7.2 C
Amsterdam

Eberhard redde een Indiaas gezin

Trudy Coenen
Trudy Coenen
Docent Nederlands op het Montessori College Oost, een 'zwarte' vmbo-school in Amsterdam. Leraar van het Jaar 2010. Auteur van het boek 'Spijbelen doe je maar thuis: verhalen van een docent op het vmbo' (2013).

Lees meer

Burgemeester Eberhard van der Laan is onlangs begraven. Er zijn al veel verhalen over hem verteld. Over zijn werklust, zijn gevoel voor ons Amsterdammers, zijn liefde voor de stad. Toch wil ik ook mijn verhaal eraan toevoegen. Ook mijn leven heeft Eberhard geraakt of liever gezegd, het leven van Shares uit India.

Ik leerde Eberhard kennen in het stadhuis. Ik was daar een keer met een aantal kinderen, ik weet niet precies meer waarvoor. Wat ik wel vaker doe als ik ‘machtige’ mensen ontmoet, dan vraag ik hun telefoonnummer. Het is erg nuttig om een netwerk te hebben, vooral van mensen die ergens iets in de melk te brokkelen hebben. ‘Mag ik uw nummer hebben?’, vroeg ik aan Eberhard toen ik naast hem stond. ‘Kan jij dat even regelen?’, zei hij tegen zijn medewerker. Aanvankelijk was de assistente nogal terughoudend, ze vroeg aan een ambtenaar die erbij was en die ik toevallig kende ‘kan dat of denk je dat ze er misbruik van zal maken?’

Kort daarna kwam er een leerling in mijn klas die met zijn moeder en zijn twee zusjes vanuit India naar Nederland was gekomen. Zijn vader was achtergebleven in India en zijn moeder was hier opnieuw getrouwd met een Indiase man. Met hem had ze ook nog twee kinderen gekregen. Ze waren hier al een tijdje, toen bleek dat ze de papieren voor het verkrijgen van een verblijfsvergunning niet goed hadden ingevuld. Drie keer begonnen ze een procedure om ondanks de verkeerd ingevulde papieren toch te mogen blijven, maar tevergeefs. Shares en zijn twee zusjes moesten terug naar India. De twee nieuwe kindjes, de biologische vader en de stiefvader van Shares mochten wel blijven.

‘Dat kan toch niet’, zei een collega van mij. ‘Een familie zo totaal uit elkaar scheuren.’ Ik was het met haar eens, dat kon niet. Dus ik begon te mailen en te bellen, Defence for Children, de Tweede Kamer, ik weet niet wie ik allemaal heb benaderd. Op een gegeven moment had ik contact met een ambtenaar van de gemeente die ging over asielzaken. ‘Nou, mevrouw Coenen’, zei hij, ‘ik kan u zeggen, dit gaat niet lukken, ze hebben hun papieren niet goed ingevuld, er is geen grond om de afwijzing te herzien’.

Maar ik wilde het niet opgeven. Via, via kwam ik terecht bij Sander Terpstra, actief lid van de PvdA. Hij is zelf ruim vijfentwintig jaar geleden gevlucht uit Iran. Hij probeerde te helpen en legde contact met het ministerie, maar ik kreeg op een zeker moment een mailtje van een assistent van Fred Teeven, de toenmalige staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. ‘U hoeft mij niet meer te mailen, het is echt kansloos.’ Onderaan de mail stond zijn 06-nummer, dus ik bestookte hem iedere week weer met een belletje, een vraagje, een opmerking. Misschien was het uit pure irritatie of wanhoop (‘wanneer houdt dat mens in godsnaam op met bellen’) dat hij op een gegeven moment begon over de discretionaire bevoegdheid van de minister, dat de staatssecretaris in zekere mate de vrijheid heeft om in concrete gevallen naar eigen inzicht te beslissen. ‘Maar als u dat in eigen persoon vraagt, dan zal hij daar zeker geen gebruik van maken’, zei hij. ‘U moet een gezaghebbend iemand weten te vinden.’

Gelukkig had ik nog een telefoonnummer. Ik legde Eberhard de zaak voor. ‘Ik wil het toch nog een keer proberen’, besloot ik. Hij zou erover nadenken. Een paar dagen later belde die ambtenaar van de gemeente die ik eerder al gesproken had. ‘Ik weet niet waarom’, zei hij, ‘maar hij doet het’.

Door toedoen van Eberhard kregen Shares, zijn moeder en twee zusjes een verblijfsvergunning. Een paar jaar later ontmoette ik de burgemeester op de nieuwjaarsreceptie van de gemeente. Hij stelde me voor aan zijn vrouw. ‘Dit is Trudy, Trudy die van heel veel jongeren Amsterdammertjes heeft gemaakt’, zei hij. Heel mooi dat hij dat zo zei, maar ik moest meteen denken aan Shares van wie ik zonder Eberhard nooit een Amsterdammertje had kunnen maken.

Nu u hier toch bent...

Goede journalistiek kost geld. Leden en donaties maken onze gebalanceerde berichtgeving over biculturaliteit, zingeving en vrijheid mogelijk. Steun ons daarom als u ons werk belangrijk vindt.

Vertel mij meer!
- Advertentie -