Home Samenleving Imam Elforkani: ‘Het is een religieuze plicht om Joden te helpen’

Imam Elforkani: ‘Het is een religieuze plicht om Joden te helpen’

Beeld: Wikimedia Commons / Galit Hadari
Het advies van een Duitse regeringscommissaris om in het openbaar geen keppeltje meer te dragen, leidt ook in Nederland tot debat. De Kanttekening vroeg aan verschillende moslims: wat doe je als een joodse man wordt lastiggevallen vanwege zijn keppeltje?

Het is sinds vorige week onrustig in Duitsland nadat Felix Klein, de Duitse regeringscommissaris voor antisemitisme-bestrijding, joden had afgeraden om in het openbaar een keppeltje te dragen vanwege ‘de toenemende maatschappelijke verruwing’. Als reactie besloot het Centrum voor Informatie en Documentatie Israël (CIDI) om woensdag 29 mei 2019 uit te roepen tot ‘Nationale #KeppelOp-dag’, compleet met demonstratie in Den Haag.

Er kwamen een paar honderd – hoofdzakelijk joodse – mensen bijeen op de demonstratie op het Plein in Den Haag. Sommigen hebben in geen decennia gedemonstreerd. Tijdens het openingswoord meldt Hanna Luden, directeur van het CIDI, dat maar liefst 70 procent van de joodse mensen in Nederland niet herkenbaar joods durft te zijn. Daarna volgt een parade van speeches van politici, van PVV tot GroenLinks, waarvan alle heren voor de gelegenheid een keppeltje dragen. Dilan Yesilgöz (VVD) en Gert-Jan Segers (ChristenUnie) zijn daadwerkelijk bezig met antisemitisme en met effect: zij geven aan dat er drie miljoen euro extra komt voor bestrijding van antisemitisme.

Eén ding valt op. Bij joods getinte bijeenkomsten verzamelen zich al snel moslimjongeren. Vaak uit nieuwsgierigheid, maar soms ook om herrie te trappen. Nu geen één. Volgens ingewijden komt dit door de aanwezigheid van politie, en vooral door de vele camera’s voor televisieprogramma’s. ‘Ontzettend laf’, vindt Ingrid uit Amsterdam desgevraagd. ‘Dat zie je op internet ook. Die scheldpartijen komen vrijwel altijd van mensen zonder gezicht.’

Woordvoerder Jonathan de Geus van het CIDI vertelt dat ze veel positieve reacties krijgen, ook uit politieke kringen. ‘Zowel van links als van rechts ontvangen we veel steunbetuigingen van mensen die vinden dat een keppeltje dragen in het openbaar gewoon moet kunnen.’ Zijn collega Aron Vrieler benadrukt dat de toename van incidenten beslist niet enkel uit islamitische hoek komen. ‘Wel een groot deel, vooral jongeren. Vaak gaat het om straatintimidatie, waarvan te weinig aangifte wordt gedaan of melding van wordt gemaakt. De praktijk leert dat het vrij lastig is om de dader of daders op te sporen.’ Dit is bijvoorbeeld het geval in een wijk in het Amsterdamse Buitenveldert waar veel joodse mensen wonen. Er is regelmatig sprake van (straat)intimidatie, terwijl de daders er niet wonen en er onbekend zijn. ‘Het is onmogelijk om na te gaan welke dadergroep de grootste is, maar vaak gaat het om jongeren met een moslimachtergrond.’

Ingrid uit Amsterdam

‘Onze tolerantie en beschaving zijn in het geding’

‘Een religieuze plicht om te helpen’

We vroegen Yassin Elforkani, imam bij De Blauwe Moskee in Amsterdam-Slotervaart, wat hij ervan vindt dat veel joden bang zijn om in het openbaar een keppeltje te dragen. Elforkani betreurt het dat we in een samenleving leven waarin we niet onszelf mogen zijn en niet zichtbaar ons geloof mogen uitdragen. ‘Dat geldt ook voor moslima’s die een hoofddoek dragen. Het zegt iets over onze tolerantie en onze beschaving. Die is in het geding. Het is gewoon absurd. Mensen moeten kunnen zijn wie ze zijn, ook qua kledij en geloofsuitingen.’

Over het wel of niet helpen van een joodse man die puur wordt aangevallen omdat hij een keppeltje draagt, is imam Elforkani heel duidelijk. ‘Het is je religieuze verplichting als moslim om iemand te helpen die wordt aangevallen. Doe je dat niet, dan ben je zondig. Dat moeten we steeds meer gaan uitdragen. Doe iets. Bel 112 of wat dan ook. Net zoals het voor elke moslim een verplichting is om te vasten, is het helpen van iemand die wordt aangevallen ook een religieuze plicht. Dit heeft niets te maken met liberaal of orthodox, het wordt aanbevolen vanuit je geloof. De identiteit van de aanvaller doet er niet toe.’

‘Als ik alleen zou zijn, dan zou ik wat doen. Maar niet met mijn vrienden erbij’

‘Ik help wél als ik alleen ben’

Wat doe je als je ziet dat een joodse man lastig wordt gevallen, puur omdat hij een keppeltje draagt? De Kanttekening stelde die vraag aan moslims in een Rotterdamse winkelstraat. Een jongen die graag anoniem wil blijven, lacht dat hij dan geen tijd heeft om iets te doen. Hij is waarschijnlijk bezig om die man lastig te vallen of hij helpt de aanvallers, zegt hij. Dan loopt hij door met zijn vrienden, zonder te zien dat één van hen behoorlijk afkeurend naar hem kijkt. Met andere woorden: hij heeft minder goed gescoord dan hij denkt.

Deze jongens waren van Marokkaanse afkomst, net als de negentienjarige Mohammed. Hij geeft een opvallend antwoord. ‘Als ik alleen zou zijn als ik dat zag, dan zou ik wel wat doen. Maar niet met mijn vrienden erbij.’ Het blijkt dat hij bang is voor hun reactie. Net als meer jongens van rond zijn leeftijd begrijpt hij niet dat het dragen van een keppeltje met religie te maken heeft en niets met politieke steun aan Israël. Mohammed reageert dan ook verbaasd als hij hoort wat imam Elforkani zegt. ‘Je religieuze plicht als moslim om in zo’n geval te helpen?’ Op de vraag of er over dit onderwerp niet gepraat wordt in de moskee, zegt hij dat hij daar nooit komt. Op de foto gaan wil hij absoluut niet.

‘Echt, ik zou meteen ingrijpen. Iedereen moet zichzelf kunnen zijn!’

Winkelganger Dennis Altey geeft aan dat hij iets zou doen als een joodse man werd aangevallen vanwege de uiting van zijn religie. Dit gedrag is wat hem betreft beslist niet oké. ‘Kijk maar, mijn vrouw draagt een hoofddoek. Dat is vergelijkbaar. Natuurlijk moet een joodse man een keppeltje kunnen dragen. Ik zou me ermee bemoeien.’ Zijn vrouw zou niet durven ingrijpen, maar wel 112 bellen.

Asmae en Samira, twee smaakvol traditioneel geklede moslima’s van rond de twintig, vinden dat zulke aanvallen niet is wat hun geloof hen leert. Asmae heeft zo’n situatie laatst bij haar opleiding als sociaal experiment gehad. ‘Echt, ik zou meteen ingrijpen. Iedereen moet zichzelf kunnen zijn!’ Ze betreuren het dat het vaak moslims zijn die zich schuldig maken aan dit soort praktijken. ‘Dit hoort gewoon niet.’