Home Wereld De ‘eigen regio’, bestaat die wel?

De ‘eigen regio’, bestaat die wel?

Van links naar rechts: Désanne van Brederode (Wikimedia Commons / Pim van Tend), Rachid Benhammou en Henk van Houtum

Vluchtelingen moeten vooral ‘in de eigen regio’ opgevangen worden, is het credo. Oekraïners zouden daarentegen al uit ‘onze Europese regio’ komen. Maar wat ís dan precies die ‘eigen regio’? En wat zijn de (culturele) grenzen van Europa? Wij spraken drie denkers die dit onderscheid aan de kaak stellen. ‘De hele wéreld is de eigen regio.’

Wie vanuit de maan naar de aarde kijkt, ziet geen grenzen. Waar ‘de eigen regio’ of Europa begint of eindigt, wanneer die grenzen zijn bepaald en hoe, ligt in the eye of the beholder. Nederland is zo ruimhartig voor de Oekraïners omdat ‘Europa deze keer de regio is’, of, om op gevoeliger terrein te komen, omdat ze op ‘ons lijken’. Daar reageerden veel islamitische en zwarte Nederlanders weer op: ‘Ze lijken helemaal niet op ‘ons’; waar hebben jullie het over?’

Tja, de eigen regio. ‘Ik heb eigenlijk nooit wat voor die uitdrukking gevoeld’, zegt schrijver en filosoof Désanne van Brederode aan de telefoon. ‘Ik weet niet eens wanneer ik het voor het eerst heb gehoord. Maar het was wel in ieder geval vóór Syrië. En ik krijg toch het gevoel dat we daarmee de ene groep oorlogsslachtoffers belangrijker vinden dan de andere groep. Maar goed, er zal vast wel de omringende landen mee bedoeld worden.’

Wie rondom deze kwestie een voorstelling heeft gemaakt, is cultureel ondernemer en publicist Rachid Benhammou. Hij deed dit samen met de theaterorganisatie Wat We Doen en met asielzoekerscentra. Het idee dat vluchtelingen in de eigen regio opgevangen moeten worden, vindt hij onzinnig.

‘De hele wéreld is de eigen regio als het om vluchtelingen gaat. Dit zijn oorlogsslachtoffers. En die hebben alle hulp nodig die ze kunnen krijgen. Wie zijn wij, mensen die in de veiligste gebieden leven, dan om te bepalen dat mensen daar moeten blijven of die dingen te ontzeggen die wij wel hebben?’

Voor Henk van Houtum, hoogleraar Geopolitiek en Politieke Geografie aan de Radboud Universiteit Nijmegen, staat de term ‘eigen regio’ voor een ‘politiek van daar houden’. ‘Het is een verhullende term voor morele uitbesteding van problemen aan andere landen. Want het is volstrekt arbitrair wat de eigen regio is. Is de regio geografische reisafstand, politieke verwevenheid, economische draagkracht, vermeende culturele verwantschap of betrokkenheid bij een conflict? Al deze punten leiden tot onbestemde antwoorden. Dé regio bestaat dan ook niet’.

‘Het is een verhullende term voor morele uitbesteding van problemen aan andere landen’

Cyprus ligt verder weg dan Istanbul, maar Turkije wordt doorgaans niet gezien als eigen regio. De Antillen hoorden tot voor kort bij Nederland en Frans-Guyana (Zuid-Amerika) en Mayotte, gelegen voor de kust bij Mozambique, zijn nog steeds Frans grondgebied. Daar wordt gewoon met de euro betaald. Maar, vertelt Van Houtum, dat is allemaal niet ‘de eigen regio’ zoals die door sommige partijen wordt gedefinieerd. ‘Kortom: het is vooral een politiek concept dat opportunistisch wordt afgebakend en ingevuld’.

En toch spreken we over ‘Europa’, ‘Midden-Europa’ en ‘Oost-Europa’. Bestaat een term als West-Europa dan ook niet? Alleen bij gratie van zijn politieke verbeelding, aldus Van Houtum, maar zo’n begrip is als politieke en geografische eenheid niet noodzakelijk of vastgelegd.

‘De EU is wel een politieke eenheid, maar dat geldt niet voor de geografische term ‘Europa’. Europa heeft geen politieke grenzen, Europa is geen volk. Niemand weet waar Europa begint en waar het eindigt. Ook van het Midden-Oosten weten we niet waar het begint of stopt en waar het Verre Oosten begint. Dat is ook niet erg. Daar zijn de begrippen ook niet voor bedoeld of geschikt voor. Het zijn geen politieke lidmaatschappen, maar imaginaire concepten, constructen. Ze worden echter voortdurend tot speelbal gemaakt van opportunistische politici.’

Juist om vluchtelingen niet in hachelijke regionale termen te vangen, zegt het vluchtelingenverdrag ook niet dat opvang in een bepaalde regio moet plaatsvinden of dat vluchtelingen op afkomst geselecteerd mogen worden, stelt Van Houtum. ‘Het is een universeel mensenrecht om asiel aan te vragen, waar dan ook.’ Het doet er dus wettelijk niet toe uit welke ‘regio’ vluchtelingen komen.

Van Brederode beaamt: ‘Het gaat er toch om dat de sterkste schouders – dus het Westen, het rijkste gebied van de wereld – de meeste verantwoordelijkheid dragen? Ik krijg echt het gevoel dat het met die term om een afvalscheidingssysteem gaat. ‘Hier, groene afval komt naar ons, dat is vruchtbaar. En de rest gaat naar Moria’ – o mijn God, terwijl dat óók Europa is!’

‘Het gaat er toch om dat de sterkste schouders – dus het Westen – de meeste verantwoordelijkheid dragen?’

Benhammou wil wel wat nuance inbrengen. ‘We moeten niet doen alsof Nederland zijn verantwoordelijkheid tegenover niet-Oekraïense vluchtelingen niet neemt. Ook wat betreft de Syriërs: we hebben hen geholpen en opgevangen. Daar moeten we eerlijk over zijn. Laten we rustig blijven. En ook bijvoorbeeld wijzen op de verantwoordelijkheden van Saoedi-Arabië en andere Golfstaten. Overigens vangen Jordanië en Turkije wel veel mensen op.’

Benhammou vertelt wel dat hij ‘boos’ werd toen enkele journalisten zeiden dat het nu anders was dan bij Syriërs en Afghanen, omdat ‘Oekraïners met blauwe ogen’ op ons lijken en dat het in dit geval niet om ‘één of ander’ Midden-Oosters land ging. ‘Mijn hemel dacht ik, hoe kan je dat zeggen? Dat onderscheid is zo dehumaniserend voor iedereen die niet daaronder valt.’

Volgens Benhammou is het racistisch als bijvoorbeeld gezegd wordt dat mensen met bruine ogen niet welkom zijn in Europa. Maar: ‘Tegelijkertijd is de hele wereld helaas op selectieve verontwaardiging gebaseerd. We voelen dingen heel anders als het dichtbij komt.’

Liever kwijt dan rijk

Benhammou voelt in principe evenveel verwantschap met elk slachtoffer van oorlog, zegt hij. Ook Van Brederode voelt geen speciale ‘regionale’ band met Oekraïners, geeft ze aan. Zo voelde ze zich erg verbonden met de Syriërs.

‘Daarom doet het zo’n pijn. Al die jaren kon helemaal niks, wat opvang betreft. Christelijke Syriërs daarentegen kregen wel veel hulp. Dit laat zien hoe groot de argwaan tegen de islam hier is, meer dan Nederlanders durven toe te geven.’

Hoewel het voor haar niet uitmaakt dat Oekraïners wit en christelijk zijn, maakt dat voor veel andere witte Nederlanders wel uit, ziet ze. ‘Toen de Oekraïense burgerbevolking werd bewapend, werd dat meteen geaccepteerd. Moslims die zichzelf bewapen worden daarentegen meteen voor terrorist uitgemaakt. Ik begrijp de pijn die niet-witte, niet-christelijke Nederlanders voelen. En andere vluchtelingen. In mijn roman Het opstaan (2002) ging het hier al over. Hoogopgeleide witte Nederlanders zijn zogenaamd zo tolerant tegenover moslims, maar feitelijk zijn ook zij hen liever kwijt dan rijk.’

Van Houtum geeft aan dat de EU al decennialang een moreel onderscheid maakt tussen mensen op basis van afkomst. ‘Europese burgers hebben zich het recht toegeëigend om overal naar toe te kunnen reizen. We worden geboren met het beste paspoort, daar hoef je als hier geborene niets voor te doen. En dat wordt als volkomen normaal beschouwd. Tegelijk beperken we van tal van elders geborenen op deze wereld drastisch hun reismogelijkheden. Ongeveer twee derde van de wereldbevolking moet een visum aanvragen om te kunnen reizen naar de EU. In de meeste gevallen krijgen ze geen visum, zelfs niet als vluchteling, omdat ze in het verkeerde land zijn geboren. Dat is discriminatie op basis van afkomst, mondiale apartheid.’

Volgens Van Houtum lijkt het alsof we nog steeds in een feodale klassenmaatschappij leven, maar dan mondiaal, waarin een klein deel van de mensheid op basis van afkomst bepaalt wie vrij mag reizen. De hoogleraar schetst het gevolg: uitgeslotenen kunnen bij een oorlog in hun land alleen vluchten langs heimelijke en gevaarlijke wegen, zoals met smokkelbootjes, en worden zelfs, tegen het vluchtelingenverdrag in, teruggeduwd. ‘Willens en wetens maakt de EU dus al tijden een moreel onderscheid tussen mensen naar afkomst en voert het voor de ‘verkeerd geborenen’ een dodelijk beleid aan haar grenzen.’

‘Hoewel ik zelf niet zo gauw trots op iets ben, zou ik van Europa toch iets willen zien waar je wél trots op kunt zijn’, zegt Désanne van Brederode. ‘We hebben alle middelen om mensen op te leiden en zich thuis te laten voelen. Bovendien kunnen we van verschillen en ervaringen leren. Dat is een verrijking. Ook laatst weer bij het journaal hoorde ik dat er allerlei psychologen ingezet zullen worden voor de Oekraïners. Maar dit was dus al heel lang nodig: voor Congolezen, Syriërs, Afghanen en andere oorlogsslachtoffers. Tegen hen werd gezegd: ‘Wees blij dat je hier mag zijn en sla die bladzijde om. Maar nu het om Oekraïners gaat, kan het opeens allemaal wel.’

Benhammou: ‘Het is heel belangrijk om onze verantwoordelijkheid te nemen en vluchtelingen van waar dan ook te blijven opvangen. Maar de vraag is: ‘Wat doe je daarna met hen?’ Integratie is nog belangrijker. Want wanneer we beseffen dat een relaxte samenleving om inspanning vraagt, kunnen we de mensen die huis en haard gedwongen hebben moeten verlaten pas echt welkom heten.’