Home Wereld Kleurisme in Thailand: ‘Een sterk voorbeeld van white privilege, toch?’

Kleurisme in Thailand: ‘Een sterk voorbeeld van white privilege, toch?’

Een Thaise reclame uit 2016 (Beeld: YouTube)

Correspondent Tieme Hermans onderzocht het fenomeen ‘kleurisme’ in Thailand. ‘Blanke mensen willen er gebruind uitzien, want dat staat voor schoonheid, status en prestige en het onderscheidt hen van de rest. Donkere mensen willen er wit uitzien om dezelfde redenen: prestige, status, schoonheid en begeerlijkheid. Wat is er dan vreemder?’

Westerlingen die in Thailand zijn voor werk of vakantie voelen zich vaak de koning te rijk in het land. Vooral blanke Europeanen en Amerikanen profiteren van een hoge status, die grotendeels komt door hun huidskleur en de vermeende positieve eigenschappen die daaraan zijn verbonden. Toch is er ook in Thailand zelf sprake van zogenaamd kleurisme, waarin donkere Thai worden gezien als minderwaardig aan hun blankere landgenoten.

In Thaise bergdorpjes waar nog nooit een westerling is geweest, hangen advertenties van lokale restaurants waar zogenaamd westerse koks en obers werken en zien boerenfamilies hun onnatuurlijk witte landgenoten in tv-reclames de nieuwste consumptiegoederen aanprijzen vanuit een luxe appartement in Bangkok. De boodschap in deze reclames is duidelijk. In de woorden van actrice en model Cris Horwang (foto): ‘Whiteness makes you win’.

Een blanke huidskleur wordt als steeds belangrijker gezien in Thailand, een obsessie die sterk gevoed wordt door de media. Thaise televisie, billboards en tijdschriften tonen vooral witgepleisterde, extreem gefotoshopte gezichten. De rolmodellen die worden gecast voor bekende series en films zijn over het algemeen onnatuurlijk blank, terwijl de bad guys vaak donker zijn – en de meeste Thaise sterren zijn tegenwoordig zelfs maar half Thais en hebben een westerse vader of moeder. Ook Thaise schoonheidswedstrijden worden gedomineerd door zogenaamde halfbloedjes van gemengde komaf.

De drang om net zo wit te zijn als de modellen op de billboards is doorgedrongen tot in de kleinste dorpjes in Thailand, waar de schappen van supermarkten en apotheken vol staan met een reeks aan producten die beloven te zorgen voor een perfect witte huid. Deze producten worden vaak aangeprezen door mensen die qua uiterlijk weinig weg hebben van de gemiddelde Thai, maar de schoonheidsstandaard die wordt aangeprezen is duidelijk. De gezichtscrèmes bevatten vaak gevaarlijke hoeveelheden kwik en andere gevaarlijke chemicaliën en beloven resultaat binnen twee weken. Naast deze gezichtsproducten staan er ook whitening deodorant om je oksels te bleken, pillen en dieetsupplement voor je gehele lichaam en crème speciaal voor blankere tepels.

De waarde van een lichte huid is van zulk hoog belang dat de industrie van huidbleekmiddelen is uitgegroeid tot een industrie die jaarlijks vierhonderdvijftig miljoen euro omzet in Thailand. Buiten deze middelen om doet ook de industrie van plastische chirurgie goede zaken met ingrepen als huidinjecties, laseren en zelfs het bleken van geslachtsdelen. Het vermijden van contact met de zon heeft ervoor gezorgd dat doktoren zich zorgen maken over een tekort aan vitamine D onder jonge Thaise vrouwen.

Niet westers, maar wit

Terwijl op het eerste gezicht de Thaise obsessie voor witheid voort lijkt te komen uit de wens om zo westers mogelijk te zijn, ligt het volgens de Thaise journaliste Kaewmala genuanceerder. Zij vertelt dat de laatste twintig jaar het schoonheidsideaal khaaw suay domineerde, ofwel knap en blank. ‘Maar je moet niet denken dat Thaise vrouwen eruit willen zien als westerse vrouwen. Daarom is de laatste update van het model khaaw-suay-muay-X, wat staat voor knap, blank, Chinees-achtig en sexy. Dit wordt de laatste jaren nog wat verder aangescherpt door de culturele invloed van schattige meisjes uit Japan en Korea, waardoor de lange lijst wordt aangevuld met onschuldige ogen, een smalle kin, ronde en rode lippen en natuurlijk een huid zo wit als porselein.’ De journaliste grapt dat je soms niet eens zeker weet of er een Thaise vrouw voor je staat of een levensechte incarnatie van een Japans stripfiguur.

Onderzoekers Joanne Rondilla en Paul Spickard schrijven in hun boek Is lighter better? dat Thai er niet persé op uit zijn om blank te worden, maar om eruit te zien als welvarende Aziaten. Ze schrijven dat veel Thaise vrouwen tevreden zijn met hun Aziatische uiterlijke eigenschappen en zij hun donkere, steile haar en amandelvormige ogen niet in zouden willen ruilen voor blond haar en blauwe ogen. ‘Maar’, meent Rondilla, ‘toch zoeken zij een opgepoetste en betere versie van zichzelf. De regel is dat het oké is om Aziatisch te zijn, zo lang je maar de juiste soort Aziaat bent met lichte huidskleur, grote ogen en een perfect lichaam.’

Hoogleraar Shakira Hussein van de Universiteit van Melbourne zegt in een interview met Radio Australia dat de obsessie voor een witte huid naar abnormale hoogten stijgt in Azië, maar dat de drang om bruin te worden in het westen niet veel minder vreemd is. ‘De missie om elk lichaamsdeel te bruinen dat ooit voor een ander zichtbaar kan zijn, is even bizar toch?’ Of zoals journaliste Kaewmala het zegt: ‘Blanke mensen willen er gebruind uitzien, want dat staat voor schoonheid, status en prestige en het onderscheidt hen van de rest. Donkere mensen willen er wit uitzien om dezelfde redenen: prestige, status, schoonheid en begeerlijkheid. Wat is er dan vreemder?’

Geschiedenis van de obsessie

Ondanks dat de komst van Europeanen in Azië de status van een lichte huid versterkte, bestond dit schoonheidsideaal al langere tijd in Thailand en vindt het mogelijk zijn oorsprong in India. Van de eerste tot de vijfde eeuw had India veel invloed op de cultuur en religie in Thailand en voor de komst van het boeddhisme was een groot deel van Zuidoost-Azië hindoeïstisch. De Indiase verschillen tussen hoge en lage klasse en een lichte en donkere teint zijn al eeuwenlang verankerd in de cultuur van het kastesysteem en volgens historicus Chit Phumisak diep doorgedrongen in het Thaise schoonheidsideaal.

Hoewel Thailand nooit gekoloniseerd werd, was de elite van het land vanaf de negentiende eeuw geobsedeerd door alles wat er uit het moderne Westen kwam. Zo voerde koning Chulalongkorn (1853-1910) grote veranderingen in binnen de overheid na een bezoek aan Europa in 1897 en namen hij en zijn familie Europese stijl en manieren over. Dit bracht een grote verandering teweeg, waarbij de culturele focus in het koninkrijk verschoof van China en India naar Europa. De status van een blanke huid werd hierdoor nog meer benadrukt, maar de politieke idealen uit Europa van een sterke, gecentraliseerde natiestaat bleken van veel grotere invloed. Geïnspireerd door onder andere nazi-Duitsland begon de overheid in Bangkok in de jaren dertig van de vorige eeuw met het centraliseren van de macht en voerden zij een doctrine in van zogenaamde Thai Niyom, ofwel Thaisheid.

Thaisheid slaat op een door de dominante bevolkingsgroep gecreëerde vertelling van wat een echte Thai zou moeten zijn. Deze nationalistische beweging dwong het Centraal-Thaise dialect af als nationale taal, herschreef de geschiedenis in diens voordeel en maakte de culturele gebruiken en uiterlijke eigenschappen van haar elite tot standaard voor het hele land. Al deze maatregelen hielpen de Thaise elite hun positie in het land verder te versterken. De lichtere bewoners uit de meer ontwikkelde en verstedelijkte gebieden in het laagland werden een rolmodel voor de moderne Thai, met westerse gewoonten, een hoge opleiding, een moderne baan en een lichte huidskleur.

Ook gaf de drang om de verschillende volkeren binnen de landsgrenzen onder de duim te houden en te incorporeren in het door Bangkok gedomineerde Thailand, extra voeding aan het verhaal van Thaisheid. Op dit moment behoort minder dan een derde van de Thaise bevolking tot de Centrale Thai en bestaat de rest van het land uit minderheidsgroepen waarvan de Lao met vijftien miljoen en de etnische Chinezen met tien miljoen de grootsten zijn. De meeste van deze volkeren hebben een andere moedertaal, cultuur en gewoonten dan de Centrale Thai.

Eén van de hoofdredenen van de centrale overheid om deze volkeren meer Thais te maken is angst. De Thaise overheid kent namelijk een lange geschiedenis van oorlog met haar buurlanden, heeft nog altijd grensconflicten met Cambodja, is bang voor de moslims in het zuiden, was in het verleden bang voor communistische invloed op de Chinese Thai, verdenkt de bergvolkeren van drugshandel en is bang dat de bevolking van het noordoosten – die cultureel gezien dichter bij Laotianen staat – droomt van meer autonomie of zelfs onafhankelijkheid van Thailand. Er is de overheid dan ook veel aangelegen de Centraal-Thaise cultuur te promoten en de andere bevolkingsgroepen ervan te overtuigen dat ze zich moeten schikken naar de standaarden van Bangkok of moeten leven met het beeld dat ze door hun taal, cultuur en donkere huidskleur tweederangsburgers in eigen land zijn.

White privilege

In veel Thaise kustplaatsen lopen oude westerse mannen rond met jonge Thaise meisjes die hun kleindochter hadden kunnen zijn, worden sjofel geklede backpackers op hun wenken bediend door mensen van hun ouders’ leeftijd en krijgen ze complimenten op hun uiterlijk. Er zijn zelfs verhalen van westerse jongeren die met succes bedelen in de straten van Bangkok om hun reis te kunnen vervolgen.

‘Het is niet altijd een voordeel dat mensen denken dat je rijk en succesvol bent door je blanke huid, aangezien ze ook goed misbruik van je kunnen maken, maar zeker voor de vakantieganger zijn deze privileges heerlijk’, zegt de Nederlandse Thailand-ganger Adri (56). ‘Alle deuren gaan voor je open en je voelt je vrij om te doen en te laten wat je wilt. Kijk maar om je heen in Pattaya, daar beleven honderden vijftigplussers hun tweede jeugd. Dat hadden ze in hun thuisland nooit voor elkaar gekregen. Je kunt ervan zeggen wat je wilt, maar dat is een sterk voorbeeld van white privilege, toch?’

Dit zogenaamde white privilege staat voor een grote reeks voordelen waar blanke mensen over beschikken zonder daar moeite voor te doen. Deze privileges kunnen zich in Thailand uiten door het krijgen van meer respect dan mensen met een andere huidskleur, maar ook in het makkelijker verkrijgen van een huis, een baan en een hoge functie binnen een organisatie. Ook voor blanke reizigers in Thailand geldt dat de politie je meestal met rust laat, personeel geduldiger met je is en je soms zelfs voor laat gaan in de rij, je snel geholpen wordt op straat als je iets nodig hebt en er veel vaker dan bij anderen een glimlach op je staat te wachten bij binnenkomst.

In Thailand en andere Zuidoost-Aziatische landen staat de westerse witheid niet alleen voor schoonheid, maar ook voor kennis en macht. Zo liet een studie onder Australische vrijwilligers in Vietnam zien dat zij gezien werden als het toppunt van kennis, ongeacht het opleidingsniveau en de ervaring van hun Vietnamese collega’s. Dit wordt beaamd door de Duitse expat Moritz (32), die merkt dat er altijd opvallend goed naar hem geluisterd wordt wanneer hij iets te zeggen heeft op zijn werk. ‘Westerlingen zijn verbaal vaak wat sterker dan de meeste Thai en de voertaal is Engels. Daarin hebben we een streepje voor als westerlingen, maar wat me het meest verbaast is hoe mijn collega’s ervan uitgaan dat ik slimmer ben omdat ik blank ben en aan een buitenlandse universiteit heb gestudeerd. Daarbij krijg ik voortdurend complimenten op mijn uiterlijk en mijn lichte huidskleur, wat ik echt extreem ongemakkelijk vind, aangezien ik dit in Duitsland maar zelden krijg.’

Volgens onderzoekers Megan Lafferty en Kristen Hill Mahler van de Universiteit van Melbourne ervaren vooral westerse mannen in Thailand een stijging in sociale status, die ze gebruiken voor het aangaan van relaties met Thaise vrouwen en het verkrijgen van werk. In een onderzoek uit 2014 schrijven zij dat deze mannen zichzelf tegenover Thaise vrouwen kunnen positioneren als providers en échte westerse mannen, voortbouwend op een klassiek, neo-koloniaal beeld over het mannelijk ideaal.

De Thais-Amerikaanse hoogleraar Pilapa Esara van het Amerikaanse Brockport College onderzocht hoe Thaise vrouwen kijken naar westerse mannen als huwelijkspartner en kwam tot de conclusie dat veel vrouwen uit arme gezinnen op het platteland of in sloppenwijken in Bangkok sneller geneigd waren voor een westerse man te kiezen. Volgens Esara passen deze, vaak donkerdere, vrouwen simpelweg niet in het gangbare schoonheidsideaal van lichte huidskleur, economisch succes en stedelijke afkomst en manieren en hebben ze grote moeite met het vinden van een Thaise partner. Daarom is het voor veel van deze vrouwen een strategische keus om voor een westerse man te gaan.

Niet voor alle westerlingen

‘Veel van mijn blanke medereizigers vinden het moeilijk te geloven, maar ik voel me hier vaak niet op mijn gemak’, zegt de Indiaas-Franse Madhu (28). ‘In heel Zuidoost-Azië krijg ik een vreemd soort aandacht. Sommige mensen zijn bang voor me, anderen negeren me liever en soms staan mensen domweg te wijzen en te lachen wanneer ik voorbijloop. Laatst gooide een oude vrouw zelfs etensresten naar me om me weg te houden bij haar stalletje.’

Ook de Afro-Amerikaanse Michelle (31) merkte deze andere behandeling op, toen ze op zoek was naar werk als docente Engels in Thailand. ‘Op basis van mijn cv en het niveau van mijn Engels was een school in Bangkok erg enthousiast en mocht ik op gesprek komen. Toen ze mijn gezicht zagen, merkte ik echter dat ze ongemakkelijk werden van mijn verschijning. Even later kreeg ik te horen dat ze me nog wel zouden bellen. Toen wist ik al dat ik nooit meer iets van ze zou horen.’

Studente Nong (27) herkent de andere behandeling die niet-blanke buitenlanders krijgen in haar land. ‘Veel mensen zijn een beetje bang voor donkere mensen. Er staan veel verhalen in de media over criminele Nigerianen in ons land en natuurlijk is er het vooroordeel dat alleen lichte mensen nobel van aard kunnen zijn, vooral bij oude mensen. Zo ontmoette mijn oma in de trein een keer een Afro-Amerikaan. Daarover zei ze tegen me: ‘Ik vond die neger wel lief, dus gaf ik hem een banaan.’ Zoiets zou iemand van mijn generatie niet snel doen, maar de ongelijke behandeling verandert niet snel.’

Binnen Thailand

Het blanke privilege en de vooroordelen naar donkere mensen gelden niet alleen voor buitenlanders, maar nog veel sterker voor de Thai onderling. Zoals in veel Aziatische landen wordt een donkere huid in Thailand gezien als een eigenschap van arme arbeiders en boeren van lage afkomst. Een lichte huidskleur wordt geassocieerd met eigenschappen als intelligentie, creativiteit, schoonheid en een goede achtergrond, terwijl donkere mensen gezien worden als lui, arm, achtergesteld, dom en onaantrekkelijk.

De Thaise definitie van nationale identiteit is volgens journaliste Kaewmala een nationalistisch, elitair verhaal waarin de bewoners uit de grote steden en het laagland rondom Bangkok een standaard zetten die een groot deel van de bevolking buitensluit, discrimineert en vervreemdt. ‘We noemen het ‘kleurisme’, het eeuwenoude vooroordeel tegen mensen met een donkere huidskleur van dezelfde etnische groep. In Thailand is deze cultuur van discriminatie sterk verweven met ons ultranationalistische onderwijssysteem, dat ons leert dat wij beter zijn dan onze buurvolkeren en dat bovendien een Bangkok-gecentreerd wereldbeeld dicteert dat nauw verbonden is met discriminatie gebaseerd op klasse, sociale hiërarchie en stad tegenover platteland.’

‘Mijn familie komt uit de bergen en we zijn van een andere stam dan de Centrale Thai’, vertelt Keej (23). Van origine is onze huidskleur donkerder dan die van de stadsmensen in Bangkok, dus ik word automatisch gezien als een lelijke boer, ook al studeer ik aan de universiteit. Ik merk het aan medestudenten en docenten, die me minder serieus nemen. Alsof mijn ambities uiteindelijk toch niet van de grond zullen komen vanwege mijn huidskleur.’

Volgens Kaewmala heeft Thailand beslist last van een discriminatieprobleem. Dit is te zien in schoolboeken waar naast het woord voor lelijk een pikzwart persoon met kroeshaar getekend staat en bij mooi een schattig blank meisjesgezicht. Ook worden veel Thaise boeren vaak uitgemaakt voor Laotiaan of Cambodjaan, waar op wordt neergekeken. Kaewmala zegt zelfs dat Thai een sterk wantrouwen hebben naar donkere mensen en weinig schoonheid en waarde zien in mensen uit hun buurlanden, arme Thai uit de buitengebieden, Thais-Maleise moslims in het zuiden of mensen van Afrikaanse afkomst. Mede doordat Thailand, in tegenstelling tot haar buurlanden, nooit werd gekoloniseerd, zijn de wetten en normen van het land op geheel eigen wijze tot stand gekomen en zijn er tot op de dag van vandaag geen wetten die discriminatie op basis van ras of huidskleur verbieden.

Joanne Rondilla en Paul Spickard schrijven dat kleurisme in Azië in feite een klassenstrijd is waarin de bovenlaag van de maatschappij het ideaalbeeld dicteert. Dit beaamt de activist Hsein Twa (29). ‘Ons racisme is eigenlijk kleurisme en kleurisme is eigenlijk klassisme. We discrimineren mensen van ons eigen ras vanwege hun kleur, maar de onderliggende reden is dat rijke, succesvolle stadsmensen zich hoger willen plaatsen dan de armere mensen in de buitengebieden. Dat is puur klassisme.’

Volgens Twa wordt de dominante cultuur in Thailand gedicteerd door de bovenklasse van de maatschappij, terwijl levende, bewegende cultuur juist bij de gewone mensen vandaan komt. ‘Net als dat je als toerist in Thailand onze grootste tempel, het koninklijk paleis en het kunstmuseum bezoekt en vervolgens meldt dat je de Thaise cultuur begrepen hebt. Nee, dit is de cultuur van de elite, een heel kleine kliek rijke mensen die hun ideaalbeeld over cultuur en beschaving opdringt aan de hele rest van het land. En het ergste is’, vervolgt hij, ‘we trappen er nog in ook! Alsof je Frankrijk kent na een bezoek aan de Eiffeltoren en het Louvre of de Nederlandse mentaliteit kunt doorgronden door een bezoek aan het Paleis op de Dam. Nee, de echte cultuur leeft bij de gewone mensen en de gewone mensen in Thailand leven buiten. Het is een warm land. Honderd jaar geleden liepen veel Thaise vrouwen nog zonder zorgen met blote borsten rond. Nu heeft de overheid het over echte Thaise cultuur, preutsheid en wordt er een model geschetst van de ideale Thai, dat gebaseerd is op een gecreëerd verhaal waarin iedereen net zo wit moet zijn als de oude adel van vroeger.’

Volgens de Canadese thaibokser Laura kan een persoon met macht en aanzien in Thailand iemand die lager op de sociale ladder staat te allen tijde herinneren aan diens inferieure positie. ‘Dit wordt door de maatschappij niet eens gezien als iets slechts. Het is zelfs hun goed recht en ze beleven er groot plezier aan om dit te doen. De rijken naar de armen, de ouderen naar de jongeren, de blanke Thai naar de donkere Thai, mannen naar vrouwen, vrouwen naar kinderen, dun aan dik, mooi aan lelijk, stedelingen aan plattelandsbewoners en ga zo maar door. Er heerst hier een heel duidelijke sociale orde die zelden in twijfel wordt getrokken en waarin een persoon op waarde wordt geschat gebaseerd op zaken waar hij of zij weinig aan kan veranderen.’

Verschil tussen man en vrouw

Zowel mannen als vrouwen ondervinden oneerlijke kansen op de arbeidsmarkt gebaseerd op hun uiterlijk. Toch schrijft Evelyn Nakano Glenn, hoogleraar etnische studies aan de Universiteit van Berkeley, in haar boek Shades of difference dat de symbolische waarde van een lichte huidskleur vooral cruciaal is voor vrouwen in Thailand. Volgens haar zijn Thaise mannen die worden beschouwd als fysiek onaantrekkelijk – maar die welvarend of hoogopgeleid zijn – toch kansrijke huwelijkspartners, terwijl vrouwen die status alleen kunnen genieten als ze voldoen aan de uiterlijke vereisten, onafhankelijk van hun opleidingsniveau. ‘Ondanks dat huidskleur over het algemeen beschouwd wordt als iets onveranderlijks, proberen veel vrouwen, maar ook mannen, een lichtere teint te verkrijgen om dezelfde privileges te krijgen als hun blankere landgenoten’, schrijft Glenn.

Volgens kleuterjuf Yim (26) vragen veel vacatures om een schattig gezicht en een hoge neus. ‘Vaak staan er voor vrouwen heel specifieke vereisten als blank, 1 meter 70 lang en minimaal cup B. Daarom doen we allemaal mee aan dit circus. De maatschappij trekt een lijn voor ons en als we een goede baan willen vinden, kunnen we ons maar beter aanpassen.’

Dit artikel werd eerder gepubliceerd op de Kanttekening op 28 februari 2019.