Home Wereld Deze jonge ondernemer strijdt tegen het GGZ-tekort in Marokko

Deze jonge ondernemer strijdt tegen het GGZ-tekort in Marokko

Jihad Bnimoussa in haar werkkamer in Rabat (Foto: Kaja Bouman)

Veel Marokkanen zijn depressief, hebben paniekaanvallen of worstelen met andere geestelijke gezondheidsproblemen, maar zorg blijft uit. Een jonge entrepreneur ging de strijd aan om dit probleem op te lossen.

Jihad Bnimoussa (26) zit achter haar laptop in een klein kantoor in een chique buitenwijk van Rabat. Ze heeft een rode hoofddoek om met daaronder een spijkerblouse en op haar neus staat een breed monteer met dikke glazen. Haar vingers verschuiven in hoog tempo over het toetsenbord. Dan zucht ze, klapt de laptop dicht en neemt plaats op de knalgele bank naast haar bureau.

Meer dan zeventig procent van de Marokkanen onder de dertig jaar wil het land verlaten, zo blijkt uit de Arab Barometer. Bnimoussa, die opgroeide in de Verenigde Staten, keerde bijna vier jaar geleden juist terug naar Marokko, het land waar haar ouders werden geboren. Daar wil ze het gebrek aan goede geestelijke gezondheidszorg oplossen met haar organisatie InspireCorp.

‘We moeten niet alleen meer geld vrijmaken en meer psychologen opleiden, maar ook aanvullende alternatieven bedenken’

Op de muur van het kantoor hangen tekeningen met motiverende teksten, op de grond liggen yogamatjes. Vanaf de gele bank vertelt de jonge vrouw waarom ze terug wilde naar het geboorteland van haar vader en moeder.

‘Mijn ouders hebben er altijd voor gezorgd dat mijn broer, mijn zus en ik een goede band hielden met Marokko. We kwamen hier altijd in de zomer en mijn moeder moedigde me dan aan om vrijwilligerswerk te doen in bijvoorbeeld weeshuizen en jeugdkampen. Dat heeft mijn beslissing om hier mijn bedrijf op te zetten sterk beïnvloed.’

Eén psycholoog per 200.000 Marokkanen

De beschikbaarheid van goede gezondheidszorg in Marokko is beperkt. Volgens de Arab Barometer is slechts 18 procent van de Marokkanen tevreden over de gezondheidszorg in het land. Bijna dertig procent ondervindt stressgerelateerde problemen en twintig procent voelt zich depressief.

Maar de middelen om deze Marokkanen te helpen ontbreken. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie is er ongeveer één psycholoog beschikbaar per 200.000 Marokkanen. En dat is volgens Bnimoussa veel te weinig.

‘Het gebrek aan goede geestelijke gezondheidszorg is een globaal probleem. Natuurlijk moet er in de Verenigde Staten ook nog veel worden verbeterd. Maar in de westerse wereld is er per 71 tot 73 mensen een psycholoog beschikbaar. Dat is zo’n groot verschil vergeleken met landen als Marokko. In Amerika zijn er in ieder geval diensten beschikbaar, hier niet. En ik wil me richten op het gebied waar de verbetering het hardst nodig is.’

Daarom besloot Bnimoussa in 2017, tijdens het afronden van haar studie psychologie in Istanbul, naar Marokko te verhuizen om daar tieners en jongvolwassenen te helpen met hun mentale gezondheid. ‘In het begin dacht ik dat ik me wilde focussen op de ontwikkeling in het begin van de kinderjaren, maar kinderen zijn eigenlijk heel veerkrachtig en elastisch op die leeftijd. Als tiener ben je dat minder.’

Wat je als tiener meemaakt, draag je volgens Bnimoussa mee als volwassene. ‘Als je als adolescent worstelt met depressie, dan is het waarschijnlijk dat je dat als volwassene ook zult meemaken.’ Je zou het niet denken, kijkend naar de zelfverzekerde jonge vrouw die kalm vertelt over haar werk en ervaringen, maar als tiener had Bnimoussa zelf ook regelmatig last van depressieve periodes.

Toentertijd bezocht ze een schoolpsycholoog. Gelukkig hielp dat. Toch is therapie volgens haar niet de enige manier om met mentale problemen om te gaan. ‘Via therapie krijgen mensen toegang tot informatie over henzelf, om vervolgens beter met bepaalde stressoren om te kunnen gaan. Maar eigenlijk zou therapie niet de enige remedie hiervoor moeten zijn. We moeten niet alleen meer geld vrijmaken en meer psychologen opleiden, maar ook aanvullende alternatieven bedenken.’

FairyLights

Met InspireCorp hoopt ze dat gat op te vullen. De entrepreneur begon InspireCorp met haar project FairyLights, een evenement gericht op jonge Marokkaanse vrouwen. Het begon met een Facebookgroep om deelnemers te bereiken.

‘We zetten de groep op met het idee om dertig tot vijftig meisjes in Rabat te werven voor het evenement. Maar binnen drie maanden had de groep driehonderd leden uit heel Marokko en zelfs Marokkaanse meisjes uit Frankrijk en Canada.’

Inmiddels organiseert InspireCorp ieder seizoen een FairyLights-evenement. Ieder evenement heeft een thema. Deze winter behandelde de organisatie depressie via kunsttherapie. Iedere deelneemster kreeg drie koekjes om te versieren. Het eerste koekje moest laten zien hoe het voelt als je verdrietig bent, het tweede koekje hoe het voelt als je blij bent en het derde koekje moest aangeven wat nodig is om van verdrietig naar blij te gaan. Andere thema’s binnen FairyLights zijn onder andere angst, prestatiedruk en het eigen lichaamsbeeld.

Ook andere gebieden in Marokko en zelfs andere landen hebben vraag naar de evenementen. Daarom heeft Bnimoussa samen met haar team van drie vrouwen een curriculum opgezet om andere vrouwen te trainen. Na de training ontvangen de vrouwen zelf een gids en het materiaal om een evenement op te zetten. Inmiddels hebben verschillende vrouwen InspireCorp-evenementen georganiseerd in Marokko en Duitsland.

Meedoen aan de evenementen is gratis. Dat wil Bnimoussa graag zo houden. Om de projecten toch te kunnen blijven financieren, brengt InspireCorp producten zoals werkboeken en spelletjes uit. Ook organiseerde Bnimoussa een betaalde neurologische training voor mensen in het zakenleven om hun concentratie en slaap te verbeteren. Tevens vraagt InspireCorp subsidie aan bij verschillende ambassades.

‘In Marokko kennen Doktoren mentale problemen als autisme niet eens’

InspireCorp heeft inmiddels meerdere projecten, waaronder een mapping app die je helpt jezelf te begrijpen. ‘Mapping is een manier om te ontdekken hoe je op gebeurtenissen reageert en waarom. De app helpt je hierbij.’ Ook creëerde de entrepreneur een training voor docenten om hen te helpen omgaan met emoties van leerlingen. De training heeft tot nu toe tweehonderd Marokkaanse scholen bereikt en moet uiteindelijk drieduizend scholen bereiken.

Bnimoussa snapt waarom de meerderheid van de Marokko het land wil verlaten. ‘Niet alleen de geestelijke zorg, maar de hele gezondheidszorg is slecht. Daarnaast gaan Marokkanen niet goed met elkaar om, ze laten elkaar niet in hun waarde. Als ik één ding zou kunnen veranderen, is het dat wel. Als er goed met je wordt omgegaan, draagt dat ook bij aan je mentale gezondheid.’

Zorg voor Marokkaanse Nederlanders

Bnimoussa noemde het al: de zorg in Marokko is over de gehele linie onvoldoende. Voor sommige Marokkaanse Nederlanders is de slechte zorg in Marokko dan ook een reden om niet permanent in het land te settelen. De slechtziende Alia Jarboue noemt het zelfs de grootste reden om niet in Marokko te wonen.

‘Ik heb echt goede zorg nodig. Als ik ineens iets nodig heb, dan kan ik in Marokko niet snel naar het ziekenhuis en meteen geholpen worden. Of dat nou fysieke of mentale hulp is.’

Jarboue zette in de noordoostelijke stad Nador haar bedrijf Bemyvision op. Daarmee helpt ze slechtziende kinderen. Ze is daarom regelmatig in Marokko, maar zal er nooit definitief naartoe verhuizen.

‘In Nederland is alles goed georganiseerd. Alle hulp die ik nodig heb, is beschikbaar en de overheid betaalt veel. In Nador ken ik een meisje dat voor de juiste hulp naar Rabat moet. Dat is zes uur met de bus.’

Dat tekort aan hulp geldt volgens Jarboue ook voor de geestelijke gezondheidszorg. ‘Laatst kwam er een moeder met een autistisch kind naar ons toe. Ze vroeg of we iets voor hem konden doen. Maar in Marokko kan autisme niet eens gediagnosticeerd worden. Doktoren kennen dat soort mentale problemen niet.’

Jarboue hoopt net als Bnimoussa een steentje te kunnen bijdragen aan het verbeteren van de gezondheidszorg in Marokko. ‘Marokko is een heel fijn land als je rijk en gezond bent. Maar ben je dat niet, dan is het erg moeilijk.’