Home Samenleving Van inburgerende statushouder tot houder van een inburgeringsschool

Van inburgerende statushouder tot houder van een inburgeringsschool

Foto's: Freek de Swart
Syrische vluchteling Wael Shaker was ontevreden over zijn inburgeringstraject, dus startte hij zijn eigen inburgeringsschool. De Kanttekening nam er een kijkje.

Twee jaar geleden schreef de Syrische statushouder Wael Shaker zich in bij een inburgeringsschool. Zijn ervaring bij deze onderwijsinstelling was echter zo slecht dat hij besloot er zelf één te beginnen. Samen met Margot van Bragt runt hij inmiddels TCI Compiti. Die is met eenendertig vestigingen inmiddels één van de grootste inburgeringsaanbieders van Nederland.

Buitenlands accent
Op het hoofdkantoor van TCI Compiti is het een komen en gaan van veelal jonge Syrische mannen. Net als alle andere statushouders in Nederland zijn ze verplicht hun eigen inburgeringsonderwijs te regelen. Ook Wael Shaker moest enkele jaren geleden op zoek naar een taalschool. Zittend achter het bureau in zijn werkkamer van TCI Compiti herinnert de Syriër zijn eigen inburgeringstraject als een lange weg vol frustraties. Dat begon al met de wachttijd van zes maanden. Verder waren de klassen overvol en sprak de docent Nederlands met een buitenlands accent. ‘Ik was boos. Als ik Nederlands met een accent leer, dan spreek ik dus geen goed Nederlands.’ Klachten daarover bij de directie werden volgens Shaker verworpen als racistisch. ‘Onterecht’, vindt de Syrische vluchteling. ‘Je gaat toch ook in het buitenland geen vreemde taal leren van een Nederlander.’

Zij gelooft in mij
Het idee voor de school kwam nadat Shaker Margot van Bragt leerde kennen. Zij gaf op dat moment al Italiaanse les, waar de naam Taal Centrum Italië (TCI) Compiti nog altijd aan refereert. Shaker wist, mede dankzij zijn grote Syrische netwerk, haar te overtuigen om de switch te maken naar inburgeringsschool. ‘Ik dacht in het begin: zij is gek, want ze gelooft in mij’, grapt Shaker. Toch waren zijn eerste stappen als ondernemer in Nederland niet helemaal zonder serieuze twijfels. Vooral het inschrijven bij de Kamer van Koophandel staat hem nog goed bij als een onzeker moment. Zo wist hij niet honderd procent zeker of hij überhaupt een eigen zaak mocht starten. ‘Het was een mooi en dankbaar moment, het gaf me meer geloof in Nederland.’ Wat begon met vijf studenten in Berkel en Rodenrijs is inmiddels uitgegroeid tot een bedrijf met eenendertig vestigingen. Volgens Shaker en Van Bragt zit het succes van hun school in de kleinere klassen, het netwerk van Shaker, aanmeldbonussen en het feit dat slimme studenten bij TCI Compiti bepaalde cursussen versneld en dus goedkoper kunnen afleggen.

Cowboys
Ondanks dit succes blijft de wereld van inburgeringsaanbieders volgens Shaker en Van Bragt een verraderlijke met veel cowboys. Zo beweerde een vrijwilliger van Vluchtelingenwerk in Zeeuws Vlaanderen dat asielzoekers gekort zouden worden op hun uitkering als ze zich niet aanmeldden bij een specifieke inburgeringsschool. Volgens de twee worden veel problemen veroorzaakt doordat gemeentes veel werk overhevelen naar derden. Zo wordt het wegwijs maken van statushouders in Breda vooral toevertrouwd aan Vluchtelingenwerk. Volgens Shaker denken statushouders daardoor vaak dat ze niet zelf mogen kiezen naar welke inburgeringsschool ze gaan. ‘Vanwege het cultuurverschil denken asielzoekers vaak dat Vluchtelingenwerk een autoriteit is, ze kennen hun rechten niet.’ Dat een oud-student van TCI Compiti inmiddels ook een inburgeringsschool is gestart die veel aandacht krijgt in de media zorgt ook voor irritatie. Op zijn computer laat Shaker zien dat TCI Compiti een 8.3 cijfer krijgt van kwaliteitswaakhond Blik op Werk, terwijl de school van de oud-student nog moet worden gekeurd. ‘We zien hierdoor de laatste tijd minder aanmeldingen. Ook hebben we het vermoeden dat de gemeente bepaalde scholen voortrekt’, vertelt Van Bragt.

Dobbelsteen
Dan is het tijd om zelf een lesje mee te draaien bij docent Paul Rotscheid. Hij werkt sinds een jaar voor TCI en heeft voor vandaag een taalspel voorbereid met dobbelstenen. ‘Dobbelsteen’, zegt Rotscheid tegen de tienkoppige klas terwijl hij wijst naar een getekende dobbelsteen op het bord. ‘Dobbelsteen’, roept de klas enthousiast. Voor de zekerheid doet de docent op zijn tafel nog even voor hoe de becijferde kubus ook alweer werkt. Opvallend is hoe gedreven de klas zich daarna stort op de taalles. Soms levert dat vrij hilarische dialogen op. Zo wordt de groep gevraagd wat je moet zeggen als je iets niet begrijpt. ‘Ik begrijp het’, antwoordt een student daarop. ‘Nee, als je het niet begrijpt’, kaatst Rotscheid terug. De student haalt zijn schouders op. ‘Ik snap het niet’, zegt hij.
‘Precies’, reageert de docent tevreden. Soms komen studenten ook in opstand als een antwoord hen niet zint. Zo kan een fiets volgens één van hen ook een voertuig zijn met vier wielen. ‘Ik heb er één gezien’, zegt hij stellig.

Pittig gesprek
Net als elke andere school zijn er ook een aantal laatkomers. Sommigen buiten adem, met excuses over wachtrijen bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst. Anderen komen nonchalanter binnenlopen met een kopje thee in de hand. Het verschil in motivatie is iets waar Rotscheid rekening mee houdt. ‘De grootste uitdaging is iedereen te betrekken in de klas, ook de minder sterke sprekers’, vertelt de docent even later wanneer de klas druk bezig is met een vraag-en-antwoord-spel. ‘Tegelijkertijd moet je ook de sterke sprekers blijven motiveren met moeilijkere vragen.’ Volgens Rotscheid is het een misverstand te denken dat een inburgeringsschool alleen maar aan taallessen doet. Zo heeft de leraar ook discussies met zijn studenten over maatschappelijke thema’s. ‘Dat zijn soms pittige gesprekken over politiek, samenleving en democratie, maar ook over hoe je werk vindt. Ik merk dat de meeste Syriërs de democratische waarden hoog hebben zitten. Wel bereiken mij af en toe conservatieve signalen. Zo geven een aantal vrouwelijke studenten mij geen hand. Iets wat ik zelf overigens geen probleem vindt. Ze tonen respect door met hun hand op het hart een buiging te maken, dat is ook mooi.’

Reactie gemeente Breda
De gemeente Breda laat desgevraagd weten dat alle inburgeringsaanbieders gecertificeerd moeten zijn met het overheidskeurmerk Blik op Werk. Wanneer inburgeringsplichtigen een lening bij de Dienst Uitvoering Onderwijs voor inburgering aanvragen is dit keurmerk namelijk ook een voorwaarde. Het keurmerk biedt soms helaas onvoldoende garantie voor kwaliteit. Gemeente Breda werkt niet met een zwarte lijst, maar haalt bij haar inburgeraars wel informatie op om te monitoren of inburgeringsaanbieders voldoende presteren. Als de gemeente tot de conclusie komt dat de kwaliteit ondermaats is, dan kan het zo zijn dat ze inburgeraars adviseert van aanbieder te wisselen. Met de gecertificeerde inburgeringsaanbieders vindt tenminste één keer per kwartaal een plenair overleg plaats om dit soort zaken te bespreken.

Inmiddels is er contact geweest tussen de gemeente Breda en Tci Compiti en is de ergste kou volgens Van Bragt uit de lucht.