. Bij sommige beroepen is taal heel belangrijk, zoals bij opvoedkundige opleidingen als Onderwijsassistent en Pedagogisch Medewerker, aldus van Dijk. ‘Hier wordt qua taal veel van de studenten gevraagd. Dat is ook wel logisch, want een onderwijsassistent moet de taal wel op de juiste manier doorgeven.’ Opleidingen waar NT2-studenten makkelijker doorstromen naar de arbeidsmarkt zijn Dienstverlening, Horeca, Techniek en ICT, hoewel dit waarschijnlijk niet helemaal los te zien is van de krapte op de arbeidsmarkt binnen die sectoren.
Hoe geef je taalbewust les? Offringa: ‘Geef studenten feedback op taal. Dat vinden we vaak ingewikkeld, want de studenten doen zo hun best. Het is goed om studenten complimenten te geven, maar dan mogen we hen ook op fouten wijzen. Impliciet verbeteren, als ze bijvoorbeeld het verkeerde lidwoord gebruiken, mag ook. Focus je dan wel op de lesdoelen. Als studenten moeten spreken en je gaat feedback geven op hun PowerPoint, dan heeft dat niet zoveel zin.’
Van Dijk: ‘Werk iedere les aan woordenschat. Dat vergroot de taalkennis, maar ook taalbewustzijn. Herhaling helpt hierbij. Laat dezelfde woorden in meerdere lessen voorkomen.’
Offringa doet dit in haar lessen door vakoverstijgend met thema’s te werken. ‘Dan pak je bijvoorbeeld het thema arbeidsmarkt en dan laat je dit in alle lessen terugkomen. Dus niet alleen bij Nederlands, maar dan heb je het tijdens het rekenen bijvoorbeeld over het salaris dat bij een beroep hoort.’
Ten slotte verklaart Van Dijk dat deze manier van taalbewust lesgeven niet alleen prettig werkt voor NT2’ers, maar eigenlijk voor iedereen handig is. ‘Gebruik de digitale leermiddelen die er zijn en deel die met je klas. Het eerste dat volwassenen vragen als ze bij een presentatie zijn is of ze de PowerPoint gemaild krijgen. Doe dit dan vooral met je NT2-studenten.’