Home Wereld Berlijn gaat confrontatie met Ankara aan

Berlijn gaat confrontatie met Ankara aan

Foto: Reuters
Na een reeks van diplomatieke relletjes tussen Duitsland en Turkije, lijkt voor Duitsland de kous nu af. De Duitse tak van Diyanet is geen partner meer van de Duitse overheid.

Onlangs is bekend geworden dat fors wordt gekort op projecten van de DITIB, de Duitse afdeling van het Turkse Presidium voor Religieuze Zaken (Diyanet). Een opeenstapeling van irritaties zou de Duitse regering tot deze opmerkelijke beslissing hebben gebracht. De stap is vooral opvallend omdat in Duitsland net als in Nederland Turkse zelforganisaties als partner worden gezien bij de integratie van Turkse Duitsers.

Aan dat dogma kwam eerder dit jaar definitief een eind. De directe aanleiding of eigenlijk de laatste druppel in een lange serie die de emmer deed overlopen, is een spionageschandaal, afgelopen maart. Medewerkers van de DITIB speelden informatie door aan Ankara. Duitse media meldden dat het ging om dertien imams die gegevens over meer dan dertig (vermeende) Turks-Duitse aanhangers van Fethullah Gülen aan Ankara doorgaven. Ook de voortdurende druk die Ankara uitoefent op Turkse Duitsers en de arrestatie van Duitsers in Turkije is Berlijn al langer een doorn in het oog.

Volgens de Kölner Stadt Anzeiger is voor volgend jaar slechts een kleine drie ton gereserveerd voor de DITIB, dat haar zetel in Keulen heeft. Dit jaar vloeide nog zo’n anderhalf miljoen euro naar de organisatie en in 2016, het jaar van de mislukte couppoging in Turkije, was dat zelfs ruim drie miljoen euro. In plaats van een partner bij de integratie van Turkse Duitsers is de DITIB vooral een verlengstuk van Ankara, is een veel gehoorde klacht in Berlijn. De DITIB herhaalt onafhankelijk te opereren van Turkije, ondanks het feit dat imams van de DITIB Turkse ambtenaren zijn en in Turkije worden opgeleid. De secretaris-generaal van de organisatie, Bekir Alboga, verklaarde aan de Rheinische Post: ‘Enkele imams hebben informatie aan Ankara doorgegeven over verdachte Gülen-volgelingen. We hebben ten diepste spijt van deze misstap en we hebben er met Diyanet over gesproken.’

Het spionageschandaal illustreert de almaar verslechterende relatie tussen Duitsland en Turkije. Alleen al dit jaar is de lijst incidenten van diplomatieke ruzies ellenlang en het jaar is nog niet eens voorbij. Zo was er bijvoorbeeld de rel rond de liberale moskee waar de van origine Turkse advocate Seyran Ates (54) als imam fungeert. In de gebedsruimte, een voormalige protestantse kerk in Berlijn, kunnen mannen en vrouwen zij aan zij bidden. Het kwam Ates op veel kritiek te staan in de Turkse media. Ook Diyanet bemoeide zich met de kwestie en zag het vooral als een poging ‘de islam te ruïneren’. Een aan de staat verbonden religieus instituut in Egypte sprak ook een fatwa uit over het initiatief van Ates, die zegt honderden steunbetuigingen per dag te krijgen, maar ook duizenden haatberichten. Familieleden van haar in Turkije smeken haar ondertussen te stoppen met het plan, door de sociale druk. Ook blijven veel mensen weg bij de moskee uit angst voor represailles.

Martin Schaefer, woordvoerder van minister van Buitenlandse Zaken Sigmar Gabriel, reageerde uiterst fel op de Turkse verwijten. ‘Ik wil heel duidelijk afstand nemen van elk commentaar dat bedoeld is om mensen in Duitsland het recht te ontnemen in vrijheid hun religie te praktiseren en de vrijheid van expressie en opinie te beperken.’ Daarop werd Ates door een woordvoerder van Diyanet ervan beschuldigd een volgeling te zijn van Gülen, die op zijn beurt weer door Ankara als schuldige wordt aangewezen voor de couppoging in 2016. De imam zelf zegt overigens niets met Gülen van doen te hebben. ‘Die vorm van islam is te conservatief voor ons.’

Naast deze kwestie was er nog de weigering Duitse parlementariërs toe te laten tot de Duitse militaire basis Incirlik in Adana. ‘Duitsland moet haar houding tegen Turkije eerst verbeteren’, zei een woordvoerder van de Turkse regering daarover. ‘Daarna beslissen we over toegang.’ De opmerkingen volgden op de Duitse weigering president Recep Tayyip Erdogan campagne te laten voeren in Duitsland voor het inmiddels gehouden referendum in Turkije over de vraag of de president meer bevoegdheden moet krijgen. Daarop besloot Berlijn haar materiaal te verschepen naar een basis in Jordanië.

Als er één Duitser is die veel te verduren krijgt vanuit het presidentiële paleis in Ankara is het bondskanselier Angela Merkel. Tijdens de verkiezingscampagne kwam Turkije regelmatig voorbij. Tijdens een debat met SPD-leider Martin Schulz sprak ze harde woorden. ‘Het is nu wel duidelijk dat Turkije geen lid van de Europese Unie zou moeten worden. Ik zal samen met mijn Europese collega’s proberen tot een gezamenlijk standpunt te komen zodat we de toetredingsgesprekken kunnen beëindigen’, zei Merkel. ‘Populisme’, brieste Ibrahim Kalin, woordvoerder van Erdogan. ‘Duitsland beschermt niet de democratie, maar terroristen en coupplegers.’ Ook wees Kalin op het volgens hem toenemende racisme in Duitsland. In een serie tweets die hij aan de kwestie wijdde besloot hij: ‘Het maakt niet uit welke partij in Duitsland de verkiezingen wint, het is duidelijk welk gedachtegoed gaat winnen.’

Inmiddels is de verkiezingsretoriek uit de lucht. Waar partijen dan meestal weer om tafel gaan, lijkt Merkel juist gas te willen geven. Niet alleen wordt de DITIB in eigen land gekort, de herkozen bondskanselier heeft haar Europese partners zover gekregen te praten over een mogelijke korting op toetredingsgelden van negentig procent. Waar Turkije voor volgend jaar nog voor vijfhonderd miljoen op de begroting staat, zouden Merkel en andere Europese leiders hoogstens vijftig miljoen willen geven. Landen als Polen en Zweden staan nog altijd onverkort achter Turkse toetreding, maar Duitsland legt nu eenmaal meer gewicht in de schaal. En zo kan het dat de temperatuur tussen het machtigste land van Europa en Turkije het absolute nulpunt nadert, zonder enige tekenen van toenadering.