Home Samenleving Liefde in het azc: ‘Best lastig’

Liefde in het azc: ‘Best lastig’

Luis en Sandhya (Foto: Luis Enrique Rodriguez Gomez)
Je verlaat huis en haard omdat je moet vluchten voor een schrijnende situatie in je land. Vervolgens kom je terecht in een Nederlands asielzoekerscentrum en vind je daar de liefde. Dat overkwam Luis uit Venezuela en Sandhya* uit India.     

Luis

‘Eigenlijk hebben mijn dochtertje Lúa en het kind van mijn huidige vrouw de hand in ons liefdesverhaal gehad. Sterker nog, later bleek dat die twee het allemaal bekokstoofd hadden. Zij wilden namelijk zussen van elkaar worden.

Ik ben Luis Enrique Rodriguez Gomez en ik kom uit Caracas in Venezuela. Mijn leefomstandigheden daar waren onhoudbaar geworden. De politieke, economische en sociale situatie verslechterde. Er is veel armoede en de corruptie rijst de pan uit. Venezuela behoort volgens de corruptie-index (een jaarlijks onderzoek naar corruptie, red.) tot de twaalf meest corrupte landen in de wereld. Op een gegeven moment was er geen voedsel meer en hadden inwoners geen toegang tot medicijnen.

Toen ik in Nederland aankwam, was ik inmiddels ontzettend afgevallen en ronduit wanhopig. Ik werd naar een asielzoekerscentrum in Amersfoort gestuurd, waar ik veel rookte. Ik dacht de hele tijd aan de familieleden die ik in Venezuela had achtergelaten. Zo’n twee jaar na mijn aankomst in Nederland zag ik Sandhya voor het eerst, een vrouw met lange, donkere haren uit India. Ze was in het azc gearriveerd met haar dochtertje Nandini, een meisje van Lúa’s leeftijd. Ik was samen met Lúa gaan kijken of er post was. Zij zat toen in het computerlokaal met haar dochter te gamen. De meisjes werden meteen vriendinnen. Waarom ik op Sandhya viel weet ik eigenlijk niet. Ik weet wel dat Lúa en Nandini een cruciale rol in onze liefde hebben gespeeld. Op een gegeven moment voelde onze ontmoetingen voor Sandhya als kalmte na een enerverende dag. Wat wij hadden voelde als vrede in mijn leven. Alle zorgen die ik had werden plotsklaps vervangen door één persoon: Sandhya. Ik had voor Sandhya een relatie die me veel schade had berokkend. De moeder van Lúa verliet ons toen Lúa nog maar een baby’tje was.

‘Onze liefde werd groter, er groeide vertrouwen tussen ons’

Sandhya en ik gingen bij elkaar thee drinken. Veel thee. Later gingen we ook samen ontbijten, samen koken. We vulden in elkaars gezelschap papieren van instanties in. Onze dochters hielden zich daarbij steevast op de achtergrond, ze speelden dan bijvoorbeeld op de gang. Later bleek dat zij op het vele thee drinken hadden aangestuurd. Toen gingen we samen plekken bezoeken. Onze liefde werd groter, het vertrouwen tussen ons groeide. Toen we het aan bekenden in het azc vertelden, vonden ze het echter spijtig voor ons. Ze zeiden het naar te vinden, daar onze ‘gevallen’ apart waren en we daardoor geen gezamenlijke verblijfsvergunning zouden kunnen ontvangen.

Desalniettemin hebben we drie maanden lang onze liefde in het azc gevierd. Ik kreeg daarop te horen dat mijn verzoek om een verblijfsvergunning was gehonoreerd. Hoewel Sandhya dus achterbleef, is ze sindsdien elke nacht bij mij in huis geweest, het huis dat later de onze zou worden. Een jaar nadat ik het azc uit was, trouwden we. Nog een jaar later diende onze zoon, Shiv Nayan, zich aan. Ik kan zeggen dat ik me goed voel. Ik woon nu vijf jaar in Nederland en ik heb een eigen bedrijf. Een ontwerpstudio, waar ik producten voor webwinkels fotografeer. De enige toekomstdroom die ik nog heb, is lekker met mijn vrouw op vakantie gaan. Het is een zeldzaamheid om liefde in een asielzoekerscentrum te vinden, maar ik zou er zo weer voor tekenen.’

Sandhya

‘Liefde in een asielzoekerscentrum is eigenlijk best wel lastig, want je weet nooit of je met je partner kunt zijn na het besluit van de Immigratie- en Naturalisatiedienst. Om economische redenen vluchtte ik uit India. Met mijn destijds negenjarige dochtertje Nandini, arriveerde ik in januari van 2015 in het asielzoekerscentrum in Amersfoort. Dat was al zenuwslopend, maar wat me ook nog parten speelde was het wennen aan het alleen-zijn. Ik had een erg moeilijke relatie achter de rug en ben jaren geleden gescheiden.

‘Liefde in een asielzoekerscentrum is eigenlijk best wel lastig’

En toen was daar Luis. Dat was een leuke vent met wie ik vrijwilligerswerk ging doen. Zelf had hij ook een dochter. We hielpen mee tijdens de activiteiten met de kinderen. Op een gegeven moment zagen we elkaar elke dag. Later ontmoetten we elkaar ook buiten het azc. Dan gingen we bijvoorbeeld picknicken of naar de markt. Zijn kind en Nandini hielden zich dan altijd op de achtergrond. Later bleek dat dat bewust was. Na enkele maanden gaven de meisjes toe dat ze een plan hadden verzonnen. Ze wilden ons tweeën aan elkaar koppelen. Ik moet zeggen dat ik niet wist dat er mannen zoals Luis bestonden. In India is het niet zo makkelijk om een man te vinden die mijn kind accepteert. Toen ik mijn familie en vrienden in India vertelde over mijn liefde voor Luis, reageerden zij daar niet met blijdschap op. Het stoorde hen dat hij geen Indiase man was. Toen kwam er nog een slag. Luis vertrok uit het azc. Hij had een verblijfsvergunning gekregen. Uiteraard was ik blij dat hij in Nederland mocht blijven, maar wat betekende dat voor ons? Zouden Nandini en ik ook een verblijfsvergunning krijgen? Dat was erg spannend. We baden tot alle goden dat dit goed mocht komen. En dat kwam het gelukkig. Ook ik mocht een verblijfsdocument ontvangen. Toen we, een jaar nadat ik uit het azc kwam, trouwden, hebben we dat in een Indiase tempel in de Amsterdamse Bijlmer gedaan. Ik woon nu met mijn gezinnetje in een huis met een tuin in Amersfoort.’

*Sandhya heeft, zoals vaker in India voorkomt, geen achternaam.