Home Samenleving Journalisten in zwaar weer: ‘Door de haat twijfel ik soms’

Journalisten in zwaar weer: ‘Door de haat twijfel ik soms’

Beeld: Shutterstock

Het wordt journalisten steeds moeilijker gemaakt. We spraken erover met de Nederlandse Vereniging van Journalisten en twee ervaringsdeskundigen: de vaak hatelijk bejegende Volkskrant-columnist Harriet Duurvoort en Robert Bas, die tegen zijn zin afzwaaide als NOS-verslaggever. ‘Ik vond het te bedreigend worden.’

In april publiceerde de Media Freedom Rapid Response, een Europees samenwerkingsproject van perswaakhonden, een rapport over de veiligheid van journalisten in Nederland. De conclusie? Ons land is nog steeds een veilige haven voor journalisten. En dankzij het werk van de in 2019 opgerichte stichting PersVeilig wordt hun positie versterkt tegenover straatintimidatie, intimidatie op social media en juridische bedreigingen. Tegelijkertijd neemt de agressie tegen journalisten toe, terwijl het debat verhardt en de samenleving polariseert.

Nederland zakte de afgelopen jaren al in de persvrijheidsindex van de internationale perswaakhond Reporters Without Borders, van plek 3 in 2019 naar plek 6 in 2021. Dit jaar is Nederland zelfs gekelderd naar plek 28. Volgens Thomas Bruning, algemeen secretaris van de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ), vormt de agressie tegen journalisten het grootste probleem. ‘Journalisten wordt het in toenemende mate moeilijk gemaakt om hun werk te doen, op straat met een camera, in cartoons, in columns, op social media, enzovoort.’

‘Journalisten wordt het in toenemende mate moeilijk gemaakt om hun werk te doen’

Vooral misdaadjournalistiek is een gevaarlijke tak van sport. ‘De moord op Peter R. de Vries is weliswaar niet direct te relateren aan zijn werk als journalist, maar hij was wel een van de belangrijkste misdaadjournalisten van Nederland. De georganiseerde misdaad laat zien dat behalve advocaten ook journalisten niet veilig zijn die zich met het misdaadcircuit bemoeien.’

Bruning noemt ook de aanslag op het Telegraaf-gebouw, dat in 2018 werd geramd door een bestelbusje. En verder de bedreigingen tegen RTL Boulevard, waardoor het tv-programma uitgezonden moest worden vanaf een geheime locatie in Hilversum, en doodsbedreigingen aan het adres van misdaadjournalisten John van den Heuvel en Paul Vugts. Bovendien ziet Bruning uitlatingen door PVV, Forum voor Democratie en Denk richting de pers als een gevaar voor de persvrijheid.

‘Er worden insinuerende uitspraken gedaan, dat journalisten niet te vertrouwen zijn. Geert Wilders noemde vorig jaar journalisten ‘tuig van de richel’, wat door Thierry Baudet meteen werd beaamd. En voormalig Denk-leider Tunahan Kuzu zaaide wantrouwen tegen de pers met zijn ‘Trap er niet in’. Sommige mensen uit de achterbannen van deze partijen beschouwen dit soort uitlatingen als een legitimatie om je agressief jegens journalisten te gedragen.’

Over de nieuwe omroep Ongehoord Nederland, die zich sterk richt op PVV en FvD en de onafhankelijke nieuwsvoorziening van de NOS in twijfel trekt, is de algemeen secretaris van de NVJ voorzichtiger. ‘ON zie ik niet direct als een bedreiging voor de persvrijheid. Voorzitter Arnold Karskens heeft zijn kritische uitspraken over de NOS teruggetrokken, nadat zijn omroep zendmachtiging kreeg. Hij accepteerde de rol van de NOS.’

‘Kankerwijf, rot op naar Afrika’

Volkskrant-columniste Harriet Duurvoort kreeg in 2020 ‘een storm van ellende’ over zich heen, nadat ze in reactie op het racismedebat had getweet: ‘Ik ben Antifa, want ik demonstreer tegen fascisme en racisme.’ Uiteindelijk deed ze geen aangifte, maar er ligt nu wel een dossier bij PersVeilig, vertelt ze nu.

‘Ik schrijf nu tien jaar een column voor de Volkskrant. Als ik over racisme schrijf, dan krijg ik vaak veel haatreacties. Ik schrijf ook veel over de jeugdzorg. Maar dan krijg ik zulke reacties dus nooit.’

Een andere zwarte columnist, Seada Nourhussen – tegenwoordig hoofdredacteur van OneWorld -, is na alle haat in 2018 zelfs gestopt als columnist bij Trouw. Duurvoort: ‘Ik heb soortgelijke haatreacties gekregen, zei ik toen tegen mijn krant. De Volkskrant heeft daarop PersVeilig gecontacteerd en zal in ernstige gevallen van bedreiging aangifte bij de politie doen. Ik voel mij hierdoor veiliger, omdat die dreiging van aangifte afschrikwekkend werkt.’

Duurvoort kreeg in haar tienjarige carrière als columnist veel rotopmerkingen naar haar hoofd geslingerd. ‘Ik ben jaren geleden naar de politie gestapt, omdat iemand mij een enge ziekte in mijn tieten wenste, maar dat was volgens de politie geen bedreiging. Maar als ze zeggen: ‘Ik weet waar je woont, ik sta je op te wachten’, dan is dat wel zo.’

De meest bizarre haatreactie die Duurvoort kreeg was een brief van vijf kantjes, die per post naar haar huisadres was verstuurd. ‘Daarin stond dat mijn ouders gesteriliseerd hadden moeten worden, omdat ik van gemengd bloed ben. Mijn ouders zouden zich aan ‘rassenschande’ schuldig hebben gemaakt. Ik had een handgeschreven Mein Kampf-samenvatting in de bus gekregen, speciaal op maat voor mij gemaakt. De Volkskrant zei tegen mij dat ik deze brief moest bewaren, maar ik voelde daar niets voor en heb de brief weggegooid.’

‘Een vlammende column tegen Zwarte Piet? Dat weet ik nog niet, want ik weet zeker dat ik dan een heleboel racistische reacties zal krijgen’

Duurvoort vertelt dat journalisten en columnisten met een uitgesproken mening kwetsbaar zijn, vooral ook als ze op Twitter – ‘Ik ben chronisch Twitterverslaafd’ – hun zegje doen.

‘Twitter heeft wel iets weg van een ordinaire schoolpleinruzie. Als kind ben ik vroeger veel gepest op school, en daar doet Twitter mij soms ook aan denken. Het doet ook op dezelfde manier pijn. Maar ik ben sterker geworden. Ik kan mijn valse klauwen tevoorschijn halen als het moet. Wie uitdeelt moet ook kunnen incasseren, vind ik. Je moet niet helemaal van suiker zijn, zeg maar. Toch kun je een heleboel ellende vermijden door privéberichten van onbekenden gewoon niet te lezen. Laatst opende ik voor de grap Messenger op Facebook weer. ‘Kankerwijf, rot op naar Afrika’, schreef iemand. Maar normaal zie ik dat soort verwensingen dus nooit.’

Veel van de haatreacties zijn racistisch of seksistisch, benadrukt Duurvoort. ‘Als vrouw van kleur krijg je meer over je heen. Ik wil mijzelf niet censureren en blijf ook over racisme schrijven. Maar als ik weer een column aan racisme wijd, dan bereid ik mijzelf wel een beetje mentaal voor, omdat ik weet dat er dan een backlash komt. Ik ben weerbaarder geworden. Maar door die haat twijfel ik soms toch. Zal ik in het najaar straks een vlammende column tegen Zwarte Piet schrijven? Dat weet ik nog niet, want ik weet zeker dat ik dan een heleboel racistische reacties zal krijgen.’

‘Ik vond het te bedreigend worden’

Twee jaar geleden verliet voormalig NOS-verslaggever Robert Bas de journalistiek. ‘De straatterreur en de staatsterreur maakten het werk minder leuk’, vertelt de ex-journalist. Hij werd op straat dikwijls geïntimideerd door demonstranten en heeft zelfs de Nederlandse staat tegen zich in het harnas gejaagd.

Een gevaarlijk moment voor Robert Bas was de pro-Erdogandemonstratie in juli 2016 bij het Turkse consulaat in Rotterdam, vlak na de mislukte coup tegen president Erdogan.

‘Ik was met een cameraman naar het Turkse consulaat gegaan, omdat we wisten dat er iets zou gebeuren. Ik zou kort live spreken bij het journaal. We hadden ons aan de rand opgesteld en zouden zo live gaan, maar er kwam opeens een nieuw item tussen dat voorrang had. Intussen was de mensenmenigte gegroeid en stonden we opeens tussen de demonstranten. De sfeer werd gespannen. Mensen werden luidruchtiger, begonnen te duwen. Ik vond het te bedreigend worden. We besloten weg te gaan. De cameraman kon nog net op tijd in de auto springen en wegrijden, hoewel er wel tegen zijn auto is getrapt. Erdogan-aanhangers zagen ons, journalisten van de NOS, als de vijand omdat wij te kritisch over de Turkse president zouden berichten. We waren de vijand.’

Bas is vaker op straat bedreigd terwijl hij zijn werk deed. ‘Een jaar eerder werd het gevaarlijk tijdens een pro-Palestinademonstratie in Amsterdam. De organisatie van de demonstratie was heel kritisch over ons. ‘Daar is de staatsomroep’, zeiden ze. Agenten in burger hielden een man aan die een deuk in een auto trapte. Wij journalisten brengen het nieuws onpartijdig. In de ogen van pro-Palestijnse activisten en pro-Israëlactivisten ben je dan fout. Extremisten – of ze nu extreemlinks, extreemrechts, pro-Palestina of pro-Israël zijn – hebben het niet zo op met journalisten. Ze hebben hun eigen waarheid. De waarheid in de journalistiek is niet hun waarheid, dus de vijand.’

Als gevolg van de straatintimidatie moest Bas constant op zijn hoede zijn. ‘Ik moest op mijn eigen veiligheid letten, maar ook op die van mijn collega’s. Als je achter de camera staat zie je alleen wat er voor je gebeurt, de mensen achter je zie je niet. Ik moest daar dus ook op letten.’

‘Wees ontzettend voorzichtig als journalist over wat je over de telefoon allemaal zegt of schrijft’

In oktober 2019 werd hij een dag lang gegijzeld door de Rotterdamse rechtbank omdat hij niet wilde getuigen in een zaak over een vergismoord – hij wilde zijn bronnen beschermen.

‘Dit was een aparte ervaring’, vertelt Bas. ‘Vlak daarvoor hadden we een overleg gehad met de minister van Justitie, dat juist ging over bronbescherming. Dat ging niet alleen over de identiteit van de bron, maar ook over de inhoud. En toen opeens kreeg ik te horen dat mijn naam stond in het dossier van het OM over een vergismoord. Het OM in Rotterdam en de rechtbank wilden toen dat ik zou getuigen, maar dat wilde ik natuurlijk niet. Ik en mijn werkgever hadden ons goed op deze zaak voorbereid. Het ging niet alleen om mij of om de NOS, maar om de journalistieke vrijheid in Nederland. Gelukkig kreeg ik de volle steun van andere journalisten in Nederland, die demonstreerden voor het gerechtsgebouw, en van de NVJ. Ik werd ook snel weer vrijgelaten.’

Bas benadrukt dat hij nog het geluk had dat er een grote mediaorganisatie achter hem stond: de NOS. Die luxe heeft lang niet iedereen. ‘Journalisten die voor kleinere media werken of freelancer zijn, staan tegenover een enorme sterke vijand.’

‘Wees ontzettend voorzichtig als journalist over wat je over de telefoon allemaal zegt of schrijft’, is de tip die Bas aan alle journalisten wil meegeven. ‘Nederland is het land waar verhoudingsgewijs de meeste telefoons worden afgeluisterd. En lukt dat niet, dan vragen ze de printgegevens van je mobieltje op. Ook buitenlandse inlichtingendiensten houden kritische journalisten in de gaten. Als je echt wil dat niemand je afluistert, ga dan met je bron een eindje wandelen.’