In de arme arbeiderswijk Belle de Mai in Marseille proberen de bewoners het hoofd boven water te houden. Ondanks de armoede en criminaliteit kent de wijk een sterk gemeenschapsleven.
Achter het centrale treinstation van Marseille ligt een oude arbeiderswijk die tot voor kort vooral bekend stond als de geboorteplaats van de charismatische maffiabaas Francis le Belge. Toen in 2019 de film Shéhérazade uitkwam, werd de wijk ineens positief geassocieerd met de bravoure en de oprechtheid van de guitige hoofdrolspeler Dylan Robert, die met de rol van een naïeve straatcrimineel de harten van het Franse publiek veroverde. Een aantal maanden eerder was hij voorwaardelijk vrijgekomen uit detentie op voorwaarde dat hij auditie zou doen voor de film. Zonder enige acteerervaring kreeg hij de hoofdrol toebedeeld, waarna hij een paar maanden later bij de uitreiking van de Césars, het Franse equivalent van de Oscars, werd uitgeroepen tot het grootste mannelijke filmtalent.
Dat de rol hem zo makkelijk was afgegaan had te maken gehad met zijn jeugd in Belle de Mai, zo vertelde hij zonder schroom voor de camera’s. ‘Er was weinig verschil tussen het criminele leven van het personage en dat van mijzelf.’ Kort na de prijsuitreiking in Parijs werd hij voor een serie straatroven veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf.
‘Het is met Dylan allemaal te snel gegaan’, zegt Mohamed (23, volledige naam bekend bij de redactie), die in de deuropening van zijn ooms winkel aan de Boulevard National een sigaretje rookt. Mohamed, die doordeweeks als leerling elektricien werkt, komt deze zaterdagmiddag zijn oom een handje helpen. Net als veel jongens in de wijk draagt hij zijn lange haar in een staart en loopt hij op smetteloze Nike Air Max sneakers. Dylan kent hij uit zijn jeugd. ‘Het was raar om hem ineens interviews te zien geven met een chique jasje aan, terwijl we hier in de wijk wisten dat hij nog met één been in het straatleven zat. Maar ik was niet verbaasd toen ik hoorde dat hij in een film zou spelen. Dylan was altijd iemand die lef en humor had. Dat we hem op televisie zagen maakte ons trots. Normaal word je met de nek aangekeken als je zegt dat je uit Belle de Mai komt.’
Geweldsgolf
Van het positieve imago van Dylan Robert is weinig meer over. Deze maand werd bekend dat hij wordt vervolgd voor hulp bij een aanslag op een rivaliserende drugsbende, waarbij een veertienjarige jongen om het leven is gekomen. Een trieste dood, maar geen uitzondering in Marseille. Met 49 moorden en 118 gewonden gelieerd aan de lokale drugsoorlog was 2023 een van de bloedigste jaren in de geschiedenis van Marseille. En steeds vaker zijn er minderjarigen bij betrokken, als dader of als slachtoffer. Sinds het begin van deze zomer lijkt het geweld in Marseille weer op te laaien. Zo ook in Belle de Mai, waar deze maand het lijk van een 17-jarige jongen werd gevonden in de koffer van een uitgebrande auto. Het slachtoffer had een schotwond in het hoofd en was vastgebonden aan de enkels en de knieën. Zijn gezicht was bedekt met een vuilniszak.
‘Normaal word je met de nek aangekeken als je zegt dat je uit Belle de Mai komt’
‘Het is een combinatie van weinig alternatieven en héél, héél veel geld’, verklaart Mohamed de jonge aanwas in de criminaliteit. ‘In de noordelijke wijken van Marseille groeien we op in armoede, zonder dat ons een andere route word geboden om aan het leven hier te ontsnappen. De bedragen die je door de criminele netwerken vervolgens worden voorgehouden zijn voor een jonge jongen duizelingwekkend. Het eerste waar je aan denkt is wat je allemaal voor je moeder kan kopen en hoe je haar zorgen kan wegnemen. Ik heb die stap ook gemaakt, maar na in de cel te zijn beland heb ik dat leven achter me gelaten. Het is de laatste jaren alleen maar erger geworden. Ik hoor nu om me heen dat er veel online word geronseld en jongeren heel jong een wapen in hun hand krijgen gedrukt.’
Sterk gemeenschapsleven
Op een steenworp afstand van de plek waar het lijk van de zeventienjarige jongen werd gevonden, bevindt zich in een oud gebouw de protestantse stichting La Fraternité. De witte winkelpui is versierd met rode bakstenen. Aan weerszijden hangen op de vervallen muren kleurrijke mozaïeken, gemaakt door kinderen uit de buurt. Boven de deur prijkt met grote witte letters de naam van de stichting. Het accent op de e lijkt te zijn vergeten. Bij binnenkomst stap je in een ruimte die aanvoelt als een oud klaslokaal. Het plafond is hoog, de muren zijn vergeeld en de tafels en stoelen zijn opgesteld in een rechthoek. Hier geeft Anaïs Didier (63), geboren in de aangrenzende wijk Saint-Lazare, als vrijwilliger taalles aan buurtgenoten die de Franse taal niet machtig zijn. ‘In het centrum van Marseille hoor je soms flarden Arabisch op straat, maar in Belle de Mai hoor je af en toe een flard Frans’, grapt Didier. ‘Ik weet nog dat in mijn jeugd dit gedeelte van de stad Italiaans was. Nu wonen hier vooral mensen met een Noord-Afrikaanse afkomst. Maar in zekere zin is er weinig veranderd, want het is altijd een aankomstplek voor migranten geweest waar iedereen op zoek is naar een nieuwe familie en nieuwe netwerken. Dat maakt dit gedeelte van de stad ook zo mooi. Men wil met elkaar in contact komen en elkaar helpen om zo te overleven.’
De stichting beheert een gemeenschappelijke tuin en organiseert naast taallessen ook workshops om buurtbewoners te helpen bij het volgen van een opleiding of het vinden van een baan. Ook is er een keuken die wordt bestierd door vrijwillige koks die eten bereiden voor arme gezinnen. Dat is hard nodig in de wijk, die al jaren behoort tot de armste wijken van Frankrijk. La Fraternité is al meer dan 140 jaar actief in de wijk en leeft van gemeentelijke subsidie. De stichting telt drie betaalde krachten en ongeveer vijftig vrijwilligers. Didier: ‘We zijn zeker niet de enige vrijwilligersorganisatie in de wijk. De wijk kent veel problemen, maar ook veel bewonersinitiatieven om de wijk leefbaar te houden. Het is een arme wijk, maar wel een wijk met een sterke gemeenschapszin.’
Rattenplagen en lekkages
De problemen in de arme wijken van Marseille zijn breder dan alleen de drugscriminaliteit. De stad kent grote uitdagingen op het gebied van volkshuisvesting. Veel woningen verkeren in deplorabele staat met alle risico’s van dien. Bij de inwoners van Marseille staat de ineenstorting van twee flatgebouwen in de Arabische wijk Noailles in 2018 in het geheugen gegrift. Er vielen acht doden te betreuren. Vorig jaar april kwamen er in de aangrenzende wijk Camas wederom acht bewoners om het leven nadat een gebouw ten gevolge van een gaslek instortte. In de daaropvolgende decembermaand stortte een paar honderd meter verderop weer een gebouw in, waarbij zeven gewonden vielen.
‘In het centrum van Marseille hoor je soms flarden Arabisch op straat, maar in Belle de Mai hoor je af en toe een flard Frans’
Het ministerie van Gezondheid berekende dat 40.000 woningen in Marseille in een onbewoonbare staat verkeren. Omdat Marseille een groot gebrek heeft aan sociale huurwoningen – momenteel liggen er 41.000 onbeantwoorde aanvragen op de plank bij de gemeente – trekken bewoners van onbewoonbare woningen niet snel aan de bel. Ook Didier ziet dit probleem. ‘Bij ons komen vaak buurtbewoners over de vloer die klagen over hun woning. Dan laten ze foto’s zien van hun woning op hun telefoon, van lekkages, schimmel en soms zelfs ratten. Maar ze zijn vaak al blij dat ze een dak boven het hoofd hebben, dus houden ze hun mond.’
Volgens Fondation Abbé Pierre, wiens jaarlijkse onderzoeksrapporten naar de staat van volkshuisvesting altijd veel stof doen opwaaien, verkeren maar liefst 65 procent van de woningen in Belle de Mai een onbewoonbare staat. De wijk kent relatief weinig corporatiewoningen. De meeste woningen zijn in bezit van kleine private verhuurders, en dat doet wat met de wijk, ziet Mohamed. ‘Vooral de sans-papiers (buitenlanders zonder verblijfsvergunning) vestigen zich in de wijk omdat ze niet voor een corporatiewoning in aanmerking komen. De private verhuurders van slechte woningen stellen meestal geen vragen. Ze willen gewoon hun maandelijkse huur innen zonder een cent aan onderhoud uit te geven. Zo zitten we in een wijk waar de meest kwetsbare bewoners allemaal bij elkaar wonen, in woningen die op omvallen staan.’
Bescherming van de menselijke waardigheid
Onlangs werd een amendement van de communistische senator Ian Brossat aangenomen die de ‘menselijke waardigheid’ van de sans-papiers in onbewoonbare huurwoningen moet beschermen. Brossat wijst op de vrees voor uitzetting en het gebrek aan kennis over de juridische mogelijkheden. Hij ziet dat deze bewoners daarom zelden aangifte doen tegen huisjesmelkers. In de hoop dit te kunnen faciliteren voorziet het amendement in het verstrekken van een verblijfsvergunning van een jaar aan sans-papiers die aangifte doen. Brossat wist ook de rechtervleugel van de senaat te overtuigen en kreeg bovendien steun van de regering voor zijn amendement. De regeling sluit aan bij een bestaande voorziening voor slachtoffers van slavernij en mensenhandel.
Het drama in Noailles heeft het wetgevingsproces in Frankrijk versneld. In 2019 werd de wet zo aangepast dat de staat de huisjesmelkers in geval van een ontruiming niet meer schadeloos hoeft te stellen. En de Franse Code Pénal kent een specifiek strafrechtelijk verbod op de verhuur van woningen die ‘niet compatibel zijn met de menselijke waardigheid’. Huisjesmelkers riskeren een maximale gevangenisstraf van zeven jaar. Het openbaar ministerie in Marseille treedt steeds harder op tegen de zogenaamde marchands de sommeil (handelaren in slaap). Sinds 2019 zijn er meer dan 23 zaken voor de strafrechter gebracht en er staan er al elf gepland voor 2024.
Zo werd september vorig jaar een malafide huisjesmelker die actief was in Belle de Mai veroordeeld tot een gevangenisstraf van een jaar. Hij zou onbewoonbare woningen met een ongedierteplaag hebben verhuurd aan alleenstaande moeders. Een van de moeders, die leefde van een bijstandsuitkering, had melding gemaakt van een ratten- en kakkerlakkenplaag. Het appartement was bovendien onvoldoende geïsoleerd en het toilet bevond zich in de keuken. ‘Zodra het regent, zet ik emmers neer, want het water valt het huis in’, verklaarde de bewoonster tijdens het proces.
Gentrificatie
Waar andere delen van Marseille gestaag veranderen onder gentrificatie, blijft Belle de Mai gevrijwaard van hippe tentjes. Dat heeft te maken met het gebrek aan voorzieningen, vertelt socioloog Claire Duport via de telefoon. ‘Belle de Mai ligt dicht bij het centrum maar is nauwelijks vatbaar voor gentrificatie omdat het gebrek aan voorzieningen de middenklasse afstoot. In andere arme wijken heeft de middenklasse de kans schoon gezien om goedkoop een grote woning aan te schaffen, maar in Belle de Mai durft men die stap niet te zetten. Er zijn geen fatsoenlijke scholen in de buurt waar de middenklasse zijn kinderen naartoe wil sturen. Bibliotheken en zwembaden ontbreken en het openbaar vervoer is er slecht.’
Culturele trekpleister
De caissières in de lokale supermarkt dragen een T-shirt met het embleem van de Olympische Spelen, maar verder is er in Belle de Mai weinig dat aan de Olympische Spelen doet denken. In Marseille worden de olympische voetbal- en zeilwedstrijden georganiseerd, maar in Belle de Mai is geen toerist te zien. Paradoxaal genoeg kent de wijk met La Friche Belle de Mai een van de grootste trekpleisters van de stad. De oude tabaksfabriek is na zijn sluiting omgebouwd tot een cultureel instituut, waar exposities worden gehouden en feesten worden georganiseerd. Met een half miljoen bezoekers per jaar is het een succes gebleken. Maar de bezoekers doen de rest van de wijk niet aan, en de bewoners van Belle de Mai zijn niet in La Friche te vinden. Duport: ‘De exposities, vaak moderne kunst, interesseren de bewoners niet. En veel bezoekers hebben het gevoel dat ze verder niks hebben te zoeken in de wijk. Gelukkig heeft La Friche qua sportgelegenheid wel bijgedragen aan het welzijn van de bewoners. In Belle de Mai zijn nauwelijks sport- of speelplekken voor jongeren te vinden, maar La Friche onderhoudt op het terrein een aantal sportvelden waar jongeren uit de wijk gretig gebruik van maken.’
Voedselhulp
‘Mijn vrijwilligerswerk doe ik met veel plezier’, zegt Didier. ‘De solidariteit in de wijk geeft me energie om ook mijn steentje bij te dragen. We zetten eens in de zoveel tijd als stichting noodvoedselhulp in waarbij we gezinnen in kaart brengen die onbekend zijn bij de instanties. Dan helpen we hun de maand door te komen. We worden dan van alle kanten geholpen. Door scholen, moskeeën, winkeliers. Op dat soort momenten merk je hoezeer de mensen om elkaar geven.’
Ook Mohamed ziet dat. ‘Marseille is een harde stad, en dat is in deze wijk niet anders. Maar het is ook een betaalbare wijk waar je nog voor minder dan een tientje naar de kapper kan en waar je een bepaalde saamhorigheid hebt die je nergens anders vindt. De armen voeden hier de armen’, zegt hij cryptisch. De bedelaar kan hier inderdaad rekenen op een muntstuk van een voorbijganger die er zelf ook sjofel uitziet. En de buschauffeur knijpt een oogje dicht als een passagier niet incheckt. Mohamed: ‘Niemand is hier te beroerd om zijn buurman te helpen, en ondanks de moeilijke omstandigheden lopen we altijd met een lach op ons gezicht. Ook dat is Belle de Mai.’